Dr. W. (Wil) Albeda

foto Dr. W. (Wil) Albeda
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer

ARP- en CDA-politicus die zichzelf typeerde als vakbondsman. Was geruime tijd werkzaam bij de Christelijke Bouwbond en het CNV. Daarna hoogleraar sociaaleconomisch beleid in Rotterdam. Had belangstelling voor internationale vraagstukken. Vanaf 1966 lid en sinds 1973 voorzitter van de ARP-fractie in de Eerste Kamer. Stond in 1973 als informateur mede aan de basis van het kabinet-Den Uyl. Minister van Sociale Zaken in het eerste kabinet-Van Agt, waarvan hij het 'sociale gezicht' was. Bracht onder meer een herziening van de Wet op de ondernemingsraden en de Arbeidsomstandig­hedenwet tot stand. Keerde na zijn ministerschap terug in de Senaat en werd later voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Evenwichtige, sociaal voelende econoom die vaak optrad als bemiddelaar bij sociale conflicten.

ARP, CDA
in de periode 1966-1983: lid Eerste Kamer, fractievoorzitter EK, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Willem (Wil)

geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 13 juni 1925

overlijdensplaats en -datum
Maastricht, 6 mei 2014

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 11 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980

3.

Hoofdfuncties/beroepen (11/18)

  • hoogleraar sociaal-economisch beleid, Nederlandse Economische Hogeschool (vanaf 1973 Erasmus Universiteit) te Rotterdam, van 1 september 1966 tot 19 december 1977
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1966 tot 19 december 1977
  • fractievoorzitter ARP Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 18 juni 1973 tot 10 juni 1977
  • bijzonder hoogleraar arbeidsrecht, Interuniversitair Instituut Bedrijfskunde van de Erasmus Universiteit en de Technische Hogeschool Delft), van 1973 tot 19 december 1977 (vanwege de Stichting Bedrijfskunde)
  • minister van Sociale Zaken, van 19 december 1977 tot 11 september 1981
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 30 juni 1981 tot 13 september 1983
  • buitengewoon hoogleraar sociaal-economisch beleid, Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht, van 1 augustus 1982 tot 1 september 1985
  • bouwdecaan studierichting economie, Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht, van 1 augustus 1982 tot 1983
  • voorzitter WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid), van 1 september 1985 tot 1 juni 1990
  • bijzonder hoogleraar sociaal-economisch beleid, Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht, van 1 september 1985 tot 1 juli 1995
  • hoogleraar sociaal-economisch beleid, Rijksuniversiteit Utrecht, van 1 mei 1990 tot 1 april 1993 (in mei-september 1990 Belle van Zuylen-wisselleerstoel)

(in)formateurschap(pen)
  • informateur, van 10 april 1973 tot 23 april 1973 (samen met Van Agt)
  • informateur, van 20 juli 1977 tot 27 juli 1977

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/37)

  • docent Seniorenacademie Brabant
  • adviseur Internationaal Sprekersbureau Assemblee

afgeleide functies, presidia etc. (2/5)
  • voorzitter vaste commissie voor Algemene Zaken en het Huis der Koningin (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 10 juli 1973 tot 17 september 1974
  • plaatsvervangend voorzitter vaste commissie voor Economische Zaken (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 24 september 1974 tot 20 september 1977

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was woordvoerder sociale zaken, economische zaken en ontwikkelingssamenwerking van de ARP- en CDA-Eerste Kamerfracties. Hield zich aanvankelijk ook bezig met financiën.

