Kabinetsformatie 2010

De kabinetsformatie van 2010 mondde uit in het minderheidskabinet-Rutte I dat werd gedoogd door de PVV. Dat gebeurde na een moeizame formatie, waarin pas op een (emotioneel) congres van het CDA het groene licht werd gegeven.

In eerste instantie weigerden het CDA, de grote verliezer van de verkiezingen, samenwerking met de grootste winnaar, de PVV. Er werd daarom gepoogd een kabinet van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks (Paars Plus) te vormen. Nadat onderhandelingen over deze coalitie op niets uitliepen, brachten oud-premier Ruud Lubbers en Ivo Opstelten als informateurs CDA, VVD en PVV alsnog tot elkaar.

Naast een regeerakkoord werd er een gedoogakkoord gesloten met de PVV. Tijdens de formatie werd koningin Beatrix enkele keren voor voldongen feiten geplaatst. Het was de laatste keer dat de koningin een rol speelde bij de formatie.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Overzicht

datum

wat

wie

tot en met

dagen

9 juni 2010

Tweede Kamerverkiezingen

     

12 juni 2010

Benoeming informateur

U.­Rosenthal

25 juni 2010

14

26 juni 2010

Benoeming informateur

H.D. Tjeenk Willink

5 juli 2010

10

5 juli 2010

Benoeming informateurs

J.­ Wallage en U. Rosenthal

20 juli 2010

16

21 juli 2010

Benoeming informateur

R.F.M. Lubbers

3 augustus 2010

14

4 augustus 2010

Benoeming informateur

I.W. Opstelten

4 september 2010

32

7 september 2010

Benoeming informateur

H.D. Tjeenk Willink

13 september 2010

7

13 september 2010

Benoeming informateur

I.W. Opstelten

7 oktober 2010

25

30 september 2010

Coalitieakkoord 'Vrijheid en verantwoordelijkheid'

M.­ Rutte en M.J.M. Verhagen

   

30 september 2010

Gedoogakkoord met PVV

     

7 oktober 2010

CPB analyse financieel kader

     

7 oktober 2010

Eindverslag informateur

I.W. Opstelten

   

7 oktober 2010

Benoeming formateur

  • M. 
    Rutte

14 oktober 2010

8

14 oktober 2010

Beëdiging nieuwe bewindslieden

Koningin Beatrix

   
 

Totale duur formatie

   

127

2.

Verloop van de formatie

Verkiezingsuitslag

Op 9 juni werden er Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De VVD werd de grootste partij en behaalde 31 zetels. Opvallender was misschien nog de enorme winst van de PVV. Deze partij ging van 9 naar 24 zetels. Het CDA verloor fors; 20 zetels. Lijsttrekker Balkenende kondigde op de verkiezingsavond aan het partijleiderschap neer te leggen en de politiek te verlaten, waarna Maxime Verhagen fractievoorzitter werd.

Informatie-Rosenthal

Op 10 juni ontving koningin Beatrix haar vaste adviseurs. Op 11 juni benoemde zij de VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Uri Rosenthal tot informateur. Rosenthal kwam vier dagen later met een voorstel om een kabinet te vormen met een minimale meerderheid (76 zetels), bestaande uit de grootste partij (VVD), de grootste winnaar (PVV) en het CDA als 'lijmpartij'.

Verhagen ging hier echter niet mee akkoord, omdat hij niet vond dat een CDA-deelname gepast was. Informateur Rosenthal probeerde na het mislukken van deze coalitie een 'Paars-plus-coalitie' te smeden, waarin de VVD, PvdA, GroenLinks en D66 zitting zouden nemen. Mark Rutte zag echter geen heil in Paars-plus. PvdA-fractievoorzitter Job Cohen wilde geen midden-kabinet van VVD, CDA en PvdA. Op 24 juni bracht informateur Rosenthal zijn eindverslag uit. Zijn opties (VVD/PVV/CDA; Paars-plus, VVD/PvdA/CDA) om een meerderheidskabinet te vormen, bleken op niets uit te lopen.

