Ir. J.A. Kalff

foto Ir. J.A. Kalff
bron: Nederlandse Spoorwegen

Deftige liberale heer, die als minister van Waterstaat in het tweede kabinet-Colijn weloverwogen opereerde. Aan hem werd belangrijke invloed toegedicht op de conservatief-liberale economische politiek van het crisiskabinet. Was voor hij minister werd jarenlang directeur van spoorwegmaatschappijen en topman van de nieuwgevormde Nederlandse Spoorwegen. Overleed binnen twee jaar ministerschap. Was meer ondernemer dan politicus. Gaf korte, bondige antwoorden en was uiterlijk nogal onbewogen, maar ook energiek en hoffelijk, en werd door Kamerleden als persoon gewaardeerd.

Vrijheidsbond
in de periode 1933-1935: minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Voornamen

Jacob Adriaan

2.

Personalia

geboorteplaats en -datum
Zwolle, 27 april 1869

overlijdensplaats en -datum
Wassenaar, 13 januari 1935

begraafplaats en -datum
Driehuis-Westerveld, 17 januari 1935

3.

Partij/stroming

partij(en)
Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond"

4.

Hoofdfuncties/beroepen (3/10)

  • tijdelijk hoofddirecteur N.V. Nederlandsche Fabriek "Werkspoor" te Amsterdam, van november 1930 tot januari 1932
  • voorzitter Ondernemersraad voor Nederlands-Indië, van 29 januari 1932 tot 26 mei 1933
  • minister van Waterstaat, van 26 mei 1933 tot 13 januari 1935

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

5.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

6.

Nevenfuncties (2/31)

  • lid commissie van advies nopens bevordering van de economische samenwerking tussen Nederland en Nederlandsch-Indië, vanaf september 1932
  • lid adviescommissie handelspolitiek

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

7.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

8.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Diende in 1934 een ontwerp-Wegenverkeerswet in ter vervanging van de Motor- en Rijwielwet 1905. Het voorstel werd in 1935 door minister Van Lidth de Jeude in het Staatsblad gebracht.
  • Besloot in 1934 tot een loonsverlaging bij de spoorwegen, waartegen zowel vakbonden als directie tevergeefs protesteerden

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1934 samen met minister Oud de Wet inzake instelling van een Verkeersfonds tot stand. Dit fonds verving het Wegenfonds en was bedoeld voor overheidssteun aan alle soorten van vervoer, zowel over de weg als over spoor en water. Het fonds werd onder meer gevoed uit verhogingen van de motorrijtuigen- en rijwielbelasting.
  • Bracht in 1934 de Wrakkenwet (Stb. 401) tot stand, die bepalingen bevat over het opruimen van vaartuigen en andere voorwerpen die in openbare wateren zijn gestrand of gezonken. De beheerder van een vaarwater of waterstaatswerk is bevoegd wrakken op te ruimen, zo nodig op kosten van de eigenaar. Hiermee wordt de doorvaart gewaarborgd en moet verhaal van de schade worden vereenvoudigd.

9.

Wetenswaardigheden

uit de privésfeer
  • Overleed aan een tijdens een dienstreis opgelopen longontsteking

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Buitenlandse Zaken, 1933 (geweigerd)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

In het digitale biografisch archief van PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie van deze pagina aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, opleiding en wetenswaardigheden. Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.