Beschadigingsacties

27 mei 2022, column Bert van den Braak

Zoals Trouw-columnist Hans Goslinga dacht ook ik onlangs aan de wijze waarop in 1977 CDA-voorman Dries van Agt werd bejegend1). Hij sprak na een tweede debat over de ontvluchte oorlogsmisdadiger Pieter Menten, van de 'actie beschadiging lijsttrekker CDA'2). Om maar direct een misverstand te voorkomen: deze column gaat niet over een eventuele actie beschadiging Mark Rutte, maar in andere zin is er wel sprake van beschadiging.

In 1977 was het coalitiegenoot (en directe concurrent) PvdA die de aanval opende op de eerste lijsttrekker van het CDA. Dat gebeurde bij monde van Tweede Kamerlid Aad Kosto. Van Agt bekende eind 1976 in een interview soms een aversie tegen het politieke bedrijf te hebben. Dat, én de wijze waarop Van Agt de kwestie-Menten had aangepakt, én de mogelijkheid om hem te 'beschadigen' waren reden voor de aanval. Kosto maakte een negatieve balans op van Van Agts ministerschap op Justitie, maar liet weten dat de PvdA hem niet zou wegsturen, omdat het voortbestaan van het kabinet prevaleerde. Van Agt was gegriefd en zei dat die handelwijze zijn aversie tegen de politiek nog had vergroot. Een jaar later nam hij 'wraak' met de vorming van zijn kabinet, met de VVD, en daarmee blokkering van voortgezette regeringsdeelname van de PvdA.

Dat de debatten van de afgelopen tijd doelbewuste acties waren ter beschadiging van Mark Rutte, het kabinet en de coalitie, zou een te ver gaande conclusie zijn. De betrokkenheid van minister De Jonge bij de mondkapjesdeal riep begrijpelijkerwijze vragen op. Vraag was wel waarom niet werd gewacht op de uitkomst van een lopend onderzoek. Het verwijt was enerzijds dat de minister maar een deel van het verhaal vertelde en anderzijds dat door dat onderzoek het beeld niet compleet was. Zo eindigde het debat onbevredigend.

In het debat over de uithuisplaatsingen domineerde de aanval op de VVD-fractie, die een lid (Ruud Verkuijlen) zijn maidenspeech liet houden. Interrupties zijn dan (in eerste termijn) niet toegestaan. Dat was zeker ongelukkig, maar er werd gespind dat dit kwade opzet was. Alsof een debuterende fractiewoordvoerder zo maar even een verhaal kan houden, zonder zich al langer in het dossier te hebben verdiept. De commotie werd nog vergroot, doordat aanwezige gedupeerde ouders demonstratief de publieke tribune verlieten. Uit televisiebeelden bleek dat er over die actie contact (WhatsApp, sms?) was met derden (Kamerleden?). Het vertrek leek op commando te gebeuren.

De zorgen over informatievoorziening aan het parlement, zoals die in het sms-debat naar voren kwamen, zijn begrijpelijk. Veel parlementaire onderzoeken en enquêtes in het verleden bevatten als kritiekpunt dat de informatie aan de Kamer 'onvolledig, soms onjuist en ontijdig' was geweest. De suggestie dat dit een recent verschijnsel is, klopt dus niet. Het ging in het verleden echter om het ontbreken van (inhoudelijke) stukken die essentieel waren voor de besluitvorming in het parlement. Sms'jes vallen daar niet onder. Ze zijn interessant voor reconstructie van het verloop van processen, maar de inhoudelijke betekenis ervan is gering.

Dat er een debat over de archivering plaatsvond, is verdedigbaar. Maar dat daarvoor de Kameragenda stante pede moest worden omgegooid is dat niet. Het debat werd bovendien gekenmerkt door aanvallen op de integriteit van de premier. Nu kun je zeggen: die heeft zelf ook schuld, net zoals het kabinet. Toch is dat iets te makkelijk. Er is ook een hoger belang, waarvan alle parlementariërs zich hopelijk bewust zijn: de beeldvorming over waarmee de Tweede Kamer zich bezighoudt en hoe zij debatteert.

Er zitten partijen in de Tweede Kamer die de term 'nepparlement' gebruiken of die het parlementaire werk als 'vreselijk' betitelen. Zij vinden beschadiging van het imago helemaal niet erg. Dat dan tegelijkertijd de premier voor leugenaar kan worden uitgemaakt, is voor hen mooi meegenomen. Andere fracties zullen oprecht zorgen over bepaalde zaken hebben, maar lijken zich onvoldoende bewust van het effect van hun 'acties'. Dat het beeld nu is dat er drie debatten vol persoonlijke aantijgingen waren en dat de inhoud steeds meer naar de achtergrond wordt verdrongen, moet hen toch zorgen baren.

Het uithuisplaatsingdebat eindigde met aanneming van twaalf moties, waarvan het merendeel met algemene stemmen. Oplossingsgerichte moties. Zouden burgers daarvan ook iets hebben meegekregen?




Andere recente columns