Regeringsprogramma 1948

Het regeringsprogramma van 1948 omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen PvdA, KVP, ARP en CHU en vormde de basis voor het kabinet-Drees II. Centraal stond de heropbouw van Nederland en het op orde brengen van de staatsfinanciën. Het kabinet zette het beleid van kabinet-Drees I voort.

Dit waren een aantal van de belangrijkste richtlijnen uit het regeringsprogramma:

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Sociaal-economisch

  • Het tot stand brengen van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zoals het oplossen van de woningnood, (her)industrialisatie, herstel van infrastructuur en productie, bevordering van export en het opgang brengen van de voedselvoorziening.
  • De prijs- en loonpolitiek stabiel houden.
  • De opbouw van sociale zekerheid met een prioriteit voor een algemene pensioenvoorziening (volksverzekering tegen ouderdom).
  • Introduceren van nieuwe regelingen voor medezeggenschap en ontslagrecht.
  • Nationaliseren van openbare nutsbedrijven, de Nederlandsche Bank en particuliere mijnen, evenals meet staatscontrole op het kredietwezen.
  • Het tot stand brengen van een pensioenvoorziening voor verzetsslachtoffers en hun nabestaanden

2.

Sociaal-cultureel

  • De preambule stelde dat algemeen welzijn, doel van het staatsgezag, alleen kon worden bereikt op basis van algemeen gedeelde geestelijke beginselen, waarvan het Christendom de belangrijkste was.
  • Het herstellen van de tijdens de Bezetting geschokte publieke moraliteit, o.a. via de aanpak van zwarte handel, bestrijding van zedenverwildering, bevordering van zondagsrust, bescherming van de jeugd en gezinspolitiek.

3.

Onderwijs

  • Vernieuwing van het onderwijs, zoals de verdere financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar (middelbaar en hoger) onderwijs.

4.

Veiligheid, defensie en buitenlandse zaken

  • Een effectieve zee-, lucht- en landmacht opbouwen ter bescherming van de nationale en internationale rechtsorde.
  • Introductie van een nieuwe Dienstplichtwet.
  • Zuivering en berechting van politieke delinquenten.

5.

Bestuurlijke vernieuwing


Meer over