SDAP, PvdA
functie(s) in de periode 1922-1946: lid Tweede Kamer
Personalia
voornamen (roepnaam)
Angenita Engelina Johanna (Agnes)
wijziging in naam en/of titulatuur
- A.E.J. Bruins, van 19 april 1874 tot 6 december 1906
- A.E.J. de Vries-Bruins, vanaf 6 december 1906
geboorteplaats en -datum
Aartswoud (gem. Hoogwoud), 19 april 1874
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 30 september 1957
Partij/stroming
partij(en)
- SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij), van 1905 tot 9 februari 1946
- PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 9 februari 1946
Hoofdfuncties/beroepen (6/9)
- lid Provinciale Staten van Groningen, van 1 juli 1919 tot 3 juli 1923
- lid gemeenteraad van Groningen, van 2 september 1919 tot juli 1922
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 juli 1922 tot 9 mei 1933
- lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 5 juli 1927 tot 1 september 1941
- lid gemeenteraad van 's-Gravenhage, van 6 september 1927 tot 5 september 1939
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1934 tot 4 juni 1946
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/13)
- lid Commissie van Toezicht, bedoeld in art. 120 der Ziektewet, omstreeks 1931 en nog in 1938
- lid College van Curatoren Gemeentelijke Lycea te 's-Gravenhage
- lid adviescommissie voorontwerp van wet beperkende bepalingen inzake arbeid van gehuwde vrouwen (Hoge Raad van Arbeid), vanaf december 1937
- lid Levensmiddelendistributieraad, vanaf december 1939
afgeleide functies, presidia etc.
- voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp nadere voorschriften t.a.v. de uitoefening der geneeskunst (Medische Tuchtwet) (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1925 tot juni 1928
- voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp regelen betreffende de uitoefening van de artsenijbereidkunst (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1931 tot juni 1932
- lid Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 25 september 1945 tot 4 juni 1946
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
- erelid vrouwelijke studentenvereniging "Magna Pete", vanaf 1899 (was één van de mede-oprichtsters)
- erelid Vereniging ter herdenking van de oprichting van de vereniging voor vrouwenkiesrecht
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met volksgezondheid, vrouwenbelangen en Groningse aangelegenheden
- Interpelleerde in 1926 minister Slotemaker de Bruïne over de uitvoering van de wet tot wijziging van de wet inzake de voorwaarden tot het verkrijgen van de bevoegdheid tot uitoefening van de tandheelkunst
- Interpelleerde in 1929 minister Slotemaker de Bruïne over de hygiënische en medische verzorging aan boord van schepen, naar aanleiding van de ziektegevallen op de 'Insulinde'
- Interpelleerde in 1929 minister Verschuur over de verspreiding en de behandeling van de pokken
- Interpelleerde in 1932 minister Terpstra over de opheffing van de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam
opvallend stemgedrag (2/3)
- Behoorde in 1937 tot de minderheid van haar fractie die vasthield aan het tegen de begroting van Defensie stemmen
- In 1937 stemden zij en Van Zadelhoff als enigen tegen een wetsvoorstel tot wijziging van de Dienstplichtwet (langere eerste oefening, meer herhalingsoefeningen, minder vrijstellingen)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Hield als Kamerlid op zaterdag en maandag 'spreekuur' in Groningen
- Werd na het aftreden van Drees in september 1933 niet als wethouder van 's-Gravenhage gekozen; op de katholiek L.J.M. Feber werden 24 stemmen uitgebracht, terwijl zij er 16 kreeg.
- Behoorde in 1936 tot de minderheid van de beginselprogrammacommissie die wilde vasthouden aan nationale ontwapening
- Werd in november 1945 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
uit de privésfeer
- Kwam uit een liberaal domineesgezin
- Trad toe tot de SDAP na de Spoorwegstaking in 1903
- Haar echtgenoot was wethouder in Groningen en Gedeputeerde van Groningen
- Eén van haar broers was de 'rode' dominee J.A. Bruins, die in 1902 met andere predikanten het christen-socialistische weekblad "De Blijde Wereld" oprichtten
verkiezingen
- Stelde zich in 1946 niet meer herkiesbaar in verband met haar leeftijd
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- A.F. Mellink, "A.E.J. Bruins", in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, deel II, 27
- artikel in het maandblad van de Nederlandse vereniging van vrouwen met een academische opleiding, november 1957 door freule Wttewaall van Stoetwegen
- In memoriam in "Vrouwenbelangen" (1957)
- In memoriam in het bulletin van de Nederlandse Bond van vrouwen werkzaam in bedrijf en beroep
- M. de Bruyne, scriptie Staatkundig-Historische Studiën, RU Leiden (1978)
- Mariken Schuur, "'Ik weet zeker dat ik op den duur gelijk zal krijgen': het politieke optreden van Agnes de Vries-Bruins", in: Historica 25 (2002), 9-11
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.