Vanaf de jaren tachtig kwam er een groep Tweede Kamerleden die zelf, of van wie ten minste één ouder, niet in Nederland waren geboren. Aanvankelijk ging het vooral om leden met een achtergrond in Suriname. Sindsdien is het aantal Kamerleden met een migratieachtergrond toegenomen, maar nog niet evenredig met het percentage Nederlanders met een migratieachtergrond.
De eerste Surinamer was in 1992 het CDA-Tweede Kamerlid Ram Ramlal. Na hem volgden onder anderen VVD-Tweede Kamerlid Laetitia Griffith en CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier. Het eerste Antilliaanse Tweede Kamerlid was in 1994 Hubert Fermina (D66), de eerste Antilliaanse vrouw in de Tweede Kamer was in 2006 Cynthia Ortega (CU).
Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er steeds enkele Tweede Kamerleden van wie de ouders uit Turkije of Marokko kwamen, en enkelen uit landen als Iran en Afghanistan. Tegenwoordig zitten er ook tweede generatie migranten in de Kamer die in Nederland zijn geboren, zoals Songül Mutluer en Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA) en Ismail el Abassi (DENK).
Op basis van de bij de redactie bekende gegevens zijn zeventien van de huidige (november 2025) Tweede Kamerleden buiten Nederland geboren.