bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Officier, afkomstig uit de kringen rond stadhouder Willem V, die door koning Willem I in 1816 tot Eerste Kamerlid werd benoemd. Was diens kamerheer en opperhofmaarschalk. vóór 1795 generaal-majoor van de cavalerie en commandant van een persoonlijke garde van de prins-stadhouder. Zijn familie behoorde tot de aanzienlijke geslachten uit Leiden; zijn vader was burgemeester, raad en schepen van die stad.
regeringsgezinden ten tijde van Willem I
functie(s) in de periode 1816-1829: lid Eerste Kamer