P.J. (Piet) Engels

foto P.J. (Piet) Engels
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotobureau Stokvis

Fries KVP-politicus aan wiens zachte 'g' te horen was dat hij in Limburg was opgegroeid. Kwam uit het maatschappelijk werk en sprak als Tweede Kamerlid vooral over dat onderwerp, over regionaal economisch beleid en over de problematiek van werkende jongeren. Toen hij gevraagd werd als minister van CRM in het kabinet-Biesheuvel adviseerde Marga Klompé hem het niet te doen, omdat hij in Leeuwarden bleef wonen. Deed het toch en accepteerde niet de antirevolutionaire Hannie van Leeuwen als staatssecretaris, maar wel de nog dominantere VVD'er Vonhoff door wie hij vaak werd overvleugeld. Het ambt van minister drukte hem zwaar. Kreeg vooral bekendheid toen hij in 1973 de VPRO berispte over een Barend Servetshow vanwege een persiflage van de koningin.

KVP
in de periode 1963-1973: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Peter Joseph (Piet)

geboorteplaats en -datum
Terwinselen (gem. Schaesberg, Lb.), 25 september 1923

overlijdensplaats en -datum
Leeuwarden, 13 april 1994

2.

Partij/stroming

partij(en)
KVP (Katholieke Volkspartij)

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • sociaal-pedagoog, Stichting R.K. Streeknazorg b.l.o. (bijzonder lager onderwijs) "De Liemers", van 1 april 1949 tot 1 juli 1954
  • directeur Katholiek Sociaal-Charitatief Centrum Friesland te Leeuwarden, van 1 juli 1954 tot maart 1969 (sinds 1963 parttime)
  • lid gemeenteraad van Leeuwarden, van 2 september 1958 tot 6 juli 1971 (vanaf 1970 voor KVP/ARP/CHU)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 5 juni 1963 tot 6 juli 1971
  • minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, van 6 juli 1971 tot 11 mei 1973 (werd vanaf 21 april 1971 vanwege ziekte vervangen door Van Agt)

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/7)

  • lid bestuur Parkherstellingsoord (voor juli 1971)
  • voorzitter landelijke oudervereniging "Voor het zorgenkind", 1971

afgeleide functies, presidia etc. (2/3)
  • ondervoorzitter bijzondere commissie voor de Nota situering nieuwe terreinen voor militaire doeleinden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 29 oktober 1969 tot 14 juli 1971
  • voorzitter bijzondere commissie voor de Nota onderwijs en arbeid werkende jongeren (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 22 oktober 1970 tot maart 1971

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met maatschappelijk werk, economische zaken (regionaal beleid) en onderwijs (werkende jongeren). Sprak ook enkele malen over het omroepbeleid.
  • In een door hem ingediende motie sprak de Tweede Kamer in november 1964 uit dat de subsidies aan particuliere instellingen op het gebied van maatschappelijk werk met 10 procent moesten worden verhoogd

opvallend stemgedrag (0/2)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/5)
  • Verleende in 1972, na advies van de Omroepraad, de Evangelische Omroep de C-status
  • Bracht in 1972 een nota uit over de positie van de Nederlandse Dagbladpers. Daarin wordt de instelling van een bedrijfsfonds voor herstructurering en reorganisatie van de pers voorgesteld, dat financieel gevoed wordt uit de STER-gelden. (11.762)
  • Berispte in januari 1973 de VPRO in verband met de "Barend Servet-Show", omdat in december 1972 daarin een persiflage van koningin Juliana was opgenomen en er enkele naaktscènes te zien waren geweest

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1972 een wet (Stb. 675) tot herstructurering van de Algemene Bijstandswet tot stand, waardoor bijstandsvraagstukken van landelijke aard, zoals draagkrachtcriteria, door landelijke normeringen worden geregeld. Dit moet leiden tot een grotere rechtsgelijkheid. (11.278)
  • Bracht in 1972 de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV) (Stb. 669) tot stand. Deze zet de bestaande rijksgroepsregeling op basis van de Bijstandswet om in een wettelijke voorziening. Door de wet krijgen slachtoffers van de bezetting (in Nederland en Nederlands-Indië), alsmede hun weduwen of weduwnaars, recht op een aanvullende uitkering. (12.039)
  • Bracht in 1972 samen met de ministers Van Agt en Langman wetten (Stbb. 569 en 579) tot herziening van het auteursrecht tot stand. Daartoe wordt de Auteurswet gemoderniseerd en in overeenstemming gebracht met een herziening van de Berner Conventie. Vertalingen, verfilmingen, muziekschikkingen en andere bewerkingen worden op dezelfde wijze als zelfstandige werken beschermd. Het auteursrecht in relatie tot radio- en televisie-uitzendingen wordt eveneens geregeld. Het overnemen van een artikel in een dag-, nieuws- of weekbladen is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. Door amendering wordt kopiëren voor studie niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd. De wetsvoorstellen waren in 1964 door de ministers Scholten, Bot en Andriessen ingediend. (7.877 & 7.889)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Werd op 21 april 1973 in het Sint Bonfatius Hospitaal in Leeuwarden opgenomen vanwege oververmoeidheid en hartklachten. Werd tot het aantreden van het kabinet-Den Uyl (11 mei) vervangen door zijn collega Van Agt.

uit de privésfeer
  • Werkte vanaf 1943 tot september 1944 bij Staatsmijn Wilhelmina om zich zodoende aan tewerkstelling in Duitsland te onttrekken
  • Zijn vader stamde uit een eeuwenoud mijnwerkersgeslacht
  • Zijn grootvader van vaderszijde was wethouder van Kerkrade

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.