Mr. J.M. (Jan) Kan

• - 

  (adjunct-)commies RLD (Rijksluchtvaartdienst), van 1 juni 1930 tot 1 januari 1938
• - 

  chef afdeling bureau Staats- en Administratief recht (rang: hoofdcommies), afdeling binnenlands bestuur, ministerie van Binnenlandse Zaken, van 1 januari 1938 tot 1945
• - 

  chef afdeling binnenlands bestuur en wetgeving (rang: raadadviseur in algemene dienst), ministerie van Binnenlandse Zaken, tevens plaatsvervangend secretaris-generaal, van 1945 tot 1 juli 1954
• - 

  secretaris-generaal ministerie van Binnenlandse Zaken, van 1 juli 1954 tot 1 oktober 1959
• - 

  lid Raad van State, van 1 oktober 1959 tot 15 januari 1980 (benoemd bij K.B. van 2 juni 1959)

• - 

  secretaris Raad van de Luchtvaart, vanaf januari 1937 (nog in 1947)
• - 

  secretaris commissie van voorbereiding bestuur in Wieringermeer, vanaf juni 1939
• - 

  waarnemend secretaris College van Secretarissen-Generaal, vanaf 1940
• - 

  voorzitter Commissie van advies inzake herziening van de Begrafeniswet (de zgn. Eerste Commissie-Kan), van april 1949 tot 17 mei 1950
• - 

  lid Commissie herziening Provinciale Wet (Commissie-Prinsen), van 22 juni 1949 tot augustus 1954
• - 

  lid adviescommissie administarieve en tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie (Commissie-Van der Grinten), van september 1949 tot 11 november 1950
• - 

  secretaris/lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-Van Schaik), van 17 april 1950 tot 28 januari 1954
• - 

  lid Staatscommissie bestuursvorm grote gemeenten (Staatscommissie-De Quay), van 16 oktober 1952 tot 13 mei 1955
• - 

  voorzitter Commissie tot herziening van de Wet op de lijkbezorging (Tweede Commissie-Kan), van maart 1954 tot 28 augustus 1959 (later tevens over crematiebepalingen)
• - 

  lid commissie territoriale decentralisatie, van 14 september 1954 tot 1 oktober 1959
• - 

  lid Staatscommissie inzake nadere Grondwetswijziging betreffende de buitenlandse betrekkingen (Staatscommissie-Kranenburg), van 1 oktober 1954 tot april 1955
• - 

  lid commissie bestuurlijke problemen Rijnmondgebied (Commissie-Klaasesz), van september 1958 tot juli 1960
• - 

  voorzitter redactie tijdschrift "Bestuurswetenschappen", van 1961 tot 1975
• - 

  kroonlid Academische Raad, van 1 januari 1962 tot 1970
• - 

  voorzitter Commissie van advies inzake algehele herziening van de Wet op de lijkbezorging (Derde Commissie-Kan), van 16 januari 1964 tot 17 mei 1965
• - 

  lid Staatscommissie van Advies inzake de Grondwet/Kieswet (Staatscommissie-Cals/Donner), van 26 augustus 1967 tot 29 maart 1971
• - 

  lid commissie van advies over interdepartementale taakverdeling (Commissie-Van Veen), van 3 december 1969 tot 1971
• - 

  lid Raad van Toezicht N.V. DOA (Dienstverlening overheidsadministratie)
• - 

  redacteur "Nederlandse Juristenblad"
• - 

  voorzitter Raad van Beroep Uitvoercontrole-Instellingen
• - 

  (tijdelijk) hoofdredacteur tijdschrift "De Gemeentestem", van 1975 tot 1985
• - 

  lid redactie tijdschrift "De Gemeentestem", vanaf 1986

• - 

  gymnasium te 's-Gravenhage

• - 

  Nederlands recht, Rijksuniversiteit Leiden, tot 21 juni 1929 (liep vanwege ziekte geen colleges, maar studeerde bij repetitoren)

• - 

  De universiteiten van Groningen, Rotterdam en Utrecht (tweemaal) boden hem professoraten aan, waarvoor hij echter bedankte. Nijmegen bood hem een eredoctoraat aan, waarvoor hij eveneens bedankte. Hij vond zichzelf een jurist van de praktijk en geen geleerde.

• - 

  Broer van Wim Kan, cabaretier

• - 

  Wie is dat? 1956
• - 

  Marc Chavannes, "Mr. J.M. Kan neemt afscheid van de Raad van State. 'Ik heb mijn geld verdiend met het zoeken naar compromissen'", NRC Handelsblad, 12 januari 1980
• - 

  D. Hillenius, "Mr. J.M. Kan (1905). De jurist die geen hooggeleerde wilde zijn", in: "Verhalen. 150 jaar De Gemeentestem", 55
• - 

  D. Hillenius, "In Memoriam Mr. J.M. Kan", in: VNG-Magazine, nr.3, 2002

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.