Liberale juriste, die als Statenlid van Noord-Holland en vooral als Tweede Kamerlid steeds een prominente rol vervulde. Eerste vrouw die een Kamervergadering presideerde. Sinds haar studententijd strijdbaar feministe. Hield haar maidenspeech over de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw. Was woordvoerder sociale en buitenlandse zaken van haar fractie en actief in internationale parlementen zoals die van de Benelux. Trouwde na haar Kamerlidmaatschap met haar fractiegenoot Corver en vervolgde haar loopbaan als burgemeester.
VVD
functie(s) in de periode 1955-1967: lid Tweede Kamer
voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel Goedkeuring Verdrag tot verbieden van kernproeven in de dampkring, de kosmische ruimte en onder water (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 29 januari 1964 tot juni 1964
voorzitter Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, van 21 februari 1964 tot februari 1965
voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Wet op de Kansspelen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 29 april 1964 tot oktober 1964
lid Presidium (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 20 september 1966 tot 22 februari 1967
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met buitenlandse zaken, sociale zaken, justitie en aangelegenheden betreffende Nieuw-Guinea en andere Overzeese Rijksdelen
Leidde begin 1961 een parlementaire delegatie naar de installatie van de Nieuw-Guinearaad
Voerde in 1963 namens het fractie het woord bij de behandeling van de goedkeuringswet voor het algemeen verdrag met de Bondsrepubliek Duitsland ('Generalbereinigung')
opvallend stemgedrag
Behoorde in 1966 tot de vijf leden van haar fractie die vóór de ontwerp-Natuurbeschermingswet stemden
Wetenswaardigheden
algemeen
Werd in september 1959 en 1960 als tweede op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
Was op 29 september 1959 in de avondvergadering de eerste vrouw op de voorzittersstoel van de Tweede Kamer
Werd in september 1961 en 1962, in januari, juni en september 1963, en in september 1964, 1965 en 1966 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
Werd in 1963 door Geertsema verslagen bij de strijd om het fractievoorzitterschap
uit de privésfeer
Haar vader was (hoofd)onderwijzer. Diens moeder was ongehuwd.
Haar eerste echtgenoot was Statenlid in Utrecht en (later) directeur van Staatsbosbeheer
Na haar Kamerlidmaatschap getrouwd met haar oud-fractiegenoot J.C. Corver
anekdotes en citaten
Toen zij voor het eerst de Tweede Kamervergadering voorzat, voerde Oud als eerste het woord. Hij begon zijn rede met de woorden: "Mevrouw de Voorzitster! U zult wel begrijpen, dat het voor mij toch wel een bijzondere voldoening is, dat ik de eerste mag zijn, die U met deze titel aanspreek[t]."
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.