Bredase rechtbankpresident, zoon van een arts, die in de drie jaar dat hij lid was een opvallend onafhankelijke positie in de Tweede Kamer innam. Stemde als enige noorderling tegen de belastingstelselwet van minister Appelius.
Mr. A.J.H. Le Heu
oppositionelen ten tijde van Willem I
functie(s) in de periode 1820-1823: lid Tweede Kamer
Inhoud
Personalia
geboorteplaats en -datum
Waspik (Brabant), 7 maart 1772
overlijdensplaats en -datum
Breda, 12 januari 1833
Partij/stroming
stroming(en)
oppositioneel (onder Willem I)
Hoofdfuncties/beroepen (5/6)
- rechter, departementaal gerechtshof van Brabant, van 1802 tot 1811
- president rechtbank van eerste aanleg te Breda, van 1811 tot december 1813
- president rechtbank van eerste aanleg te Breda, van 1815 tot 12 januari 1833
- lid Provinciale Staten van Noord-Brabant, van 4 juli 1820 tot 17 oktober 1820 (voor de steden, Breda)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 oktober 1820 tot 20 oktober 1823 (voor Noord-Brabant)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Was in 1821 het enige noordelijke lid dat tegen de ontwerp-Stelselwet van Appelius stemde
- Behoorde in 1822 tot de vier noordelijke leden die tegen de Wet op de personele belasting stemden
- Was één van de drie noordelijke leden die in 1822 tegen het wetsvoorstel inzake de accijns op het gemaal stemde
Wetenswaardigheden
algemeen
- Werd in 1821 bij het opstellen van een voordracht voor de eerste kandidaat voor het Tweede Kamervoorzitterschap na herstemming verslagen door R. Metelerkamp. Werd bij de stemming over de tweede kandidaat na herstemming verslagen door Van Hogendorp.
uit de privésfeer
- Zijn vader was arts te Waspik en Breda
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.