Door het toegenomen belang van de functie werd het staatssecretariaat in toenemende mate een opstap naar het ministerschap. In het huidige kabinet zitten drie ministers, die eerder staatssecretaris waren.
Die stap kwam voorheen overigens ook al voor, want Cals werd bijvoorbeeld in 1952 na twee jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. De Jong doorliep in de jaren zestig een politieke loopbaan die begon als staatssecretaris en die na een ministerschap eindigde als minister-president.
Andere voorbeelden zijn Veldkamp, Netelenbos, Vermeend, Hoogervorst en Bussemaker. Sporadisch wordt een minister nadien weer staatssecretaris, zoals bijvoorbeeld Bukman en Paul.