functie(s) in de periode 1947-1948: burgemeester van 's-Gravenhage
Personalia
geboorteplaats en -datum
Beek (Gld.) (gem. Ubbergen), 7 maart 1904
overlijdensplaats en -datum
Leiden, 6 november 1975
Partij/stroming
partij(en)
CHU (Christelijk Historische Unie) (linkervleugel)
Hoofdfuncties/beroepen
- ambtenaar Openbaar Ministerie te Arnhem en Wageningen, van 1930 tot 1931
- volontair ter secretarie, gemeente Gorssel, van 1931 tot 1 november 1932
- burgemeester van Avereest (Ov.), van 1 november 1932 tot 1 augustus 1937
- burgemeester van Soest, van 1 augustus 1937 tot 1 oktober 1939
- burgemeester van Zeist, van 1 oktober 1939 tot 1942
- burgemeester van Zeist, van 1 oktober 1945 tot 1 juni 1947
- burgemeester van 's-Gravenhage, van 1 juni 1947 tot 27 mei 1949 (benoemd bij K.B. van 1 mei 1947; ontslag bij K.B. van 27 mei 1949)
Nevenfuncties (4/12)
- voorzitter NWB (Nederlandsche Wandelsportbond), vanaf februari 1946
- voorzitter Centrale van Politie-organisaties in Nederland
- voorzitter Nederlandse Politiebond
- lid commissie inzake Vrijwillige Hulpkorpsen (commissie-De van der Schueren), 1947
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Werd ontslagen als burgemeester van Den Haag, omdat hij voor buitenlandse reizen meer deviezen had gebruikt dan kon worden verantwoord. Het bedrag waar het om ging (50.000 Zw.Fr.) was eigendom van de in Zürich woonachtige NSB'er Bontjé. De secretaris van Visser, W. Bos, was beheerder van die gelden. Visser heeft zelf de gelden in Zürich opgenomen en gedeeltelijk in een zogenaamd aan premier Beel geadresseerde enveloppe over de grens gebracht. Een andere deel van het geld werd mogelijk gebruikt voor steun aan Tsjechische vluchtelingen. Visser werd op 4 januari 1950 door de rechtbank te Den Haag tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Deze straf werd in hoger beroep teruggebracht tot drie maanden. Onmiddellijk na zijn ontslag was Visser in overspannen toestand opgenomen in inrichting "Rijngeest".
uit de privésfeer
- Zijn vader overleed in 1905 op 35-jarige leeftijd
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.