Koninklijke Schouwburg

Foto van de voorkant van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag
Bron: M.M.Minderhoud

In 2022 is Prinsjesdag gehouden in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De Koninklijke Schouwburg is gelegen aan het Korte Voorhout. Het gebouw werd in 1766 ontworpen als paleis en wordt sinds 1802 gebruikt als theater.

Normaal gesproken vindt Prinsjesdag plaats in de Ridderzaal, maar door de verbouwing aan het Binnenhof is dit enkele jaren niet mogelijk. Prinsjesdag vond in 2020 en 2021 plaats in de Grote Kerk, vanwege de coronacrisis. Toen was er geen ruimte voor gasten of militair ceremonieel. Nu de coronamaatregelen zijn afgeschaald mogen er weer meer genodigden bij het voorlezen van de troonrede aanwezig zijn en daarom is er gekozen voor de Koninklijke Schouwburg als locatie voor Prinsjesdag in 2022.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Inleiding

De Koninklijke Schouwburg is een theater in Den Haag, gelegen aan het Korte Voorhout. De Schouwburg heeft twee zalen: een waar bijna 700 mensen inpassen, de Grote Zaal, en een kleinere zaal genaamd Paradijstheater waar zo'n 75 personen in passen. De Koninklijke Schouwburg is sinds 2017 onderdeel van Het Nationale Theater, een stadstheater en -gezelschap in Den Haag waar naast de Schouwburg ook het Nationale Toneel en Theater aan het Spui bij horen.

2.

Geschiedenis

Het gebouw dat nu de Koninklijke Schouwburg is werd bedacht in 1766 door Karel Christiaan van Nassau-Weilburg, de zwager van Stadhouder Willem V. Hij wou een stadspaleis bouwen voor hem en zijn echtgenote Carolina van Oranje-Nassau. Om dit te realiseren liet hij architect Pieter de Swart het paleis ontwerpen in de stijl van Lodewijk XVI. Hij ontwierp een hoog gebouw dat onder meer opviel vanwege de gebogen halfronde cour. Het paleis werd echter nooit afgerond: vanwege het overlijden van Carolina had de bouw weinig prioriteit meer en na de Franse bezetting viel de bouw stil.

Na jarenlange leegstand werd het ontvoltooide paleis in 1802 verhuurd aan een groep Hagenaars die het wilde gebruiken als schouwburg. In 1830 nam de gemeente dit over en sindsdien - op de periode van 1841 tot 1853 na, toen het gebouw in handen was van koning Willem II - is het gebouw in het bezit van de gemeente.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het theater gebruikt door de Duitse bezetters voor hun propaganda producties. Tegelijkertijd werd het theater ook gebruikt als onderduikplaats voor velen. Boven het koepelplafond in de Grote Zaal zaten onderduikers verstopt. Het was een doorgangshuis, waarvan ze naar andere locaties trokken.

Door de jaren heen is het gebouw verschillende keren verbouwd. Zo werd het gebouw voordat het opende als Stadschouwburg in 1804 verbouwd en vond er in 1863 een modernisering plaats van het interieur. Daarna vonden er ook verbouwingen en renovaties plaats van 1911 tot 1914, in 1929 en van 1997 tot 1999.


Meer over