RKSP
functie(s) in de periode 1937-1959: minister, lid Raad van State, secretaris-generaal
Personalia
voornamen (roepnaam)
Johannes Regnerus Maria (Jan)
geboorteplaats en -datum
Utrecht, 9 mei 1894
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 19 maart 1959
Hoofdfuncties/beroepen (7/9)
- hoofdcommies afdeling staats- en volkenrecht, strafrecht en strafvordering, ministerie van Justitie, van 1 juli 1927 tot 1 oktober 1930
- referendaris Bureau C (politie), afdeling staats- en volkenrecht, strafrecht en strafvordering, ministerie van Justitie, van 1 oktober 1930 tot 1934
- hoofd (rang: administrateur) vijfde afdeling (politievraagstukken), ministerie van Justitie, van 1934 tot 1 december 1937
- secretaris-generaal ministerie van Justitie, van 1 december 1937 tot 21 februari 1942 (sinds 14 mei 1940 te Londen)
- minister van Justitie, van 21 februari 1942 tot 11 juli 1944
- secretaris-generaal ministerie van Justitie, van 11 juli 1944 tot 1 november 1945
- lid Raad van State, van 6 november 1945 tot 19 maart 1959 (benoemd bij K.B. van 8 oktober 1945)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/6)
- voorzitter curatorium "Haagsch Lyceum"
- lid curatorium "Collegium Musicum Ultrajectinum"
- lid bestuur Nationaal Comité "Handhaving Rijkseenheid", van 14 december 1946 tot februari 1950
- lid Raad van Commissarissen N.V. "Van den Bergh's en Jurgens", vanaf september 1947
afgeleide functies, presidia etc. (4/6)
- lid afdeling Sociale Zaken (en Volksgezondheid) (Raad van State)
- lid afdeling Binnenlandse Zaken (Raad van State)
- lid afdeling Handel en Nijverheid (Raad van State)
- lid afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (Raad van State)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (wetgeving)
- Vaardigde in 1943 het Besluit Buitengewoon Strafrecht (Stb. D 61) uit, waarbij onder meer de doodstraf voor een aantal tijdens de oorlog begane delicten werd ingevoerd. Ook personen die de bezetter hadden geholpen bij het opsporen en vervolgen van joden en verzetsdeelnemers konden in bepaalde gevallen de doodstraf krijgen.
- Vaardigde in 1943 het Besluit Buitengewone Rechtspleging (Stb. D 62) uit, waarbij Bijzondere Gerechtshoven en de Bijzondere Raad van Cassatie werden ingesteld. In een ander KB (Stb. D 64) werd de mogelijkheid van gratie voor de bijzondere rechtspleging nader geregeld.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Maakte enige malen deel uit van de Nederlandse delegatie bij de Volkenbond in Genève inzake de bestrijding van de handel in verdovende middelen
- Werd tot minister benoemd om als gelijkwaardige mee te kunnen spreken in een ministeriële commissie over het terugkeerbeleid
- Trad af als minister vanwege een conflict over de bevoegdheden van de minister op het terrein van de politie in de overgangstijd na afloop van de oorlog
uit de privésfeer
- Promoveerde bij prof. B.Ch. de Savornin Lohman
anekdotes en citaten
- Het conflict over de naoorlogse politieorganisatie bracht de koningin ertoe hem enige tijd te negeren. Na de begrafenis van twee bij een bombardement omgekomen marechaussees draaide de koningin zich bij het verlaten van de begraafplaats om toen hij haar wilde groeten.
niet-aanvaarde politieke functies
- minister van Justitie, februari 1945 (geweigerd)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- C. Fasseur, "Angeren, Johannes Regnerus Maria van (1894-1959)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 10
- L. de Jong "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel IX (eerste helft), 343
- Wie is dat? 1938, 1956
archivalia
collectie-Van Angeren, Nationaal Archief
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.