Drs. P.C.W.M. (Pieter) Bogaers

foto Drs. P.C.W.M. (Pieter) Bogaers
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief

Katholiek politicus en econoom, die in 1959 als 34-jarige Tweede Kamerlid voor de KVP werd en vier jaar later minister van Volkshuisvesting in het kabinet-Marijnen. Vertegenwoordiger van de vakbondsvleugel van de KVP. Voerde de woningproductie op tot 100.000 per jaar. Als minister in het kabinet-Cals bracht hij de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening uit, waarin het groeikernenbeleid centraal stond. Bekwaam onbaatzuchtig man, maar enigszins monomaan. Als bewindsman het type van een stoommachine die niet was te stoppen als hij eenmaal op gang was. Stond bekend als tamelijk emotioneel. In 1968 medeoprichter van de PPR. Voelde zich daar al gauw niet meer thuis vanwege het niet-confessionele karakter en keerde terug in de moederschoot van de KVP.

KVP
functie(s) in de periode 1959-1966: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Pieter Clemens Wilhelmus Maria (Pieter)

geboorteplaats en -datum
Cuijk (gem. Cuijk en Sint Agatha), 2 juli 1924

overlijdensplaats en -datum
Amersfoort, 5 juli 2008

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • KVP (Katholieke Volkspartij), tot 1 maart 1968
  • PPR (Politieke Partij Radikalen), van 27 april 1968 tot 21 oktober 1970
  • KVP (Katholieke Volkspartij), vanaf 1973

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • wetenschappelijk assistent, Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg, van 1948 tot 1 november 1957 (onder meer assistent van de latere minister Prof. J.R.M. van den Brink)
  • economisch adviseur KAB (Katholieke Arbeiders Beweging), van februari 1948 tot 1 november 1957 (loondeskundige)
  • directeur wetenschappelijk adviesbureau, KAB (Katholieke Arbeiders Beweging), van 1 november 1957 tot 24 juli 1963
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 maart 1959 tot 24 juli 1963
  • minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, van 24 juli 1963 tot 5 april 1965
  • minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van 5 april 1965 tot 22 november 1966
  • minister van Verkeer en Waterstaat ad interim, van 1 mei 1966 tot 1 juli 1966 (tijdens afwezigheid van minister Suurhoff in verband met operatie)

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/16)

  • lid Raad van Commissarissen Weverij "De Ploeg", omstreeks 1990
  • lid Raad van Commissarissen vezekeringsmaatschappij "Concordia", omstreeks 1990

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid Nederlands Asthma Fonds, vanaf 1990

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Tweede Kamer met name bezig met economische zaken, sociale zaken en bezitsvorming
  • Was in 1962 één van de woordvoerders van zijn fractie bij de behandeling van de Nota inzake hulp aan minder-ontwikkelde landen

opvallend stemgedrag (0/3)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/5)
  • Ontvouwde in 1964 plannen voor huurharmonisatie, waardoor de huurprijs tussen bestaande en nieuwbouwwoningen moet worden verkleind. Er komt een huurverhoging voor oude woningen (vanaf 1921) met 20 procent. Op aandringen van de Tweede Kamer gebeurt die verhoging in twee stappen.
  • Bracht in 1966 de Tweede nota inzake de ruimtelijke ordening van Nederland uit. Daarin wordt ervan uitgegaan dat er in 2000 ca. 20 miljoen inwoners zullen zijn. Gebundelde deconcentratie (groeikernen buiten de grote steden, zoals Zoetermeer en Purmerend) wordt beleidsuitgangspunt bij het beleid om die groei op te vangen. Tussen stedelijke gebieden moeten groene bufferzones blijven bestaan. Verstedelijking moet plaatsvinden aan de buitenranden van de Randstad, waardoor het Groene Hart 'groen' kan blijven. Om de groei van het autoverkeer op te vangen, moet de capaciteit van het wegennet vervijfvoudigd worden. In de nota is ook aandacht voor openbaar vervoer, recreatie, zoetwatervoorziening en de bestuurlijke organisatie (stadsgewesten). (8.803)
  • Diende in 1966 een wetsvoorstel in tot invoering van een huurbelasting ter bevordering van de doorstroming (8.918)

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1964 samen met minister Toxopeus de Wet Openbaar Lichaam Rijnmond (Stb. 178) tot stand, die in het gebied rond Rotterdam voor 24 gemeenten een aparte (vierde) bestuurslaag in het leven riep met een eigen (gekozen) bestuur en bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en vervoer. De Rijnmondraad werd op 2 juni 1965 voor het eerst gekozen. Het wetsvoorstel was in 1962 door de ministers Toxopeus en Van Aartsen ingediend. (8.450)
  • Bracht in 1964 de Overgangswet ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (Stb. 344) tot stand. Deze wet regelde de overgang van voorschriften op grond van de in 1962 tot stand gekomen Wet op de ruimtelijke ordening en herziene Woningwet 1901. Het wetsvoorstel was in 1959 ingediend door minister Witte. (5.455)
  • Bracht in 1965 een wijziging van de Huurwet tot stand, waardoor naast een huurverhoging, maatregelen werden genomen tot kwaliteitsverbetering en huurliberalisatie. Verder werd de categorie woningwetwoningen-B geïntroduceerd. Door bouw daarvan moest doorstroming vanuit goedkopere huurwoningen worden bevorderd. (8.125)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • Weigerde het lijsttrekkerschap van de KVP in Noord-Brabant bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1967, nadat oud-premier Cals (net als Bogaers voorstander van een progressieve koers) zich - op aandringen van Klompé - had teruggetrokken als Tweede Kamerkandidaat.
  • Was in 1968 kandidaat voor het vicevoorzitterschap van de KVP, maar werd eerst niet gekozen en trok zich daarna terug, toen het advies van een commissie van wijzen mannen over de bestuurssamenstelling door hem werd afgewezen.
  • Was in 1973 zowel in beeld voor het burgemeesterschap van Eindhoven als voor de post commissaris van de koningin in Noord-Brabant, maar kreeg geen van die functies

uit de privésfeer (3/7)
  • Een broer van hem was hoogleraar archeologie aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen
  • Zijn eerste echtgenote was geboren in Melbourne
  • Een dochter van hem was beeldend kunstenaar en ontwierp in 2005 het Zeeuws Slavernijmonument in Middelburg

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • R. van der Kroef, "Herinneringen van Pieter Bogaers, bouwminister" (2004)
  • W. Slagter, "Pieter Bogaers 1924-2008", Trouw (de verdieping-naschrift), 16 juli 2008
  • W. Aantjes, "Herinneringen aan Pieter Bogaers, bouwminister (1924-2008)", in: "Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2009", 137
  • Ned. Patriciaat, 1928

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.