Mr. C.H.B. Boot

C.H.B. Boot
bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Predikantszoon, die het tot burgemeester van Amsterdam en minister bracht. Na zijn voortvarend verlopen rechtenstudie advocaat en officier van Justitie. Neef (oomzegger) van W.B. en D. Donker Curtius en schoonzoon van burgemeester W.D. Cramer, die zijn loopbaan gunstig beïnvloedden. Als burgemeester van de hoofdstad bevorderde hij de nijverheid en zette hij zich in voor stichting van het Paleis van Volksvlijt. Wist de nodige populariteit te verwerven. In 1858 werd hij minister van Justitie in het kabinet-Rochussen. Hij trachtte als zoveel ministers uit zijn tijd tevergeefs een nieuwe Wet op de rechterlijke organisatie tot stand te brengen. Sloot zijn loopbaan af als staatsraad.

'pragmatisch' liberaal
functie(s) in de periode 1858-1873: minister, lid Raad van State, burgemeester van Amsterdam

Inhoud

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen (6/9)
  4. Nevenfuncties (4/10)
  5. Opleiding
  6. Activiteiten
  7. Wetenswaardigheden
  8. Publicaties van/over
  9. Familie/gezin

Personalia

voornamen (roepnaam)

Cornelis Hendrik Boudewijn

geboorteplaats en -datum

Arnhem, 15 september 1815

overlijdensplaats en -datum

's-Gravenhage, 5 november 1892

Partij/stroming

stroming(en)

  • moderaat (voor 1848)
  • lid Kiezers-Vereeniging te Amsterdam
  • lid Vrijzinnige-Kiezersvereeniging

Hoofdfuncties/beroepen (6/9)

  • lid gemeenteraad van Amsterdam, van 15 oktober 1851 tot 18 maart 1858
  • burgemeester van Amsterdam, van 1 februari 1855 tot 18 maart 1858 (benoemd bij K.B. van 10 januari 1855)
  • lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 6 november 1855 tot 18 maart 1858 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
  • minister van Justitie, van 18 maart 1858 tot 23 februari 1860 (benoemd bij K.B. van 12 maart 1858)
  • tijdelijk minister van Hervormde en andere Erediensten, uitgezonderd die der Rooms-Katholieke, van 18 maart 1858 tot 3 april 1858
  • lid Raad van State, van 1 maart 1860 tot 1 juli 1888 (benoemd bij K.B. van 29 februari 1860; geïnstalleerd 9 maart)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

Nevenfuncties (4/10)

  • voorzitter Staatscommissie herziening wetgeving op de eigendomsoverdracht van onroerende goederen, het hypotheekstelsel en notariaat, van februari 1867 tot 27 juni 1870
  • lid Raad van Commissarissen "De Nederlandsche Bank", van 14 mei 1869 tot 5 november 1892
  • voorzitter examencommissie voor de betrekking commies van staat, vanaf 1870
  • lid Raad van Toezicht Paleis van Volksvlijt te Amsterdam, omstreeks 1875

afgeleide functies, presidia etc. (4/7)

  • lid afdeling Justitie (Raad van State)
  • lid afdeling Financiën (Raad van State)
  • lid afdeling Buitenlandse Zaken (Raad van State)
  • lid afdeling Binnenlandse zaken, Waterstaat, handel en nijverheid (Raad van State)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)

  • In 1859 verwierp de Tweede Kamer artikel 57 van zijn ontwerp-Wet op de rechterlijke organisatie, waarna hij dit voorstel introk

als bewindspersoon (wetgeving)

  • Bracht in 1859 samen met minister Van Tets van Goudriaan de Wet op het gebruik van spoorwegen tot stand. Deze bepaalde onder meer dat de exploitant van een spoorwegdienst verantwoordelijk was voor eventuele schade. Verder moest door de ondernemer worden toegestaan dat zijn spoorweg werd doorsneden door wegen en dat andere spoordiensten er gebruik van mochten maken. Er konden regels worden gesteld aan het toezicht op de spoordienst en aan zaken als de diensten op stations, de samenstelling van treinen, de snelheid en de bedienden.

Wetenswaardigheden

algemeen

  • Tijdens zijn burgemeesterschap werd Amsterdam aangesloten op het Europese spoorwegnet

uit de privésfeer

  • Na de vroege dood van zijn moeder werd hij opgevoed door een oom en tante
  • Tijdens zijn studie medeoprichter van "De rederijkerskamer", onder anderen samen met vriend Beets, Beijnen en Gewin
  • Zijn broer was hoogleraar klassieke talen in Amsterdam

Publicaties van/over

literatuur/documentatie

  • Levensbericht door G. van Tienhoven, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1892/3, 157
  • Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 411
  • H. van Felius en H.J. Metselaars, "Noordhollandse Statenleden 1840-1919"
  • P. Hofland, "Leden van de raad. De Amsterdamse gemeenteraad 1814-1941"
  • Ned. Patriciaat, 1956

Biografisch Woordenboek(en)

biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

publicaties over en van letterkundigen

biografie

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.


Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.