financiële oppositie, moderaat of gematigd liberaal
functie(s) in de periode 1824-1850: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, lid Eerste Kamer
Personalia
voornamen (roepnaam)
Jan
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 14 december 1779
overlijdensplaats en -datum
's-Graveland, 25 juli 1855
Partij/stroming
stroming(en)
"financiële oppositie" (ten tijde van koning Willem I en koning Willem II)
Hoofdfuncties/beroepen (6/9)
- lid municipaliteit van Amsterdam
- wethouder van Amsterdam, van 1 juli 1810 tot 1813
- lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 3 juli 1821 tot 19 oktober 1824 (voor de landelijke stand, district Muiden)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 oktober 1824 tot 13 februari 1849 (in 1824-1840 voor Holland, in 1840-1849 voor Noord-Holland; in 1840 toegelaten op 22 oktober)
- voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 oktober 1829 tot september 1830
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 13 februari 1849 tot 20 augustus 1850 (voor Noord-Holland)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
- diverse locale functies
- houtvester van Noord-Holland, van 1813 tot 1852
afgeleide functies, presidia etc.
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van december 1839 tot april 1840
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1841 tot augustus 1841
- lid Commissie van Rapporteurs voor de voorstellen tot Grondwetsherziening (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 16 maart 1848 tot september 1848
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër (5/13)
- Behoorde in 1843 tot de 24 leden die tegen hoofdstuk I van de begroting voor 1844 en 1845 stemden. De begroting werd met 33 tegen 24 stemmen aangenomen.
- In 1845 spraken hij, De Kempenaer en Luzac zich in de Tweede Kamer als enigen uit voor onbeperkte handelsvrijheid
- Was in 1845 na het Kamerdebat over het voorstel van de 'negenmannen' tegen het in gang zetten van wijziging van de Grondwet
- Behoorde in 1847 tot de meerderheid die tegen het wetsvoorstel over het stemrecht in steden en op het platteland stemde. Het wetsvoorstel werd met 31 tegen 27 stemmen verworpen.
- Stemde in 1848 tegen hoofdstuk IX (van de waterstaat) van de Grondwetsherziening
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Werd in september 1830 als de derde op de voordracht voor het voorzitterschap geplaatst
uit de privésfeer
- Zijn vader was commissaris (1763), bewindhebber van de West-Indische Compagnie (1774-1778), directeur van de Sociëteit van Suriname (1778-1780), schout van Amsterdam (1780-1787) en lid van de stedelijke raad van Amsterdam (1787-1795)
verkiezingen
- Werd in december 1848 door de kiezers van één van de Amsterdamse districten als tweede genomineerd voor het Eerste Kamerlidmaatschap en in januari 1849 benoemd
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel III, 231
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 777
- J.A. Alberdingk Thijm en A.A. Vorsterman van Oijen, "Het geslacht Hooft" (Amsterdam, 1881)
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.