KVP
functie(s) in de periode 1950-1977: minister, viceminister-president, lid Raad van State, Gouverneur van Nederlandse Antillen
Personalia
voornamen (roepnaam)
Antoon Arnold Marie (Teun)
geboorteplaats en -datum
Breda, 27 december 1906
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 1 december 1977
Partij/stroming
partij(en)
- RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij), tot 22 december 1945
- KVP (Katholieke Volkspartij), vanaf 22 december 1945
Hoofdfuncties/beroepen (9/16)
- lid tijdelijke gemeenteraad van Breda, van november 1945 tot 2 september 1946
- lid gemeenteraad van Breda, van 2 september 1946 tot 10 juli 1950
- minister van Justitie, van 10 juli 1950 tot 15 maart 1951
- Gouverneur van de Nederlandse Antillen, van 1 juni 1951 tot 26 oktober 1956 (benoemd bij K.B. van 13 april 1951)
- minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en viceminister-president, van 29 oktober 1956 tot 19 mei 1959 (benoemd bij K.B. van 26 oktober 1956)
- minister van Justitie ad interim, van 22 december 1958 tot 19 mei 1959
- lid Raad van State, van 1 november 1959 tot 22 november 1966 (benoemd bij K.B. van 17 september 1959)
- minister van Justitie, van 22 november 1966 tot 5 april 1967
- lid Raad van State, van 16 april 1967 tot 1 december 1977 (benoemd bij K.B. van 12 april 1967)
gevangenschap/internering
geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, van mei 1942 tot januari 1944
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/18)
- lid Raad van Commissarissen bouwbedrijf BOZ (Bergen op Zoom)
- lid Raad van Commissarissen N.V. Electrotechniek
- lid Raad van Commissarissen Contactcommissie Onroerende Zaken
- voorzitter Katholieke Vereniging Bejaardentehuizen
afgeleide functies, presidia etc. (4/5)
- lid afdeling Justitie (Raad van State)
- lid afdeling Economische Zaken (Raad van State)
- lid afdeling Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (Raad van State)
- lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig) (5/7)
- Diende in 1956 samen met minister Witte een wetsvoorstel over bevordering van een evenwichtige ontwikkeling in het gebied van de IJmond, waarbij onder meer een Raad voor de IJmond zou worden ingesteld. Het wetsvoorstel werd in 1959 ingetrokken. (4.553)
- Schrapte in november 1957 de bepaling uit het Algemeen Rijksambtenarenreglement dat huwende ambtenaressen ontslag krijgen (K.B. 527). De wijziging ging per 1 januari 1958 in.
- Voerde in 1958 de noodwachtplicht in voor dienstplichtigen zonder mobilisatiebestemming (buitengewoon dienstplichtigen)
- Diende in 1959 een wetsvoorstel tot herziening van de Provinciewet in. Dit voorstel werd in 1962 door zijn opvolger in het Staatsblad gebracht. (5.460)
- Belangrijke benoemingen tijdens zijn ministerschap op Binnenlandse Zaken: Bloemers (VVD, Commissaris van de Koningin in Gelderland); Van Hall (PvdA, burgemeester van Amsterdam), Kolfschoten (KVP, burgemeester van 's-Gravenhage), Van Rooy (KVP, burgemeester van Eindhoven); Rutgers (ARP, vicepresident van de Raad van State)
als bewindspersoon (wetgeving) (5/8)
- Bracht in 1957 samen met minister Samkalden de Politiewet (Stb. 244) tot stand, die de politie verdeelde in gemeentepolitie (voor gemeenten van boven de 25.000 inwoners en aangewezen gemeenten) en rijkspolitie, en die regels bevatte over de rechtspositie, tucht en benoemingsvereisten van politieambtenaren, en over de taken en bevoegdheden van de politie. Het wetsvoorstel was in 1953 ingediend door de ministers Beel en Donker. (3.525)
- Bracht in 1958 een wet tot stand waardoor het lidmaatschap van de gemeenteraad werd opengesteld voor onder meer onderwijzers in het bijzonder onderwijs (niet voor onderwijzers van openbare scholen, omdat die een dienstbetrekking met de gemeente hebben) (4.350)
- Bracht in 1958 de wet nadere regeling van de wettelijke tijd (Stb. 352) tot stand. De tijdens de Bezetting ingevoerde Midden-Europese tijd blijft daardoor definitief gehandhaafd. De tijdwetten uit 1908 en 1918 worden ingetrokken. (4.798)
- Bracht in 1959 wetten tot stand inzake de vereniging van de gemeenten Opmeer en Spanbroek, van de gemeenten Roermond en Maasniel en tot wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Gelderland waardoor de splitsing van Stichts en Gelders Veenendaal ophield te bestaan
- Bracht in 1967 als minister van Justitie een nieuwe Uitleveringswet in het Staatsblad (Stb. 139). Deze nieuwe wet sluit beter aan bij de ontwikkelingen in het internationale recht. Uitgangspunt is dat uitlevering alleen geschiedt krachtens een verdrag. Nederlanders worden niet uitgeleverd. Uitlevering vindt slechts in een beperkt aantal gevallen plaats (bijvoorbeeld als sprake is geweest van inbreuk op de rechtsorde van de verzoekende staat) en als aan bepaalde randvoorwaarden is voldaan. Het wetsvoorstel was in 1966 ingediend door zijn voorganger Samkalden. (8.054)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
Wetenswaardigheden
algemeen (5/6)
- Was in juni 1950 beoogd voorzitter van de Mijnindustrieraad, maar zijn benoeming tot minister doorkruiste dit
- Weigerde in 1956 als Gouverneur van de Antillen een benoeming van mr. S.W. van der Meer tot minister van Justitie te ondertekenen, omdat Van der Meer niet zijn advocatenpraktijk wilde opgeven. Na interventie van minister Beel werd een oplossing gevonden, waardoor de positie van Struycken als Gouverneur was verzwakt. Hem werd nadien te verstaan gegeven dat hij eervol ontslag zou krijgen als Gouverneur. Een door minister Staf in combinatie daarmee aangeboden wachtgeldregeling wees hij echter af.
- Werd in 1956 op Sicilië beëdigd als minister, alwaar de koningin vakantie hield
- Kreeg in 1956 als minister Norbert Schmelzer 'naast' zich als staatssecretaris en economisch adviseur
- Werd in 1959 gepasseerd voor de functie van Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, omdat zowel bij ministers als bij de koningin bezwaren tegen hem bestonden. Hij werd toen benoemd in de Raad van State.
anekdotes en citaten
- Hij had in december 1958 na de val van het vierde kabinet-Drees de regeringsverklaring die hij als opvolger van Drees meende te gaan afleggen al gereed. Na verzet van koningin Juliana en van KVP-kopstukken werd Beel echter de nieuwe premier. Struycken kon zijn concept-tekst toen in de prullenmand gooien.
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- J. Bosmans, "Struiken, Anton Arnold Marie (1906-1977)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 546
- J.C.F.J. van Merriënboer en P.P.T. Bovend'Eert, "Het rustige tuintje van rechter Wijers", in: P.F. Maas, "Het kabinet-Drees-Van Schaik, 1948-1951", band B, 502-504
- J. Ramakers, "'Alhoewel ik in staat zou zijn geweest ze persoonlijk dood te trappen...'. Oud-minister Struycken over zijn rol in het gratiebeleid jegens ter dood veroordeelde misdadigers", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2003
- Wie is dat? 1956
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.