Jhr.Mr. W.J. Junius van Hemert
Conservatieve afgevaardigde uit een Amsterdamse familie. Zoon van een rechter en zelf na zijn rechtenstudie officier van justitie en procureur-generaal bij het Hooggerechtshof. Na invoering van de nieuwe rechterlijke organisatie in 1838 werd hij p.g. bij het Haagse Gerechtshof. Was elf jaar een regeringsgezind lid van de Tweede Kamer en daarna enkele jaren Eerste Kamerlid. Verzette zich in 1848 tegen de staatkundige vernieuwing.
regeringsgezinden ten tijde van Willem I en Willem II
functie(s) in de periode 1829-1849: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer
Personalia
voornamen (roepnaam)
Willem Joannes
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 23 februari 1790
overlijdensplaats en -datum
De Bilt, 1 augustus 1858
Partij/stroming
stroming(en)
- regeringsgezind (ten tijde van Willem I en Willem II)
- conservatief
Hoofdfuncties/beroepen (6/8)
- raad, commissariaat-generaal van het Departement der Monden van de Schelde, van 1813 tot februari 1815
- substituut-procureur-generaal Hooggerechtshof te 's-Gravenhage, van 22 februari 1815 tot 1 februari 1824
- advocaat-generaal Hooggerechtshof te 's-Gravenhage, van 1 februari 1824 tot 1 oktober 1838
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 oktober 1830 tot 17 oktober 1842 (1830-1840 voor Holland, 1840-1842 voor Zuid-Holland)
- procureur-generaal Provinciaal Gerechtshof te 's-Gravenhage, van 1 oktober 1838 tot 1 november 1855
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 4 november 1845 tot 13 februari 1849
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
lid Staatscommissie tot onderzoek van de rekening der koloniale remises, 1846
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Behoorde in 1831 tot de 20 leden die tegen een wetsvoorstel stemden over een vrijwillige en verplichte geldlening
- Behoorde in 1832 tot de minderheid die vóór een wetsvoorstel tot verhoging van de accijns op turf stemde. Het wetsvoorstel werd met 34 tegen 15 stemmen verworpen.
- Behoorde in 1839 tot de 12 leden die vóór de (verworpen) ontwerp-Leningwet voor Nederlands-Indië stemden. Na deze verwerping trad minister Van den Bosch af.
- Stemde in 1848 bij de eerste lezing tegen hoofdstuk III (Staten-Generaal) van de nieuwe Grondwet en deed dat opnieuw bij de tweede lezing
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
- Zijn vader was rechter te Utrecht
verkiezingen
- Werd in 1842 bij de verkiezing in de Staten van Holland met één stem verschil (39 tegen 38 stemmen) verslagen door J. graaf van den Bosch
predicaten/adellijke titels
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.