Informatie-Tjeenk Willink

Koningin Beatrix benoemde daarna Herman Tjeenk Willink tot informateur. Hij moest overzicht brengen in de moeizame formatie. Tijdens het Tweede Kamerdebat van 30 juni 2010 bleek dat een hernieuwde poging van Mark Rutte om een kabinet over rechts te vormen, mislukte.

Het CDA herhaalde namens Verhagen wederom dat de verkiezingsuitslag het CDA dwong tot een bescheiden positie en dat VVD en PVV er samen uit moesten komen. Tjeenk Willink zette intussen in op een nieuwe formatiepoging met de VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. Op 5 juli adviseerde hij de koningin in zijn eindverslag om twee informateurs, een van de VVD (Rosenthal) en een van de PvdA (oud-fractievoorzitter Jacques Wallage) aan te wijzen.

Informatie-Rosenthal/Wallage

Tjeenk Willink had de vastgelopen onderhandelingen uit het slop weten te trekken, waardoor op 5 juli Rosenthal en Wallage koden starten met de formatie van een meerderheidskabinet bestaande uit de VVD, PvdA, GroenLinks en D66. Vijftien dagen later constateerden Rutte en Cohen dat de VVD en de PvdA elkaar niet konden vinden op het gebied van het financieel-economische beleid. Beide partijen konden het niet eens worden over de hoogte van de te voeren bezuinigingen. D66 en GroenLinks sloten zich bij dat oordeel aan.

Informatie-Lubbers

Rutte wierp zich op om, net als Kok in 1994, een conceptregeerakkoord te schrijven op basis waarvan een coalitie kon worden gevormd. Koningin Beatrix besliste echter anders en benoemde op 22 juli oud-premier Ruud Lubbers tot informateur.

Het was zijn taak om 'haar op zeer korte termijn te informeren over de mogelijkheden die thans reëel aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en die daarom inhoudelijk nader onderzocht dienen te worden en daarbij aan te geven op welke wijze deze mogelijkheden worden beproefd'. Lubbers had daarmee de vrijheid om alle meerderheidsvarianten na te gaan waarvoor steun zou bestaan.

Informateur Lubbers gaf aan dat partijen onderling met elkaar moesten gaan praten over de formaties. Nadat Paars-plus mislukte, stelden de fractievoorzitters voor om het wederom over rechts te proberen. Op 28 juli voegde Rutte, Verhagen en PVV-leider Geert Wilders de daad bij het woord en spraken informeel met elkaar.

Lubbers drong daarbij aan om een rechtskabinet of een minderheidskabinet te overwegen. De informele gesprekken verliepen voorspoedig en op 30 juli werd bekend dat VVD, PVV en CDA wilden onderhandelen over de vorming van een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van PVV. Op deze manier zou het meningsverschil over de islam van de partijen geen grote invloed op het gevoerde beleid hebben.

Op 3 augustus bracht Lubbers eindverslag uit, waarin hij de Koningin adviseerde om VVD-voorzitter Ivo Opstelten te benoemen tot informateur. De fractievoorzitters van VVD, CDA en PVV hadden laten weten tot een globaal akkoord te zijn gekomen.

Informatie-Opstelten

Op 4 augustus werd Opstelten benoemd tot informateur. Hij moest 'komen tot een stabiel kabinet van VVD en CDA dat met steun van de PVV kon rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal'. De officiële onderhandelingen over dit kabinet begonnen op 9 augustus. Na deze onderhandelingen begonnen partijprominenten van het CDA zich te roeren.

Op 26 augustus sprak Lubbers zich uit tegen een samenwerking van het CDA met de PVV. Vier dagen later sprak CDA'er Jan Schinkelshoek zich uit tegen een samenwerking met de PVV. Ook Cees Veerman vroeg om de voorgestelde samenwerking met de PVV te heroverwegen. Hierdoor zag de CDA-fractie zich begin september 2012 genoodzaakt om tot een standpuntbepaling te komen. Van de CDA-fractie werd duidelijk dat Kathleen Ferrier en Ad Koppejan twijfelden aan de samenwerking.

