Minister van Economische Zaken in twee totaal verschillende periodes. In 1963 als jongste lid van het kabinet-Marijnen en in 1989 als één van de oudsten in het derde kabinet-Lubbers. Was in 1963 afkomstig uit de ambtelijke wereld en daarna hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Als tamelijk a-politieke minister ging hij de strijd met Luns aan over de vraag wie zeggenschap had over de handelspolìtiek. Stapte in 1965 over naar het bedrijfsleven en werd later voorzitter van de werkgeversorganisatie. In zijn tweede periode werd hij geprezen om zijn dossierkennis, maar hij opereerde verder tamelijk onopvallend en los van zijn eigen partij. Verdedigde in het kabinet steeds de belangen van het bedrijfsleven.
CHU, CDA
functie(s) in de periode 1963-1994: minister
CHU (Christelijk-Historische Unie), tot 11 oktober 1980
CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
Hoofdfuncties/beroepen (8/12)
hoogleraar staathuishoudkunde, juridische faculteit, (Gemeentelijke) Universiteit te Amsterdam, van 15 september 1959 tot 1 augustus 1963
minister van Economische Zaken, van 24 juli 1963 tot 14 april 1965
lid Raad van Bestuur N.V. Koninklijke Emballage Industrie "Van Leer", van 1 oktober 1965 tot 1980
voorzitter Raad van Bestuur N.V. Koninklijke Emballage Industrie "Van Leer", van 1980 tot september 1987
voorzitter NCW (Nederlands Christelijk Werkgeversverbond), van 1 juli 1988 tot 6 november 1989
bijzonder hoogleraar ondernemingsbeleid, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1 juli 1988 tot november 1989
minister van Economische Zaken, van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994
minister van Verkeer en Waterstaat, van 16 juli 1994 tot 22 augustus 1994 (nadat minister Maij-Weggen lid was geworden van het Europees Parlement)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/62)
voorzitter Begeleidingscommissie Breedband Den Haag, vanaf 2003
voorzitter adviescommissie rol gemeenten bij het realiseren van breedbandnetwerken (na zijn ministerschap)
lid International Advisory Board van het International Institute for Communication and Development IICD, vanaf 2004
lid jury Internet Society (ISOC) Awards 2006
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig) (5/13)
Speelde in 1992 en 1993 een actieve rol bij de fusiebesprekingen tussen Fokker en het Duitse bedrijf DASA
Bracht in 1992 de Nota "Ondernemen op niveau: naar een modern vestigingsbeleid voor het midden- en kleinbedrijf" uit. De Vestigingswet detailhandel zal worden ingetrokken en in sommige sectoren blijven er alleen algemene ondernemersvaardigheden (middenstandsdiploma nieuwe stijl) of bedrijfstechnische kwaliteiten vereist. Doel is deregulering en betere concurrentiemogelijkheden. (22.964)
Bracht in 1993 een beleidsbrief uit over het industriebeleid in de jaren negentig. Geconstateerd wordt dat de rol van de overheid slechts aanvullend kan zijn en slechts één onderdeel is van een goed ondernemersklimaat. Ook de kwaliteit van de beroepsbevolking, de infrastuctuur, de samenstelling van de collectieve uitgaven en de bevordering van technologische vernieuwing zijn daarbij van belang. Verder moet het bedrijfsleven zelf een actieve rol spelen. Daarvoor is een gecoördineerde aanpak op een breed front nodig. (23.031)
Bracht in 1993 samen met minister Alders een partiële herziening van de Planologische Kernbeslissing Waddenzee in verband met mijnbouwactiviteiten uit (23.546)
Verdedigde als minister het belang van technologie, maar schafte wel - vanwege overschrijdingen - enkele innovatiesubsidies af, waaronder de Instir (Innovatiestimuleringsregeling)
als bewindspersoon (wetgeving) (5/10)
Bracht in 1991 de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ (Stb. 767) en de Kaderwet specifieke uitkeringen EZ (Stb. 768) tot stand, die de basis leggen voor subsidieregelingen voor het bedrijfsleven. Het wetsvoorstel was in 1989 ingediend door minister De Korte. (20.527 & 20.986)
