Broer van keizer Napoleon die in 1806-1810, tijdens de Franse overheersing van grote delen van Europa, de eerste koning van de eenheidstaat Nederland was. Doordat hij zijn medeleven betuigde bij rampen als de kruitramp in Leiden (1807) en de overstromingen in het rivierengebied (1809) verwierf hij een zekere populariteit bij de bevolking. Zette zich meer in voor de Nederlandse belangen dan zijn broer wenselijk achtte en abdiceerde ten gunste van zijn zoontje. Was nogal wispelturig. Na zijn aftreden in ballingschap in Bohemen en Italië.
functie(s) in de periode 1806-1810: koning van Holland
connétable, lid van de "Grand Conseil d'administration de la Légion d'honneur" na de instelling van het keizerrijk, vanaf december 1804
koning van Holland, van 5 juni 1806 tot 1 juli 1810
letterkundige
officiersrangen
maarschalk, 1804
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Wetenswaardigheden
algemeen
Werd op 23 juni 1806 ingehuldigd door de leden van het Wetgevend Lichaam
Dankte zijn snelle militaire promoties aan zijn broer, maar had weinig belangstelling voor het leger
Stelde bij wet van 13 februari 1807 de Koninklijke Orde van Holland (vanaf november 1807 Orde van de Unie geheten) in
Stichtte in 1808 het Koninklijk Instituut van Wetenschappen
Toonde als koning zijn belangstelling bij rampen, zoals de kruitramp op 12 januari 1807 in Leiden
uit de privésfeer
Was negen jaar jonger dan Napoleon, die vanaf 1791 zijn opleiding ter hand neemt
Had een zwakke lichamelijke en geestelijke gezondheid, leed aan verlammingsverschijnselen aan beide handen en bracht veel tijd door in kuuroorden
Trouwde in 1802 met Hortense de Beauharnais, de dochter van Napoleons vrouw Joséphine. Het huwelijk was ongelukkig.
Trachtte zich als koning de Nederlandse taal meester te maken, maar sprak en schreef steeds een onbeholpen krom-Nederlands
Rechtvaardigde zijn koningschap na 1815 in diverse geschriften en trok hierbij fel van leer tegen Napoleon, wat leidde tot een breuk met zijn familie
anekdotes en citaten
Napoleon zei van hem in zijn Mémoires: "Lodewijk heeft een heldere geest en is niet onaardig, maar een man met zijn karakter kan veel stommiteiten uithalen en veel schade toebrengen".
predicaten/adellijke titels
keizerlijk prins, vanaf 1804
connétable de l'Empire
graaf van Saint-Leu, vanaf 1810
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.