Actief en geacht Zuid-Nederlandse Tweede Kamerlid. Advocaat en procureur-generaal in Bergen (Henegouwen) en bijna zeven jaar namens die provincie afgevaardigde naar de Kamer in Brussel en Den Haag. Een van de meest regeringsgezinde Belgische leden.
Mr. J.B.H. Rosier
regeringsgezinden ten tijde van Willem I
functie(s) in de periode 1817-1824: lid Tweede Kamer
Inhoud
Personalia
voornamen (roepnaam)
Jean Baptiste Hippolyte
geboorteplaats en -datum
Leuven, 20 mei 1763
overlijdensplaats en -datum
Bergen (Mons), 9 oktober 1824
Partij/stroming
stroming(en)
regeringsgezind (onder Willem I)
Hoofdfuncties/beroepen (6/8)
- commissaris uitvoerend bewind, gemeentelijk bestuur van Bergen (Mons), van 21 december 1795 tot 28 oktober 1796
- procureur-generaal, Criminele rechtbank, departement Jemappes, vanaf 28 oktober 1796
- keizerlijk procureur, Criminele rechtbank, departement Jemappes
- procureur des konings in Henegouwen, vanaf 1815
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 21 oktober 1817 tot 21 oktober 1823 (voor Henegouwen; in 1820 toegelaten op 8 november)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 mei 1824 tot 9 oktober 1824 (voor Henegouwen)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
afgeleide functies, presidia etc.
voorzitter één van de afdelingen (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (regelmatig)
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Behoorde in 1822 tot de acht zuidelijke leden die vóór de Wet op de personele belasting stemden
Wetenswaardigheden
algemeen
- Stemde in 1819 als één van de weinige Zuid-Nederlandse leden vóór een wetsontwerp over het aangaan van nieuwe schulden ter dekking van bestaande tekorten op de begroting
- Werd op het moment van de discussie over de omstreden Stelselwet (in 1821) door de minister van Justitie naar zijn standplaats ontboden voor een regeringsopdracht. De melding hiervan veroorzaakte in de Tweede Kamer veel opschudding. Het Kamerlid De Serret vroeg om opneming van de brief in de notulen.
- Werd in 1823 herkozen, maar kon zich pas in mei 1824 laten beëdigen