K. Eland

foto K. Eland
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Onze Afgevaardigden

Bekwame en beminnelijke genie-officier, die er als minister van Oorlog in het kabinet-Pierson in slaagde de plaatsvervanging bij de dienstplicht af te schaffen. Zijn legerhervorming strandde echter, omdat de Tweede Kamer een kortere oefentijd wenste. Hij bleek toch meer technocraat dan staatsman te zijn. Was voor hij minister werd commandant van de Stelling van Amsterdam. Vanaf 1905 een niet zo opvallend, maar wel zeer plichtsgetrouw Tweede Kamerlid, zowel in de plenaire vergaderingen als in de afdelingen. Hield zich ook toen alleen met militaire zaken bezig. Bleef tot zijn 79ste lid.

Liberale Unie
functie(s) in de periode 1897-1918: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Kornelis

geboorteplaats en -datum
Klundert (N.Br.), 15 september 1838

overlijdensplaats en -datum
Utrecht, 8 augustus 1927

2.

Partij/stroming

partij(en)
Liberale Unie

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • officier bij de eerste inspectie van fortificatiën te Utrecht
  • docent KMA (Koninklijke Militaire Academie) te Breda, van 1867 tot 1869
  • stafofficier, bataillon mineurs en sappeurs te Nijmegen, van september 1869 tot 1 oktober 1872
  • docent KMA (Koninklijke Militaire Academie) te Breda, vanaf 1 oktober 1872 (nog in 1875)
  • adjunct-chef Staf van de kamperende troepen te Millingen, van augustus 1874 tot september 1874
  • stafofficier der genie te Willemstad, tot september 1878
  • directeur Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, van 1 oktober 1878 tot 16 april 1891
  • docent versterkingskunst, telegraaf en spoorwegwezen, Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage
  • Commandant van de Stelling van Amsterdam, van 16 april 1894 tot 31 juli 1897
  • minister van Oorlog, van 31 juli 1897 tot 1 april 1901
  • minister van Marine ad interim, van 22 december 1897 tot 12 januari 1898 (na het aftreden van minister Jansen)
  • gepensioneerd, 1 augustus 1902
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1905 tot 17 september 1918 (voor het kiesdistrict Arnhem)

officiersrangen
  • tweede luitenant der genie, van 1 augustus 1858 tot 1 september 1860
  • eerste luitenant der genie, van 1 september 1860 tot 1 oktober 1868
  • kapitein der genie, van 1 oktober 1868 tot 1 oktober 1878
  • majoor der genie, van 1 oktober 1878 tot 1 maart 1883
  • luitenant-kolonel, van 1 maart 1883 tot 1 april 1891
  • kolonel, van 1 april 1891 tot 16 maart 1894
  • generaal-majoor, van 16 maart 1894 tot 1 augustus 1898
  • luitenant-generaal, van 1 augustus 1898 tot 1 augustus 1902

4.

Partijpolitieke functies

overzicht
  • lid hoofdbestuur Liberale Unie, 1912

5.

Nevenfuncties

afgeleide functies, presidia etc.
  • voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIII (Oorlog) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1906 en 1907)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1908 tot november 1908
  • lid Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 28 september 1909 tot 16 september 1913
  • voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1911 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van mei 1911 tot september 1911
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van maart 1914 tot september 1914
  • voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1915 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1914 tot januari 1915
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1916 tot september 1916
  • voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIII (Oorlog) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1917 en 1918)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1917 tot juli 1917

6.

Opleiding

hoger beroepsonderwijs
  • officiersopleiding KMA (Koninklijke Militaire Academie) te Breda, tot 1858

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Sprak in de Tweede Kamer vrijwel uitsluitend over militaire aangelegenheden

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Kwam met wetsvoorstellen inzake de legerhervorming (wijziging Militiewet, herziening van de legerorganisatie, instelling van de Landweer en afschaffing van de schutterij).
  • Besloot in 1898 tot definitieve verplaatsing van de Artillerie Inrichting van Delft naar Hemburg (Zaandam)
  • Verzette zich in de Tweede Kamer tegen voorstellen tot bezuinigingen op bouwactiviteiten voor de Stelling van Amsterdam

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1898 samen met Goeman Borgesius een wijziging van de Militiewet tot stand, waardoor de plaatsvervanging bij de militie (remplacering) werd afgeschaft en de persoonlijke dienstplicht ingevoerd. Het stelsel van loting ter bepaling van wie werkelijk werden opgeroepen, bleef gehandhaafd. Uitgelotenen konden zich echter niet langer tegen betaling laten vervangen bij het vervullen van militaire dienst. Bedienaren van geestelijke ambten (priesters) kregen vrijstelling van dienstplicht.
  • Bracht in 1899 samen met Goeman Borgesius een wijziging van de Militiewet tot stand, waardoor gemeentelijke subsidies voor vrijwillige dienstneming bij de militie niet langer werden toegestaan. Hiermee kwam er een einde aan de sinds afschaffing van de plaatsvervanging bestaande praktijk dat met name Brabantse gemeenten zorgden voor voldoende vrijwillige miliciens, zodat loting niet nodig was.
  • Bracht in 1899 samen met Goeman Borgesius en Cort van der Linden de Oorlogswet 1899 (uitvoering artikel 187 der Grondwet) tot stand. Deze regelt de staat van oorlog en de staat van beleg. Bij de staat van beleg krijgt de opperbevelhebber verregaande bevoegdheden om in te grijpen in het maatschappelijk leven, bijvoorbeeld t.a.v. de vrijheid van meningsuiting, de distributie en de inrichting van en rond militaire versterkingen.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Trad af na aanneming op 12 maart 1901 van een door hem onaanvaardbaar verklaard amendement-Van Gilse c.s. betreffende de opneming van verkorte diensttijd (van achtenhalve maand) in zijn ontwerp-Militiewet. Hij wilde een maximale diensttijd van twaalf maanden in de wet vastleggen (al achtte hij achtenhalve maand oefening voldoende). De Tweede Kamer nam het amendement-Van Gilse met 47 tegen 44 stemmen aan.

uit de privésfeer
  • Een zwager van hem, J. Hora Adema, was burgemeester van respectievelijk Aalten, Hengelo en Harlingen

verkiezingen (5/7)
  • Versloeg in 1905 bij een naverkiezing in het kiesdistrict Arnhem na herstemming S. de Vries (arp). De verkiezing was nodig, nadat Rink zijn benoeming niet had aangenomen vanwege zijn benoeming tot minister.
  • Versloeg in 1909 H.C. Hoogerzeil (arp) na herstemming
  • Versloeg in 1913 J.A. de Wilde (arp) na herstemming
  • Versloeg in 1917 M.C. van Wijhe (sdp)
  • Was in 1918 geen kandidaat meer

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • C.K. Elout, "De Heeren in Den Haag" (2e reeks, 1909), p.3
  • "Het Vaderland", 9 en 16 aug. 1927
  • Onze Afgevaardigden, 1905, 1909 en 1913

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.