Conservatieve grondeigenaar en burgemeester van Oostkapelle die vier jaar voor de provincie Zeeland lid van de Eerste Kamer was. Nam ontslag toen hij gedeputeerde van Zeeland werd; hij zou dat zes jaar blijven. Sprak in de Eerste Kamer bij de behandeling van enkele organieke wetten (Provinciale Wet, Kieswet, Enquêtewet). Leefde bijna vijftig jaar op het door hemzelf aangelegde landgoed Overduin.
conservatief
functie(s) in de periode 1849-1853: lid Eerste Kamer
burgemeester van Oostkapelle, van 1 januari 1842 tot 1 juli 1853
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 13 februari 1849 tot 20 augustus 1850 (voor Zeeland)
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 7 oktober 1850 tot 19 mei 1853 (voor Zeeland)
lid Provinciale Staten van Zeeland, van 26 mei 1853 tot juni 1871 (voor het kiesdistrict Middelburg)
lid Gedeputeerde Staten van Zeeland, van 26 mei 1853 tot 5 juli 1859
Nevenfuncties (4/6)
raad in de directie van het dijkbestuur van Walcheren, van 1847 tot 1 juli 1853
majoor-commandant van het eerste bataljon der rustende schutterij te Zeeland
voorzitter twaalfde Nederlands Taal- en Letterkundig congres, 1872
lid Raad van Toezicht Paleis van Volksvlijt te Amsterdam, omstreeks 1875
afgeleide functies, presidia etc.
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van augustus 1849 tot september 1849
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van mei 1850 tot augustus 1850
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van april 1851 tot juni 1851
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van februari 1852 tot april 1852
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid onderwijzersvereniging Walcheren
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Sprak in de Eerste Kamer onder meer over belastingen, marine, de Provinciewet en enkele verdragen
Behoorde in 1850 tot de zes leden die tegen de ontwerp-Postwet (vaststelling briefporto en regeling brievenposterij) stemden
Stemde in 1851 in de Eerste Kamer tegen de ontwerp-Onteigeningswet
Wetenswaardigheden
algemeen
Vroeg in 1849 toen hij was herbenoemd als burgemeester of hij nog wel Eerste Kamerlid kon blijven, dat bleek het geval te zijn.
Nam in 1853 ontslag als Eerste Kamerlid vanwege zijn benoeming tot lid van Provinciale Staten van Zeeland
uit de privésfeer
Reeds op 13-jarige leeftijd wees, ontving hij zijn opleiding op het instituut van Dr. P. de Raadt, onder toeziend oog van het echtpaar Jhr.Mr. Marinus Willem de Jonge van Campensnieuwland en Magdalena Maria Evertsen
Een zoon van hem was burgemeester van Oostkapelle
Een dochter van hem was getrouwd met een zoon van C. van der Lek de Clercq, Eerste Kamerlid
verkiezingen
Werd in december 1848 door de kiezers van het district Middelburg als tweede genomineerd voor het Eerste Kamerlidmaatschap en in januari 1849 als Eerste Kamerlid benoemd
Werd in 1859 bij de verkiezing tot Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Zeeland in een vierde stemronde verslagen door J. Fransen van de Putte
niet-aanvaarde politieke functies
lid Provinciale Staten van Zeeland, juni 1871 (benoeming niet aangenomen)
predicaten/adellijke titels
jonkheer, 13 mei 1884
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Levensbericht door F. Nagtglas, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1888/9, 57
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel II, 637
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek