conservatief-liberaal, oud- of vrije liberalen, Vrij-Liberalen
functie(s) in de periode 1879-1913: lid Tweede Kamer, minister, Commissaris van de Koning(in)
Personalia
voornamen (roepnaam)
Abraham Pieter Cornelis
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 14 september 1836
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 9 oktober 1925
Partij/stroming
stroming(en)
oud-liberaal, vanaf 1894
partij(en)
Bond van Vrije Liberalen, vanaf 1906 (bleef zich onafhankelijk opstellen)
Hoofdfuncties/beroepen (8/14)
- chef Kabinet van de minister (rang bij K.B. 8 december 1874: minister-resident), ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1 april 1871 tot februari 1876
- minister-resident te Stockholm, tevens geaccrediteerd bij het Hof van Denemarken, van 27 februari 1876 tot 1 oktober 1879
- Commissaris des Konings in Zeeland, van 1 oktober 1879 tot 16 juni 1884 (benoemd bij K.B. van 15 september 1879)
- ambteloos te 's-Gravenhage, van 16 juni 1884 tot 1 november 1885
- minister van Buitenlandse Zaken, van 1 november 1885 tot 21 april 1888
- ambteloos, van 21 april 1888 tot 3 maart 1891
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 maart 1891 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 juni 1894 tot 16 september 1913 (1894-1897 voor het kiesdistrict Utrecht, 1897-1913 voor het kiesdistrict Utrecht I)
ambtstitel
- minister van staat, van 1 mei 1909 tot 9 oktober 1925
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/7)
- lid ereraad inzake de zogenaamde lintjesaffaire, van januari 1910 tot juli 1910
- voorzitter raad van bestuur Academie voor Internationaal Recht, van 1910 tot maart 1923
- voorzitter Carnegie-stichting, van 1911 tot 28 april 1923
- lid Permanent Hof van Arbitrage, van 1 januari 1914 tot 1 januari 1920
afgeleide functies, presidia etc. (4/10)
- voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1902 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
- voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIIb (Financiën) 1909 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
- voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk III (Buitenlandse Zaken) 1912 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
- voorzitter begrotingscommissie voor de koloniale begrotingen 1913 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Voerde in de Tweede Kamer het woord over uiteenlopende zaken, zoals over buitenlandse zaken, Indische zaken, landbouw en bij de behandeling van wetsvoorstellen inzake het Kiesrecht, de financiële verhouding tussen rijk en gemeente en persoonlijke dienstplicht
opvallend stemgedrag (2/6)
- Behoorde in 1911 met Tydeman en De Beaufort tot de drie liberalen die vóór de ontwerp-Militiewet stemden
- Stemde in 1913 als enige van 'links' vóór de ontwerp-Kustverdedigingswet van Colijn
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- In 1887 verwierp de Tweede Kamer een door hem en minister Bloem verdedigd wetsvoorstel tot goedkeuring van een overeenkomst met België over het tegengaan van smokkel
Wetenswaardigheden
algemeen
- Keerde zich in 1905 met Blooker en Van der Vlugt in de Vrij-liberale fractie tegen steun aan vorming van een liberaal parlementair minderheidskabinet
- Speelde een belangrijke rol bij de oprichting van het Vredespaleis en werd geëerd met de Van Karnebeekbron aan de Oude Scheveningsweg
uit de privésfeer
- Aangesteld in de diplomatieke dienst op voordracht van zijn aangetrouwde neef J.P.P. baron van Zuylen van Nijevelt, minister van Buitenlandse Zaken
- Was gehuwd met een nicht van hem
- Zijn moeder was de weduwe van de bankier Abraham van Eeghen (1786-1818)
- Zijn vader was adjudant van koning Willem II en Willem III
- Zijn begrafenis werd bijgewoond door prins Hendrik
verkiezingen (5/9)
- Versloeg in 1894 bij een naverkiezing in het district Utrecht A.L.W. Seyffardt (lib.) en J.H. de Waal Malefijt (a.r.-takkiaan)
- Versloeg in 1897 N. de Ridder (arp) na herstemming; derde kandidaat was H.A. van Beuningen (lib.)
- Versloeg in 1901 A.W.F. Idenburg (arp) na herstemming
- Versloeg in 1905 jhr. G.C. von Weiler (chp) na herstemming
- Versloeg in 1909 H.J.H. baron van Boetzelaer (chu) na herstemming
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie (6/7)
- F.A.C. van Lynden van Sandenburg, "Le jonkheer A.P.C. van Karnebeek", in: Grotius annuaire internationale pour l'année 1924
- M.W. Jurriaanse, "De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken 1813-1900"
- J. Woltring, "Karnebeek, jhr. Abraham Pieter Cornelis van (1836-1925)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 285
- "Bescheiden betreffende de buitenlandse politiek van Nederland van 1871 tot 1898"
- "Het Vaderland", 9 okt. 1925
- artikel in "Eigen Haard", 51 (1925)
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.