Bahlmanniaan ('Centrum')
functie(s) in de periode 1886-1891: lid Tweede Kamer
Personalia
voornamen (roepnaam)
Leonard Frans Hubert Carl
geboorteplaats en -datum
Aken (Pruisen), 24 november 1826
overlijdensplaats en -datum
Vaals, 4 juli 1903
Partij/stroming
stroming(en)
R.K. (Rooms-Katholieken) (conservatief)
Hoofdfuncties/beroepen
- landeigenaar, beheerder familielanderijen te Vaals, vanaf 1856
- lid gemeenteraad van Vaals, vanaf september 1866
- burgemeester van Vaals, van 1 december 1866 tot 7 april 1903 (ontslagen op eigen verzoek)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 maart 1886 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Maastricht)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Maastricht)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 29 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Maastricht)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 15 september 1891 (voor het kiesdistrict Gulpen)
Nevenfuncties
- lid Burgerlijk Armbestuur te Vaals
- lid Limburgse Landbouwraad
- lid commissie van toezicht op Rijkslandbouwscholen
- lid R.K. kerkbestuur te Vaals
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
- erevoorzitter koninklijke schutterij "Sint Paulus" te Vaals
- erevoorzitter harmonie "Sint Cecilia" te Vaals
- erevoorzitter arbeidersspaar- en bouwvereniging te Vaals
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Sprak slechts enkele malen als Kamerlid, met name over onderwijs en waterstaat (spoorwegen in Limburg, posttarieven in het grensgebied)
- Bij de grondwetsherziening van 1887 behoorde hij tot de meest consequente tegenstanders, zowel in eerste als in tweede lezing
Wetenswaardigheden
algemeen
- Buiten Zuid-Limburg stond hij bekend als een uiterst conservatief Katholiek; de N.R.C. noemde hem een Ultramontaan
- Ondertekende voor de verkiezingen van 1891 met 13 andere conservatief-katholieke Tweede Kamerleden een manifest waarin onder meer stelling werd genomen tegen het verbond met de antirevolutionairen en werd gepleit voor lagere defensielasten. Verder werd aangedrongen op herstel van het gezantschap bij de paus. Was in 1891 echter geen kandidaat meer bij de Tweede Kamerverkiezingen.
uit de privésfeer
- Had tot 14 september 1866 de Duitse nationaliteit; zijn gehele familie was Duits
- Bracht zijn jeugd door in Aken en sprak in 1866 nog nauwelijks Nederlands
verkiezingen
- Werd in 1886 en 1887 in het district Maastrciht zonder tegenkandidaten gekozen
- Werd in 1888 in het district Gulpen bij enkelvoudige kandidaatstelling gekozen
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
T.D.J. Oostenbrink, scriptie Staatkundig-Historische Studiën, RU Leiden (1974)
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.