Dr. H.F.R. Hubrecht

• - 

  leraar Technische School te Utrecht, van 1865 tot 1868
• - 

  leraar Hogere Burgerschool met vijfjarige cursus te Rotterdam, van 1866 tot 1868
• - 

  directeur Openbare Handelsschool te Amsterdam, van 1868 tot 1888
• - 

  directeur Amstel-Hotel Maatschappij, vanaf 1872
• - 

  directeur administratiekantoor "Hubrecht, Van Harencarspel & Vas Visser" te Amsterdam, vanaf 1881
• - 

  directeur Nederlandsche Bell-Telefoon Maatschappij te Amsterdam, van 1888 tot 1896
• - 

  lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 6 juli 1898 tot 4 juli 1923 (1898-1919 voor het kiesdistrict Amsterdam I)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1901 tot 17 september 1918 (voor het kiesdistrict Amsterdam I)
• - 

  lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 16 juli 1918 tot 4 juli 1923

• - 

  voorzitter Liberale kiesvereniging "Vooruitgang" te Amsterdam
• - 

  tweede ondervoorzitter Kamerclub Liberale Unie, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 5 oktober 1905 tot 21 september 1909
• - 

  ondervoorzitter Kamerclub Liberale Unie, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 27 september 1909 tot 17 september 1918

• - 

  secretaris Comité voor afschaffing van het dagbladzegel, omstreeks 1867
• - 

  lid bestuur (Koninklijk) Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, vanaf 1873 (medeoprichter)
• - 

  redacteur tijdschrift "Eigen Haard", van 1874 tot 1879
• - 

  voorzitter Vereeniging voor Handelsonderwijs (oprichter)
• - 

  lid commissie belast met het afnemen der examens voor de betrekking van leering-consul, vanaf 29 mei 1875 (nog in 1899)
• - 

  lid (vicevoorzitter) Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam, vanaf 1889 (nog in 1917)
• - 

  lid Staatscommissie inzake de toegang van Nederland door het Noordzee-kanaal (Staatscommissie-Kraus), van 13 augustus 1909 tot september 1911
• - 

  ondervoorzitter Raad van Beheer Vereeniging "Koloniaal Instituut" te Amsterdam, van 1910 tot 1918
• - 

  lid hoofdbestuur ANV (Algemeen Nederlandsch Verbond), omstreeks 1914
• - 

  voorzitter Raad van Beheer Vereeniging "Koloniaal Instituut" te Amsterdam, van 1918 tot 1 augustus 1926
• - 

  voorzitter Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam, omstreeks 1918
• - 

  lid Raad van Beroep voor de directe belastingen te Amsterdam

• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van mei 1906 tot september 1906
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1907 tot februari 1908
• - 

  voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk III (Buitenlandse Zaken) 1909 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1913 tot november 1913
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1915 tot februari 1916
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juli 1917 tot november 1917

• - 

  technische school te Utrecht

• - 

  scheikunde (niet voltooid), Rijksuniversiteit Groningen (lessen van Prof. Kerckhoff)
• - 

  scheikunde (gepromoveerd), Universiteit van Heidelberg, tot 1864

• - 

  Sprak in de Tweede Kamer veelal over posterijen (telefonie), consulaten en scheepvaartzaken

• - 

  Behoorde in 1909 tot de minderheid van de Unie-liberalen die tegen een motie-Schaper stemde, waarin om wettelijke regeling van de arbeidsduur werd gevraagd
• - 

  Behoorde in 1916 tot de minderheid van de Unie-liberalen die tegen een motie-Schaper stemde waarin koppeling van een pensioenbelasting en een ouderdomspensioen werd afgewezen. Aanneming van de motie was voor Treub reden om af te treden.

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.

• - 

  Had in 1883 een groot aandeel in de inrichting van de koloniale wereldtentoonstelling in Amsterdam
• - 

  Zette zich in voor oprichting van een leerstoel aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam voor Indische land- en volkenkunde
• - 

  Richtte in 1910 met J.Th. Cremer het Koloniaal Instituut te Amsterdam op. Doneerde twee keer een half miljoen gulden voor de inrichting van het museum.
• - 

  Zette zich in Amsterdam in voor de openbare leeszaal en bibliotheek
• - 

  Zijn moeder overleed in 1847, toen hij nog geen drie was

• - 

  Versloeg in 1905 D.Schut (arp)
• - 

  Versloeg in 1909 J.N. Hendrix (r.k.)
• - 

  Versloeg in 1913 na herstemming J.W. Smit (r.k.)
• - 

  Versloeg in 1917 W. Heineken (comité anti-grondwetsherziening)
• - 

  Was in 1918 geen kandidaat meer

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

• - 

  Levensbericht door D.E. Lioni, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1926/7, 86
• - 

  "Het Vaderland", 2 aug. 1926
• - 

  H. van Felius en H.J. Metselaars, "Noordhollandse Statenleden 1840-1919"
• - 

  Onze Afgevaardigden, 1901, 1905, 1909 en 1913
• - 

  Ned. Patriciaat, 1982

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.