bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Intelligente, maar conservatieve stadhouder. Volgde als driejarige onder voogdij van de hertog van Brunswijk zijn jong-gestorven vader op. Was niet bereid het oligargische regeringssysteem te hervormen en kwam daardoor steeds meer onder vuur te liggen. Deze opposanten, de patriotten, vielen hem in pamfletten fel aan, met name na de ongelukkig verlopen Vierde Engelse oorlog. In 1785 week hij uit naar Nijmegen, maar dankzij Pruisische steun kon hij in 1787 terugkeren naar Den Haag. De komst van de Fransen in 1795 maakten een einde aan zijn bewind. Hij vluchtte toen naar het buitenland. In 1801 liet hij zijn vroegere medestanders weten dat zij weer bestuursfuncties mochten bekleden.
functie(s) in de periode 1751-1795: historische figuren
Delft, 29 april 1958 (herbegraven in de Nieuwe Kerk)
Hoofdfuncties/beroepen
erfstadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Overijssel en Stad en Lande van Groningen, van 22 oktober 1751 tot 23 februari 1795
admiraal en kapitein-generaal van de Unie der Zeven Verenigde Provinciën, van 22 oktober 1751 tot 23 februari 1795
voorzitter Raad van State, van 22 oktober 1751 tot 23 februari 1795
opperbewindhebber Oost- en West-Indische Compagnie, van 22 oktober 1751 tot 23 februari 1795
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen (5/9)
Met steun van Pruisen en Engeland (via ambassadeur Harris) wist hij in 1787 het stadhouderlijk gezag te herstellen
Na het herstel van de macht bevestigden alle gewesten in de door raadpensionaris Van der Spiegel opgestelde Acte van Garantie van 27 juni 1788 het stadhouderlijk gezag
Verliet op 18 januari 1795 met zijn gezin Den Haag en vluchtte naar Engeland
Nadat hij in de verklaring van Kew (7 februari 1795) de gezaghebbers in Nederlands-Indië had opgedragen zich aan te sluiten bij Engeland, werden zijn bezittingen in beslaggenomen door de Fransen
In 1801 adviseerde hij in de Brieven uit Oranienstein zijn geestverwanten zich niet langer aan het staatsbestuur te onttrekken
uit de privésfeer
Zijn moeder was een dochter van koning George II van Groot-Brittannië en Ierland
Zijn echtgenote was een nicht van koning Frederik II van Pruisen en een zuster van koning (sinds augustus 1786) Frederik Willem II van Pruisen
Besteedde veel aandacht aan herstel van paleizen (o.a. het Oude Hof aan het Noordeinde en het stadhouderlijk kwartier aan het Binnenhof). In 1790 kwam de nieuwe balzaal gereed aan het Binnenhof.
predicaten/adellijke titels
prins van Oranje
vorst van Nassau
vorst van Fulda
graaf van Corvey, vanaf 1802
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
G.J. Schutte, "Willem IV en Willem V", in: C.A. Tamse (red.), "Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis" (Utrecht, 1996)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.