opvallend stemgedrag (0/9)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/7)
  • Bracht in 1979 samen met minister Van Aardenne een nota uit over het ongeval in de kerncentrale van Harrisburg (VS) (15.580)
  • Bracht in 1979 een notitie uit over knelpunten op de arbeidsmarkt. Daarin wordt onder meer ingegaan op deeltijdarbeid, verplichte vacaturemelding, het begrip 'passende arbeid', beroepsvoorlichting, plaatsing van gehandicapten en begeleiding bij (her)intreding. (15.960)
  • Bracht in 1981 een notitie uit over de problematiek van de 'echte minima'. Hierin werd een (eenmalige) tegemoetkoming aangekondigd voor uitkeringsgechtigden die uitsluitend een minimuminkomen hadden. (16.400-XV, nr. 50)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/8)
  • Bracht in 1980 de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) (Stb. 644) tot stand, die regels bevat over de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met werk. De wet vervangt de verouderde Veiligheidswet en bevat naast regels over veiligheid op het werk ook bepalingen over de organisatie van de arbeid en de inrichting van arbeidsplaatsen. Ook specifieke wetten zoals de Caissonwet en de Silicosewet worden vervangen. Het wetsvoorstel was in 1977 ingediend door zijn voorganger Boersma. (14.497)
  • Bracht in 1980 de wet op de niet-c.a.o.-inkomens tot stand, die de tijdelijke wet uit 1978 verving. De door de regering genomen beperkte loonmaatregel voor c.a.o.-inkomens kon daardoor ook van toepassing worden verklaard op niet-c.a.o.-inkomens. (15.935)
  • Bracht in 1981 samen met staatssecretaris Hazekamp een wet (Stb. 416) inzake medezeggenschap in kleine ondernemingen tot stand. Aan de Wet op de ondernemingsraden wordt een hoofdstuk toegevoegd over medezeggenschap in ondernemingen met minder dan 100 werknemers. In ondernemingen met 10 tot 35 werknemers is een niet-geïnstitutionaliseerde (individuele) vorm van medezeggenschap toegestaan; in ondernemingen met tussen de 35 en 100 werknemers gelden andere regels voor facilitering en taken van de ondernemingsraad, ter voorkoming van nodeloze administratieve en financiële lasten. (15.893)

als (in)formateur
  • Kreeg op 10 april 1973 samen met Van Agt het verzoek te onderzoeken hoe op zo kort mogelijke termijn een kabinet kon worden gevormd, dat in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging kon ondervinden. Van Agt en hij wisten de impasse in de formatie te doorbreken. Zij stelden in hun eindconclusie op 22 april als basis voor de vorming van een kabinet-Den Uyl de portefeuilleverdeling 10-6 (10 progressief, 6 christendemocraten) voor. Verder zou zowel het confessionele programma als het progressieve verkiezingsprogramma basis worden voor het kabinetsbeleid. Over geschilpunten moesten in een pre-constituerend kabinetsberaad procedurele afspraken worden gemaakt. Als formateurs werden Burger en Ruppert voorgesteld.
  • Kreeg op 20 juli 1977 het verzoek een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden om de tijdens de formatie-Den Uyl gerezen meningsverschillen uit de weg te ruimen, opdat deze formatie hervat kon worden. Wist een compromis te bereiken over het gerezen geschilpunt, de Vermogenaanwasdeling (VAD), waardoor hij op 26 juli kon adviseren de formatie-Den Uyl voort te laten zetten.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • Had als minister een hecht contact met CDA-fractievoorzitter Lubbers en verzekerde zich zo vaak van politieke rugdekking als hij in het kabinet tegenover collega's (m.n. van de VVD en de minister van Financiën) stond.
  • Moest in juni 1979 bij de behandeling van het zgn. 1-juli-pakket in de Tweede Kamer het onaanvaardbaar uitspreken toen CDA- en VVD-fractie het niet eens konden worden over de grens voor aftopping van de prijscompensatie. Het CDA wilde de grens leggen bij inkomens boven de f 50.000 (waarvoor een Kamermeerderheid was), de VVD-fractie wilde een grens bij inkomens boven de f 60.000. Door het onaanvaardbaar tegen verlaging van de grens waren beide fracties gedwongen een compromis (f 55.000) te aanvaarden.
  • Werd in 1982 gepasseerd voor de post Commmissaris van de Koningin in Friesland, hoewel hij als eerste op de voordracht van de Staten was geplaatst

uit de privésfeer (3/5)
  • Promoveerde bij prof. Tj.P. van der Kooy
  • Zijn vader was vakbondsbestuurder
  • Naar hem werd een Rotterdamse school in het beroepsonderwijs (Albeda College) en een leerstoel vernoemd

anekdotes en citaten
  • Toen hij in 1973 samen met Dries van Agt informateur was, stonden zij bekend als het duo 'Albedagt'

verkiezingen
  • In 1966, 1971, 1977 en 1981 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep II: Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Sociale Zaken, mei 1982
  • voorzitter SER, 1983

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • J. Tromp/P. Witteman, "Waar de klappen vallen. De crisis en het antwoord van Albeda" (1981)
  • B. de Vries, "Peetvader van de overlegeconomie. Wil Albeda (1925-2014)", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2014, 159

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.