Enquête woningcorporaties: Vestia kreeg doorlopend goede beoordelingen

donderdag 12 juni 2014

DEN HAAG (PDC) - Het betoog van Erik Staal, voormalig directeur-bestuurder van Vestia, stond centraal op dag vijf van de openbare verhoren door de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties. Staal verklaarde altijd binnen de regels en met toestemming van toezichthouders te hebben gehandeld. Toch was een reddingsoperatie van twee miljard euro nodig om Nederlands grootste woningcorporatie te redden.

Dat Erik Staal zo lang zijn gang heeft kunnen gaan bij woningcorporatie Vestia, valt mede te wijten aan goede rapporten van externe deskundigen. De commissie vroeg Staal naar de visie van de interne Raad van Commissarissen (RvC) op het treasurybeleid en de grote derivatenportefeuille: 'De commissarissen baseerden zich op externe adviseurs ... WSW, CFV, ministerie en externe deskundigen waren zeer lovend', aldus de oud-directeur. De eerdere uitspraken van Lugte, oud-lid en oud-voorzitter van de RvC bij Vestia, bevestigden dit beeld. Doordat externe toezichthouders geen alarmerend signaal afgaven, had de RvC geen reden de derivatenportefeuille te onderzoeken: 'Wat je niet weet, weet je niet.', aldus Lugte.

Om deze reden pleitte Gerard Erents, voormalig interim-bestuurder van Vestia, tijdens zijn verhoor voor een 'toezicht met lef en wapens'. Zowel de commissaris als de accountant en de externe toezichtouder moeten het conflict aan durven en kunnen gaan met een corporatie. Erents werd zowel bij Rochdale als Vestia aangetrokken om de rotzooi van oud-bestuurders op te ruimen. Hij benadrukte daarnaast het belang van grenzen aan de omvang van een corporatie en het belang van een systeem met een duidelijke opdracht.

Bron: AD & Aedes