Succes in 'ons' belang

12 september 2014, column Bert van den Braak

Voor de derde keer in de geschiedenis komt er met de benoeming van Frans Timmermans een Nederlandse sociaaldemocraat in de Europese Commissie. Zijn voorgangers, Sicco Mansholt en Henk Vredeling, hadden een uiteenlopende ervaring als Commissielid.

Mansholt trad in 1958, na tien jaar Nederlands landbouwminister te zijn geweest, toe tot de eerste Europese Commissie van de toen zes landen tellende Europese Economische Gemeenschap. Als verantwoordelijke voor landbouw kon hij dat belangrijke beleidsterrein in hoge mate vormgeven. De stappen die tot het gemeenschappelijke landbouwbeleid leidden, maakten hem tot één van de belangrijkste 'bouwers' van het nieuwe verenigde Europa. Mansholt sloot zijn Europese loopbaan in 1972-1973 af als (interim-)voorzitter - de enige Nederlandse - van de Europese Commissie.

Heel anders verging het de in januari 1977 aangetreden Henk Vredeling. Hij was 'Europeaan' in hart en nieren en had geruime tijd deel uitgemaakt van het Europees Parlement (toen nog een 'duobaan' met het Kamerlidmaatschap). Vredeling was een actief lid van dat parlement en 'kampioen-vragensteller' en kende de weg in Straatsburg en Brussel. Na al sinds 1956 Tweede Kamerlid te zijn geweest, werd hij in 1973 minister van Defensie. Zelfs de oppositiepartij VVD - fel bestrijder van het kabinet-Den Uyl - had waardering voor zijn beleid. Met zijn overstap naar Brussel werden zijn kwaliteiten erkend. Hij troefde daarbij overigens Max van der Stoel af.

Vredeling kwam in een Commissie met de (gematigd) sociaaldemocratische Brit Roy Jenkins als voorzitter, maar gedomineerd door centrumrechts. Hij kreeg niet zoals hij had gewenst de portefeuille landbouw, maar de post sociale zaken en werkgelegenheid. Vredeling had de ambitie om sociale zaken Europees net zo goed te gaan regelen als Mansholt voor de landbouw had gedaan. Na vijf jaar Commissielidmaatschap moest hijzelf echter erkennen, dat zijn Commissielidmaatschap niet had gebracht wat hij ervan had gehoopt. Sociale zaken behoorde toen niet tot de onderwerpen waarover 'Brussel' veel zeggenschap had, maar belangrijker was dat het politieke klimaat tegen zat.

In de Commissie waren de Britse conservatief Tugendhat en de Fransman Ortoli, een Gaullist, niet erg geporteerd voor Brusselse regels op sociaal gebied. Een economische crisis, tegenwerking door de werkgeverslobby en politieke onwil in andere lidstaten, leidden ertoe dat Vredeling weinig concreets kon bereiken. Europese steun voor arbeidsverkorting bij noodlijdende bedrijven (zoals Hoogovens) werd bijvoorbeeld afgewezen. Het was feitelijk nog een knappe prestatie dat hij op de valreep een ontwerp-richtlijn over medezeggenschap bij multionaltionale ondernemingen wist te presenteren.

Het Europese beleid wordt in belangrijke mate gedomineerd door christendemocraten en liberalen (centrumrechts). Dat komt door de samenstelling van de Europese Raad en van de Europese Raad van Ministers, waarin die stromingen nu eenmaal een overwicht hebben. Die verhouding is evenzeer terug te vinden in de samenstelling van de Europese Commissie. En inmiddels weten we dat ook de vaste voorzitter van de Europese Raad, Tusk, centrumrechts is. Dat Frans Timmermans, ondanks zijn kwaliteiten als politicus en diplomaat, een sterk sturende rol kan gaan spelen in de Commissie-Juncker en of de post 'betere regels' daartoe mogelijkheden biedt, moet nog maar blijken. Zijn collega's in de Commissie zullen hem een rol als 'waakhond' wel echt moeten gunnen en vraag is of je je daarmee populair maakt.

Timmermans zit er overigens niet voor het Nederlandse belang in puur 'nationalistische zin'. Toen het kabinet hem voordroeg wekte het wel die indruk. De voordracht van Timmermans moest in 'ons' belang een zware portefeuille opleveren. Of dat de uitkomst is, is evenzeer de vraag. Maar vraag is ook of dat er nu echt toedoet. Was Kroes op mededinging of 'digitale agenda' nu allereerst in ons belang of veeleer in het belang van de EU als geheel?

Daarom was de voordracht van Timmermans toch het beste wat de Nederlandse regering kon doen. Een goed (of zo u wenst: beter) funcionerende EU is immers wél in ons grootste belang. Dan is een kwalitatief goed Commissielid wel zo nuttig. Maar kwaliteit zegt dus niet alles: Mansholt slaagde, Vredeling faalde. Of Timmermans erin slaagt voor elkaar te krijgen wat hem voor ogen staat, hangt van vele factoren af; zeker ook van politieke. Hij heeft dat succes maar in beperkte mate zelf in de hand.



Andere recente columns