Gedoogakkoord

In een gedoogakkoord leggen Kamerfracties afspraken vast over de steun voor het toekomstige regeringsbeleid. Het gaat daarbij om afspraken tussen fracties van partijen die toetreden tot het nieuwe kabinet en een fractie (of fracties) die alleen 'gedoogt', maar zelf buiten het kabinet blijft. Tot 2010 kenden we dit begrip overigens niet. Of, als er in de toekomst vaker gedoogakkoorden worden gesloten, de opzet daarvan hetzelfde is, is onzeker.

Een dergelijk akkoord werd in 2010 gesloten tussen enerzijds VVD en CDA en anderzijds PVV. Het gedoogakkoord van deze drie fracties bevatte zaken waar zij het over eens waren. Concreet ging het om maatregelen op het gebied van immigratie, asielzaken, veiligheid en ouderenzorg en voorts over de bezuiniging van 18 miljard euro op de rijksbegroting. Aan de PVV werd toegezegd dat het nieuwe kabinet deze wensen van die partij zou honoreren.

De drie partijen legden op 30 juli 2010 vast dat zij anders dachten over de aard en het karakter van de islam en dat zij wederzijds die andere opvattingen respecteerden. Deze verklaring werd als bijlage bij het gedoogakkoord opgenomen.

Alle andere zaken over het regeringsbeleid werden geregeld in het regeerakkoord. Afgesproken was dat de PVV het nieuwe kabinet niet zou laten vallen over afspraken uit dat akkoord. Op 21 april 2012 verbrak Geert Wilders het gedoogakkoord omdat de drie partijen het niet eens konden worden over de bezuinigingen.


Meer over