Bracht in 1992 een wijziging (Stb. 294) van de Winkelsluitingswet tot stand waardoor een ruimere openstelling mogelijk werd en gemeenten meer vrijheid kregen bij het vaststellen van openingstijden. De totale openingstijd werd verhoogd van 52 naar 55 uur en winkels mochten tot 18.30 uur open blijven en op zaterdag tot 18.00 uur. Er kwam een regeling voor avondwinkels. (21.963)
Bracht in 1993 de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen (Stb. 212) tot stand. Deze wet roept één wettelijk kader in het leven voor het plaatsen van opdrachten voor de levering van producten, de uitvoering van werken en het verrichten van diensten. Uitvoering van de Europese richtlijnen ter zaken van aanbestedingen wordt via AMvB's geregeld. (22.669)
Bracht in 1993 een wet (Stb. 621) tot wijziging van de Prijzenwet tot stand, waardoor ingrijpen door de regering in de prijsvorming 'ultimum remedium' wordt. Ingrijpen is alleen nog mogelijk bij een plotselinge (economische) noodsituatie. (22.591)
Bracht in 1994 samen met staatssecretaris Van Amelsvoort de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (Stb. 312) tot stand. Er komt een fiscale tegemoetkoming in loonkosten die verbonden zijn aan speur- en ontwikkelingswerk (innovatie) dat door bedrijven of in opdracht van bedrijven wordt verricht. (23.477)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
Wetenswaardigheden
algemeen
Stelde in januari 1963 in het "Wending, maandblad voor evangelie en cultuur" dat het sociaaleconomisch beleid van het kabinet-De Quay en van oppositiepartij PvdA niet zo veel uiteenliepen en leek daardoor voorstander te zijn van een regeringscombinatie met de PvdA. Pleitte ook voor een aparte staatssecretaris voor ontwikkelingshulp.
Overwoog in januari 1964 ontslag te nemen als minister, omdat zijns inziens onvoldoende werd opgetreden tegen een dreigende loon-prijsspiraal, maar bleef aan toen hem gebleken was dat de overige kabinetsleden zijn zorgen deelden.
Had in het kabinet-Lubbers III een vrij moeizame politieke verhouding met zijn collega-partijgenoot Bert de Vries
Zag in mei 1994 af van een betaalde nevenfunctie (commissaris bij de Stichting administatiekantoor KNP PT)
uit de privésfeer
Zijn ouders trouwden twee maanden voor zijn geboorte. Zijn vader verliet in december 1936 het gezin. Hij bracht zijn jeugd grotendeels door in internaten.
Werkte na de bevrijding als dekjongen op de Sibajak, een boot die repatrianten ophaalde in Indië en Australië. Met het verdiende geld bekostigde hij zijn studie.
Promoveerde bij Jelle Zijlstra, maar omdat die minister was geworden, trad prof. F. de Roos bij de promotie als promotor op
Stond in 1989 boven aan de lijst van meest invloedrijke ondernemers van Nederland
anekdotes en citaten
Zou in één van de vergaderingen van de ministerraad zijn collega Luns hebben gewezen op de voortreffelijke pensioenregeling voor gewezen ministers.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
"Gesprek met prof.dr. J.E. Andriessen. Jongste minister was dekjongen op Sibajak", Nieuwe Haagse Courant, 17 augustus 1963
Henk Suer, "Prof.dr. J.E. Andriessen: 'Ik voel mij zelden minister'", De Tijd/Maasbode, 30 februari 1965
De Tijd, 8 september 1989 (lijst van 65 invloedrijkste Nederlanders in het bedrijfsleven)
Auke Kok, "Een verbaal corset, daar past hij voor...", HP/De Tijd, 13 september 1991
C. Banning en K. Caljé, "J.E. Andriessen, minister van economische zaken; 'Ik ben niet zo'n groot politicus'", NRC Handelsblad, 11 november 1991
A.C.M.W. van Kessel, "Jacobus Eye Andriessen (1928). Wetenschapper, bestuurder en ondernemer", in: P.E. Werkman en R. van der Woude (red.), "Wie in de politiek gaat, is weg? Protestantse politici en de christelijk-sociale beweging" (2009), 291-315
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.