Schaepmaniaan, Rooms-Katholieken, Algemeene Bond (RKSP)
functie(s) in de periode 1884-1924: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister
Personalia
voornamen (roepnaam)
Maximilien Joseph Caspar Marie
geboorteplaats en -datum
Dordrecht, 9 maart 1853
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 19 februari 1924
Partij/stroming
stroming(en)
- R.K. (Rooms-Katholieken)
- Schaepmanniaan
partij(en)
RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij)
Hoofdfuncties/beroepen (13/16)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 mei 1884 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Nijmegen)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Nijmegen)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Nijmegen)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Nijmegen)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Rheden)
- lid gemeenteraad van 's-Gravenhage, van 25 april 1893 tot 12 februari 1908 (gekozen in district I)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1894 tot 12 februari 1908 (voor het kiesdistrict Rheden)
- voorzitter R.K.-Kamerclub, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 maart 1903 tot 12 februari 1908
- lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 3 juli 1907 tot 12 februari 1908 (voor het kiesdistrict Rotterdam III)
- minister van Financiën, van 12 februari 1908 tot 29 augustus 1913
- lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 7 november 1913 tot 19 februari 1924 (1913-1919 voor het kiesdistrict Delft)
- lid Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van 7 november 1913 tot 19 februari 1924
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 januari 1916 tot 19 februari 1924 (1916-1918 voor het kiesdistrict Nijmegen)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/8)
- lid Staatscommissie onderzoek naar de financiële toestand van de gemeenten (Staatscommissie-Godin de Beaufort/Van Nierop), van 7 juli 1903 tot november 1906
- lid Staatscommissie inzake de financiële verhouding tussen Rijk en Gemeente (Staatscommissie-Van Lynden van Sandenburg), van augustus 1921 tot 19 februari 1924
- voorzitter commissie van advies inzake het aandeel van gemeenten in de opbrengst der oorlogswinstbelasting, omstreeks 1922
- voorzitter Raad van Commissarissen "Residentiebode"
afgeleide functies, presidia etc. (4/14)
- voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIIb (Financiën) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1919 en 1920)
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1920 tot september 1920
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1921 tot januari 1922
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juli 1922 tot september 1922
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter Katholieke Garde
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Was financieel-woordvoerder van de Katholieken in de Tweede Kamer. Sprak verder onder meer over waterstaatszaken en binnenlands bestuur.
opvallend stemgedrag (2/9)
- In 1921 stemden hij, Van Vuuren en Van Wijnbergen als enigen van de R.K.-fractie tegen het (verworpen) wetsartikel over een nieuwe procedure voor grondwetsherziening
- Behoorde in 1923 tot de vier leden van zijn fractie die tegen een (aangenomen) initiatiefwetsvoorstel-Sannes stemden over aanvulling van de Invaliditeitswet
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Voerde in 1908 een belasting op motorrijtuigen in (wijziging van de Wet op de personele belasting)
- Diende in 1911 een ontwerp-wet Heffing eener inkomstenbelasting in, om daarmee nieuwe uitgaven voor sociale zekerheid en onderwijs te kunnen financieren
- Diende in 1911 een ontwerp-Tariefwet in, tot beperking van de vrijhandel; het ontwerp werd, mede door obstructie van de oppositie, niet afgehandeld
als bewindspersoon (wetgeving)
- Bracht in 1911 een herziening van de Successiewet tot stand, waardoor erfenis in rechte lijn progressief werden belast. De successierechten werden verhoogd. Het overgangsrecht op effecten werd afgeschaft.
- Bracht in 1912 de Bedrijvenwet tot stand, die staatsbedrijven onder het toezicht van de Algemene Rekenkamer bracht
- Bracht in 1912 samen met minister Colijn een wet tot stand waardoor de artillerie-inrichtingen werden aangewezen als staatsbedrijf
- Bracht in 1913 de Grootboekwet tot stand. Deze geeft regels voor de Grootboeken der Nationale Schuld, waarin de schulden worden ingeschreven, waarvan op de vervaldagen renten betaalbaar zijn aan de houders van rentebewijzen aan toonder. De wet geeft regels voor het beheer, in- en overschrijving van schulden en over de rentebetaling(en).
Wetenswaardigheden
algemeen
- Behoorde in 1891 niet tot de ondertekenaars van een manifest van 14 conservatief-katholieke Tweede Kamerleden
- Medeoprichter van de Algemeene Bond van Roomsch-Katholieke Kiesvereenigingen
- Werd in september 1905, 1906 en 1907 als tweede op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst
- Werd op 19 februari 1924 in de Tweede Kamer herdacht. Namens het kabinet sprak daarbij minister-president Ruijs de Beerenbrouck.
uit de privésfeer
- Zijn latere collega's Bevers, tevens later zijn zwager, en Nelissen waren klasgenoten in Katwijk en jaargenoten in Leiden
- Zijn broer was gehuwd met een zus van zijn echtgenote
- Zijn echtgenote, dochter van een arts, kwam uit Emmerik (Dld.)
anekdotes en citaten
- Toen hij in 1884 met zijn 31 jaar als jongste Kamerlid naast dr. Schaepman kwam te zitten, werd hij door een parlementair journalist omschreven als 'een rekruut naast de generaal'.
verkiezingen (5/9)
- Versloeg in 1897 P. van Vliet jr. (arp)
- Versloeg in 1901 B. Cuperus (lib.)
- Versloeg in 1905 K. Eland (ul)
- Versloeg in 1916 bij een tussentijdse verkiezing in het district Nijmegen L.M. Hermans (sdap)
- Werd in 1917 bij enkelvoudige kandidaatstelling gekozen
niet-aanvaarde politieke functies
- minister van Binnenlandse Zaken, 1901 (ging niet door vanwege bezwaren van de Nederlandse bisschoppen)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- Mr. Antonio, "Mr. Kolkman", Parlementaire Portretten, Nieuwe Reeks CCXXIV, De Telegraaf, 19 maart 1904
- C.K. Elout, "De Heeren in Den Haag" (2e reeks, 1909), 43
- J.P. Gribling, "Kolkman, Maximilien Joseph Caspar Marie (1853-1924)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 315
- H. Beekelaar, "Het Suikerpotje van Kolkman. Minister mr. M.J.C.M. Kolkman en de staatsfinanciën", in: D.Th. Kuiper en G.J. Schutte (red.), "Het kabinet-Heemskerk 1908-1913" (2010), 105
- Onze Afgevaardigden, 1897, 1901 en 1905
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.