Behoudende Drents/Overijsselse landeigenaar en telg van een familie van bestuurders, die zes jaar Eerste Kamervoorzitter was. Was aanvankelijk burgemeester van de gemeenten Stad- en Ambt-Vollenhove. In 1846 koos de ridderschap hem tot Statenlid en in 1853 kozen de Staten van Overijssel hem tot Eerste Kamerlid. Vanaf 1855 was hij twaalf jaar burgemeester van Zwolle. In 1880 verruilde hij het Kamervoorzitterschap voor de functie van Commissaris des Konings in Utrecht, maar hij nam na twee jaar ontslag omdat hij niet in Utrecht wilde gaan wonen.
'pragmatisch' liberaal
functie(s) in de periode 1853-1882: lid Eerste Kamer, voorzitter Eerste Kamer
burgemeester en gemeentesecretaris van Stad-Vollenhove, van 1 december 1845 tot 1 januari 1856
burgemeester en gemeentesecretaris van Ambt-Vollenhove, van 1 december 1845 tot 1 januari 1856
lid Provinciale Staten van Overijssel, van 7 juni 1846 tot 9 september 1850 (1846-1850 voor de Ridderschap, 1850-1853 voor het kiesdistrict Kampen, 23 februari 1853 voor het kiesdistrict Steenwijk)
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 april 1853 tot 1 mei 1880 (voor Overijssel)
burgemeester van Zwolle, van 1 januari 1856 tot 1 augustus 1867 (eervol ontslag op eigen verzoek 10 juli 1867)
voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1874 tot 24 april 1880 (benoemd bij K.B. van 14 september 1874)
Commissaris des Konings in Utrecht, van 1 mei 1880 tot 1 januari 1882 (benoemd bij K.B. van 22 maart 1880; ontslag bij K.B. van 28 november 1881)
Nevenfuncties
afgeleide functies, presidia etc.
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van maart 1871 tot juni 1871
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van januari 1872 tot april 1872
voorzitter Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 21 september 1874 tot 24 april 1880
voorzitter Huishoudelijke Commissie (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 21 september 1874 tot 24 april 1880
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër (5/9)
Stemde in 1868 tegen het (verworpen) voorstel van 5 liberale leden om een adres aan de Koning te zenden over een mogelijk derde Kamerontbinding
Stemde in 1869 vóór het voorstel tot afschaffing van het dagbladzegel
Stemde in 1870 tegen het voorstel tot afschaffing van de doodstraf
Behoorde in 1871 tot de 12 leden die tegen de begroting van Buitenlandse Zaken stemden vanwege het door amendering schrappen van de post voor het gezantschap bij de paus
Stemde in 1872 vóór het wetsvoorstel waardoor werkstakingen niet langer strafbaar werden gesteld
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
Trad af als Commissaris des Konings omdat hij, vanwege financiële redenen, niet wenste in te gaan op het verzoek van de regering om te verhuizen naar het "Paushuis" (de officiële ambtswoning)
uit de privésfeer
Leefde de laatste jaren als ambteloos burger op zijn landgoed Voorstonden
verkiezingen
Werd in 1853 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Overijssel met 22 van de 38 stemmen gekozen. Op J.T. Roessingh Udink werden elf stemmen uitgebracht.
Werd in 1856 bij de periodieke verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Overijssel met 31 van de 40 stemmen herkozen
Versloeg in 1865 bij de periodieke verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Overijssel A.J. Duymaer van Twist met 24 tegen 18 stemmen
Werd in 1874 bij de periodieke verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Overijssel met 32 van de 44 stemmen herkozen
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel V, 1073
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.