Parlementair onderzoek Digitale Toekomst

Op 2 juli 2019 stelde de Tweede Kamer een tijdelijke commissie in die de kennis van Tweede Kamer op het gebied van digitale innovatie moet vergroten, en moet onderzoeken hoe de Kamer meer grip kan krijgen op (gewenste en ongewenste) ontwikkelingen in de digitalisering.

Technologie beïnvloedt onze samenleving ingrijpend. Digitale systemen en data worden steeds belangrijker. Kunstmatige intelligentie (KI), cloudopslag, sociale media, robotica, het internet der dingen (IoT) en big data zorgen voor een enorme hoeveelheid aan data en snelle bewerking met toepassingen op allerlei terreinen. Technologieën raken de hele samenleving en hebben invloed op onze huidige en toekomstige welvaart en werkgelegenheid. De Tweede Kamer wil daarom meer weten over deze ontwikkelingen en de grip erop versterken.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Onderzoeksvragen en werkwijze

De digitalisering kan producten, systemen en diensten beter maken, maar het kan ook verkeerd uitpakken en leiden tot schade. Er kunnen veiligheidsrisico’s zijn en ongewenste uitkomsten, zoals discriminatie, ongelijkheid en beperking van autonomie. Bij het toepassen van nieuwe mogelijkheden moet rekening worden gehouden met de menselijke maat, ethiek, normen en waarden. Daarnaast spelen vraagstukken als: van wie zijn de data, wat mag er mee gebeuren en wie bewaakt de spelregels, hoe gaan we om met privacy, wie bezit kennis om besluiten te nemen en wie bepaalt wie de kennis bezit?

De onderzoeksvragen luiden als volgt:

  • 1. 
    Welke technologische ontwikkelingen spelen er en wat zijn de maatschappelijke en economische gevolgen daarvan?
  • 2. 
    Hoe kijkt de Kamer op dit moment naar digitaliseringsvraagstukken en wat kan beter? Wat kunnen we leren van andere landen en van andere overheden (zoals gemeenten en provincies)?
  • 3. 
    Hoe kan de Tweede Kamer de kennis over digitale ontwikkelingen vergroten en de grip daarop verbeteren?

De parlementaire onderzoekscommissie is in juli 2019 ingesteld en heeft op 28 mei 2020 haar eindrapport aangeboden aan de Kamer.

2.

Conclusies en aanbevelingen

In haar eindrapport, getiteld 'Update vereist: naar meer parlementaire grip op digitalisering' stelt de commissie vast dat digitale systemen zich in hoog tempo ontwikkelen en in alle aspecten van het leven doordringen. Hierom is het van belang dat het parlement sturing kan geven aan deze ontwikkeling, maar tot nu toe is de Kamer hier volgens de commissie onvoldoende in geslaagd. De oorzaak hiervan legt de commissie bij het feit dat er geen specifieke Kamercommissie bestaat voor digitalisering en dat andere Kamercommissies te weinig tijd hebben om zich te verdiepen in dit onderwerp. Daarnaast is digitalisering een relatief nieuw onderwerp, waar nog weinig kennis over is verzameld. Ook noemt de commissie dat het lastig is om bij te houden wat op Europees niveau wordt ontwikkeld op het gebied van digitalisering. Dit bemoeilijkt de controlerende taak van het parlement.

Om meer grip te krijgen op digitalisering en meer aandacht te kunnen besteden aan dit onderwerp, doet de commissie de Kamer enkele aanbevelingen. De kern van het advies is om een vaste Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken op te richten. Deze commissie zou de volgende taken krijgen:

  • Controleren en behandelen van wetgeving rondom digitalisering
  • Verkennen en agenderen van ontwikkelingen op het gebied van digitalisering
  • Informeren van andere Kamercommissies over relevante ontwikkelingen op dit gebied
  • Voortouw nemen bij de behandeling van digitaliseringsvraagstukken in de Tweede Kamer
  • Fungeren als aanspreekpunt voor digitaliseringskwesties

Naast deze taken moet de commissie jaarlijks een kennisagenda opstellen, waarin de Kamer kan vastleggen welke informatie zij op welk moment nodig heeft. Ook zal de commissie zicht houden op de wet- en regelgeving in Nederland en zich hierover laten informeren door organisaties die toezicht houden op digitalisering. Ten slotte zal de commissie op de hoogte gehouden worden van de ontwikkeling van Europese voorstellen over dit onderwerp, zodat zij kan bijdragen aan het vormgeven en controleren van de Nederlandse positie ten opzichte van het EU-voorstel.


Meer over