Jhr.Mr. K.A. Godin de Beaufort

foto Jhr.Mr. K.A. Godin de Beaufort
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer

Conservatieve antirevolutionair uit een Utrechts adellijk geslacht van landheren en regenten. Was voor hij Tweede Kamerlid werd alleen hoogheemraad, raadslid in Utrecht en Statenlid. Werd in 1888 zonder veel enthousiasme minister van Financiën in het Coalitiekabinet-Mackay. Gaf in die functie geen blijk van een grote werklust en bracht nauwelijks belangrijke financiële wetgeving tot stand. Nadien - als vrij-antirevolutionair - Eerste Kamerlid. Woonde op kasteel Maarsbergen.

Vrij-AR, CHP, CHU, antirevolutionair, ARP
in de periode 1882-1910: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Karel Antonie

wijziging in naam en/of titulatuur
Jhr. K.A. de Beaufort, van 16 januari 1850 tot 29 april 1856

geboorteplaats en -datum
Utrecht, 16 januari 1850

overlijdensplaats en -datum
Maarsbergen (gem. Maarn), 7 april 1921

begraafplaats en -datum
Maarsbergen, familiegraf bij Kasteel Maarsbergen, 11 april 1921

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 1896
  • VAR (Vrij-Antirevolutionaire Partij), van 1897 tot 16 april 1903
  • CHP (Christelijk-Historische Partij), van 16 april 1903 tot 9 juli 1908
  • CHU (Christelijk-Historische Unie), vanaf 9 juli 1908

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • landeigenaar te Maarsbergen
  • lid Provinciale Staten van Utrecht, van 6 juli 1881 tot 20 april 1888 (voor het kiesdistrict Amerongen)
  • lid gemeenteraad van Utrecht, van 6 september 1881 tot 21 april 1888
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 november 1882 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Gouda)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Gouda)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Gouda)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Gouda)
  • minister van Financiën, van 21 april 1888 tot 21 augustus 1891
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1893 tot 23 juli 1904 (voor Zeeland)
  • dijkgraaf Hoogheemraadschap van de Lekdijk Benedendams en de IJsseldam, van 1 december 1898 tot 1916
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1904 tot 1 november 1910 (voor Zeeland)

4.

Nevenfuncties (2/7)

  • voorzitter Staatscommissie onderzoek naar de financiële toestand van de gemeenten, van 7 juli 1903 tot januari 1906
  • hoofdingeland waterschap Langbroek, omstreeks 1904

afgeleide functies, presidia etc. (2/9)
  • lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van maart 1907 tot december 1907
  • lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van maart 1908 tot december 1908

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër
  • Sprak in de Tweede Kamer met name over financiële onderwerpen, over handel en over kiesrechtzaken
  • Sprak in de Eerste Kamer enkele malen over financiële onderwerpen

opvallend stemgedrag (0/3)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Het door hem in 1889 verdedigde wetsvoorstel tot instelling van een consignatiekas werd in de Eerste Kamer met 40 tegen 2 stemmen verworpen. Volgens tegenstanders werden bankbiljetten tot wettig betaalmiddel gemaakt en was er strijdigheid met de Grondwet.

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1888 een wet tot verlenging en wijziging van het aan De Nederlandsche Bank verleende octrooi tot stand. Het in 1863 aan de Nederlandsche Bank verleende octrooi om als circulatiebank op te treden, werd opnieuw met 25 jaar verlengd. Verder werd het kapitaal van de Bank vergroot. De Bank kreeg de bevoegdheid om dat kapitaal deels in solide effecten te beleggen en om wisselbrieven en ander handelspapier te kopen en verkopen. De Staat kreeg een aandeel in de winsten die de Bank maakte boven de gewone kapitaalrente. Het wetsvoorstel was in 1886 ingediend door minister Bloem.
  • Bracht in 1890 samen met minister Godin de Beaufort een wet tot stand ter bekrachtiging van overeenkomsten met de NRS (Nederlandsche Rhijnspoorwegmaatschap), de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de HIJSM (Hollandsche IJzeren Stoomwegmaatschappij). De wet bepaalde door welke maatschappij lijnen zouden worden geëxploiteerd. De lijnen van de NRS werden aan de SS gegund en lijnen van SS en HIJSM herverdeeld.
  • Bracht in 1890 de Pensioenwet voor burgerlijke ambtenaren tot stand, die een pensioenvoorziening regelde voor ambtenaren, en hun weduwen en wezen. Er werd een pensioenraad voor burgerlijke ambtenaren ingesteld, die de aanvragen voor pensioen beoordeelde. Er kwam ook een wet voor pensioenen aan weduwen en wezen van ambtenaren. Het Weduwen- en wezenfonds voor burgerlijke ambtenaren werd beheerd door vijf koninklijke commissarissen.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • In 1889 stemden alle liberale Tweede Kamerleden tegen zijn begroting
  • Werd op 9 november 1892 bij een tussentijdse verkiezing tot Statenlid gekozen, maar nam geen zitting meer vanwege zijn verkiezingen tot Eerste Kamerlid in juli 1893
  • Nam in november 1910 ontslag als Eerste Kamerlid, vanwege langdurige ziekte en afwezigheid

uit de privésfeer
  • Zijn vader was gemeenteraadslid van Utrecht, lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht en curator van de Hogeschool te Utrecht
  • W.A.A.J. baron Schimmelpenninck van der Oye, Eerste Kamerlid, was een aangetrouwde neef van zijn echtgenote

verkiezingen (3/7)
  • Was in 1894 bij de algemene verkiezingen in het district Amersfoort verliezend anti-Takkiaans Tweede Kamerkandidaat
  • Werd in 1902 bij de periodieke verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Zeeland met 22 van de 39 stemmen herkozen. Jhr. J. Röell kreeg tien stemmen.
  • Werd in 1904 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Zeeland met 24 van de 39 stemmen herkozen

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • A.Th. van Deursen, "Beaufort, jhr. Karel Antonie de (1850-1921)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel IV, 20
  • M. Mens-Hess, scriptie Staatkundig-Historische Studiën, RU Leiden (1980)
  • Onze Afgevaardigden, 1905, 1909

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.