Groningse notariszoon, die dat ambt zelf ook vervulde en daarna burgemeester van Groningen werd. In 1910 gekozen tot Eerste Kamerlid. Aan dat lidmaatschap kwam na zeven jaar een einde toen hij Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen werd. Werd in die functie opgevolgd door zijn zoon. Neef van de liberale voorman Kappeyne van de Coppello.
liberaal
functie(s) in de periode 1910-1925: lid Eerste Kamer, Commissaris van de Koning(in)
leraar Rijks Hogere Burgerschool te Groningen, van 1 september 1884 tot 1887
notaris te Groningen, van 1 oktober 1887 tot 1 april 1900
rechter-plaatsvervanger Arrondissementsrechtbank te Groningen, van 1 juni 1896 tot 1 september 1910
burgemeester van Groningen, van 1 april 1900 tot 1 oktober 1917
lid Provinciale Staten van Groningen, van 6 juli 1904 tot mei 1910 (voor het kiesdistrict Groningen)
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 18 mei 1910 tot 11 september 1917 (voor de provincie Groningen)
Commissaris van de Koningin in Groningen, van 1 oktober 1917 tot 1 juni 1925
Nevenfuncties (4/5)
lid Commissie van Toezicht Landbouwschool te Groningen, van 1904 tot 1912
lid/voorzitter college van curatoren Stedelijk Gymnasium te Groningen, omstreeks 1910
lid/voorzitter plaatselijke commissie van toezicht op de Rijkslandbouwwinterschool te Groningen, omstreeks 1910
voorzitter commissie van beheer Algemeen Provinciaal, Stads- en Academisch Ziekenhuis te Groningen, omstreeks 1910
afgeleide functies, presidia etc.
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1914 tot maart 1915
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van september 1916 tot december 1916
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
Sprak als Kamerlid enkele malen over financiële en landbouwkundige voorstellen en bij de behandeling van de begrotingen van Justitie en Binnenlandse Zaken
uit de privésfeer
Het in 1938 geopende Van Starkenborgh-kanaal, dat loopt van Groningen naar de grens met Friesland, is genoemd naar zijn familie, die twee Groningse Commissarissen (hijzelf en zijn zoon) voortbracht
Zijn echtgenote was een kleindochter van jhr. W.J. Quintus, Tweede Kamerlid, en een nicht van jhr. J. Wichers Quintus, Eerste Kamerlid
Zijn zwager was burgemeester van Zuidbroek (Gr.). Nadat de eerste SDAP'ers in de raad waren gekozen, gaf hij zijn burgemeestersambt op.
Zijn vader was wethouder van Groningen en lid van Provinciale Staten van Groningen
verkiezingen
Werd in 1910 bij een tussentijdse verkiezing voor een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Groningen met 30 van de 41 stemmen gekozen
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Onze Afgevaardigden, 1913
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
