bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Friese edelman, die met steun van zijn vader in 1802 drost werd (later baljuw geheten) in het zuidelijke deel van Friesland en die ook in de Franse tijd op provinciaal niveau bestuurlijk actief bleef. Kreeg in 1814 zitting in de Notabelenvergadering en was daarna korte tijd lid van Gedeputeerde Staten. Vanaf 1815 tien jaar Tweede Kamerlid. Hij was toen tevens grietman van Lemsterland.
regeringsgezinden ten tijde van Willem I
functie(s) in de periode 1814-1815: lid notabelenvergadering, lid Tweede Kamer