KVP
functie(s) in de periode 1965-1966: staatssecretaris
Personalia
voornamen (roepnaam)
Willem Leonard Gerard Servatius (Wiel)
geboorteplaats en -datum
Kerkrade, 13 mei 1929
overlijdensplaats en -datum
Aerdenhout (gem. Bloemendaal), 14 februari 1978
Partij/stroming
partij(en)
KVP (Katholieke Volkspartij) (sinds begin jaren'60)
Hoofdfuncties/beroepen (5/9)
- staatssecretaris van Financiën (belast met fiscale aangelegenheden), van 31 mei 1965 tot 22 november 1966
- lid Raad van Bestuur, N.V. "Bank voor Handel en Scheepvaart" te Rotterdam, van 1 mei 1967 tot 1969
- economisch adviseur, N.V. KSH (Koninklijke Scholten-Honig), van 1969 tot 1972
- gedelegeerd commissaris en waarnemend voorzitter Raad van Bestuur, N.V. KSH (Koninklijke Scholten-Honig), van 1971 tot 1972
- voorzitter Raad van Bestuur, N.V. KSH (Koninklijke Scholten-Honig), van 1 maart 1972 tot september 1977
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/5)
- lid Raad van Commissarissen "Edah" N.V. te Helmond
- lid Raad van Commissarissen "A. en N. Mutsaers' wollenstoffenfabrieken" B.V. te Tilburg
- adviseur Provincie Limburg inzake herstructurering, van 1966 tot 1967
- lid Raad van Advies Amro-bank (Amsterdam-Rotterdam Bank)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Het door hem in 1965 ingediende wetsvoorstel tot verlaging van de loon- en inkomstenbelasting en tot instelling van een tijdelijke heffing tegen uitgifte van belastingspaarbrieven werd in 1967 ingetrokken (8.378)
- Bracht in 1966 samen met minister Vondeling een Nota over de harmonisatie van de belastingen in de Europese Economische Gemeenschap uit. Hierin wordt het streven naar harmonisatie van omzetbelastingen uitgesproken om zodoende eerlijke concurrentieverhoudingen en opheffing van belastinggrenzen mogelijk te maken. Eerste stap daartoe is een gemeenschappelijk stelsel van belastingheffing over toegevoegde waarde (b.t.w.). (8.556)
als bewindspersoon (wetgeving)
- Bracht in 1965 samen met minister Veldkamp de Algemene Premiespaarwet (Stb. 448) tot stand. Het wetsvoorstel was in 1963 ingediend door minister Veldkamp en staatssecretaris Van den Berge. (7.024)
- Bracht in 1966 de Wet op de Motorrijtuigenbelasting (Stb. 332) tot stand. Deze vervangt de Motorrijtuigenbelastingwet uit 1926 en past de regelgeving aan de nieuwe Algemene wet inzake rijksbelastingen aan. Betaling van de motorrijtuigenbelasting moet echter, anders dan bij andere belastingen het geval is, vooraf plaatsvinden. Controle van de naleving wordt gekoppeld aan het bezit van het rijbewijs. (8.445)
- Bracht in 1966 samen met minister Suurhoff de Wet schade oesterkwekers (Stb. 399) tot stand, waardoor aan oesterkwekers een tegemoetkoming werd verleend in de schade door uitvoering van de Deltawerken. (7.547)
Wetenswaardigheden
algemeen (5/6)
- Dreigde in november 1965 in conflict te komen met de KVP-fractie toen hij vasthield herinvoering van de omzetbelasting op textiel en schoeisel per 1 januari 1966. Hij legde zich tenslotte neer bij verschuiving naar 1 januari 1967 en halvering van de verhoging.
- In mei 1966 verschenen berichten in de pers over de moeizame verhouding tussen hem en minister Vondeling en over het door hem dreigen met aftreden. Dit had onder meer geleid tot vertraging in de behandeling van een wetsvoorstel over belastingspaarbrieven en over verrekening van de verhoogde vennootschapsbelasting met de inkomstenbelasting. De laatste kwestie speelde een belangrijke rol bij de kabinetscrisis van 1966. Hij stemde echter wel in met het dekkingsplan voor 1967.
- Was in oktober 1966 op persoonlijke gronden niet meer beschikbaar voor een kabinetsfunctie
- Uit de in 1994 verschenen formatiedagboeken van Beel blijkt dat Cals zich na de val van zijn kabinet kritisch uitliet over hem. Cals betichtte in een gesprek met Beel Hoefnagels ervan voorafgaand aan de opstelling van de begroting 1967 veelvuldig contact te hebben gehad met de KVP-fractie en zich daarin gedistantieerd te hebben van het beleid van Vondeling. Ook zou Hoefnagels voorstellen tot vervroegde inning van belastinggelden hebben gepubliceerd zonder Vondeling daarvan vooraf op de hoogte te hebben gesteld. In Vondelings' "Nasmaak en Voorproef" wordt hiervan echter geen melding gemaakt.
- Maakte op 1 september 1977 zijn terugtreden bekend als bestuursvoorzitter van voedingsmiddelenconcern "KSH" om daarmee de weg vrij te maken voor een reorganisatie. KSH was in ernstige problemen gekomen, onder andere door het wegvallen van een EG-subsidie op mais, terwijl flink was geïnvesteerd in de verwerking van maiszetmeel. Minister Van der Stee stuurde hierna aan op herstructurering van het concern, onder meer door afsplitsing van gezonde delen van het bedrijf. KSH ging niettemin in 1978 failliet.
uit de privésfeer
- Zijn oudste broer was pater Jezuïet en hoogleraar sociologie in Nijmegen, een andere broer was inspecteur bij het Staatstoezicht op de mijnen
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
"Staatsmijnen leverde een topfunctionaris aan het ministerie van Financien", Utrechtsch Nieuwsblad, 24 augustus 1965
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.