Op 4 september liet Wilders weten onvoldoende zekerheid te hebben over de volledige medewerking van de CDA-fractie aan het minderheidskabinet. Op 1 september had mede-onderhandelaar Ab Klink aangegeven een samenwerking met de PVV als onwenselijk te zien. Deze kritiek deed Wilders eraan twijfelen of het CDA wel helemaal achter de samenwerking met de PVV stond. Hij wilde van Verhagen weten of alle fractieleden zich onvoorwaardelijk zouden binden aan de samenwerking.

Dit was een garantie die niet gegeven kon worden, waardoor een breuk ontstond. Hierna ontstond een hernieuwde poging van andere partijen om opnieuw te komen tot een Paars-pluskabinet. Op 6 september 2010 liet Klink weten met 'onmiddellijk ingang' uit de Tweede Kamer te stappen.

Informatie-Opstelten

Dezelfde dag begon een nieuwe consultatieronde. De dag erna gaf Wilders aan om de afgebroken onderhandelingen weer op te pakken. Op 13 september werd Opstelten door de Koningin wederom tot informateur benoemd met de opdracht om de onderhandelingen tussen de VVD, CDA en PVV te leiden.

Op 30 september bereikten VVD, CDA en PVV onder leiding van informateur Opstelten een akkoord over een ontwerp-regeer- en gedoogakkoord. In het gedoogakkoord stonden afspraken tussen de drie partijen over een totaal bezuinigingspakket van 18 miljard euro en afspraken over zorg, veiligheid en asielbeleid. Bovendien zou het aantal Kamerleden moeten worden teruggebracht.

De CDA-fractie gaf wel aan het eindoordeel over de akkoorden op te zullen schorten na het raadplegen van het CDA-congres. Op 2 oktober gaf het CDA-congres de fractie het advies mee om de formatie op basis van de gesloten akkoorden voort te zetten. Toch bleven veel partijcoryfeeën moeite houden met de deelname van het CDA aan een coalitie met daarin de PVV. Onder anderen de oud-premiers Piet de Jong en Dries van Agt waren tegen, evenals minister Hirsch Ballin.

Drie dagen later, op 5 oktober, besloot de CDA-fractie unaniem in te stemmen met het regeer- en gedoogakkoord. Wilders had andermaal de verzekering nodig van Verhagen dat de gehele CDA-fractie achter de akkoorden stond.

Formatie-Rutte

Rutte werd op 7 oktober benoemd tot formateur. Een dag later ontving hij de eerste kandidaat-ministers. Op 14 oktober was het minderheidskabinet- Rutte I een feit. Rutte was de eerste liberale premier sinds Cort van der Linden.

3.

Regeerakkoord

Het regeerakkoord 'Vrijheid en Verantwoordelijkheid' omvatte de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen VVD en CDA en vormde de basis voor het kabinet-Rutte I. Het regeerakkoord telde 46 pagina's. Centraal stonden de gelijkwaardigheid en vrijheid van alle burgers, versterking van de Nederlandse concurrentiepositie en investeren in 'de kenniseconomie'.

Het regeerakkoord stond los van het gedoogakkoord, waarin de bezuinigingen van de onderwerpen waarover alle drie de partijen tot consensus konden komen, werden benoemd en toegelicht. In dit akkoord stonden voornamelijk de afspraken op het gebied van immigratie, integratie, asiel en veiligheid centraal. De PVV kon, als gedoogpartner, wel tegen andere voorstellen uit het regeerakkoord van de VVD en CDA stemmen.

4.

Betrokken personen

De informateurs

Foto

Naam

Functie / partij

foto Mr. I.W. (Ivo) Opstelten

Ivo Opstelten

VVD

foto Mr. H.D. (Herman) Tjeenk Willink

Herman Tjeenk Willink

PvdA

foto Dr. U. (Uri) Rosenthal

Uri Rosenthal

VVD

foto Prof.Drs. J. (Jacques) Wallage

Jacques Wallage

PvdA

foto Dr. R.F.M. (Ruud) Lubbers

Ruud Lubbers

CDA

De formateur

De fractievoorzitters bij de onderhandelingen

Hun secondanten

Overige fractievoorzitters

De vaste adviseurs van de Koningin


Meer over


Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over Kamerleden of bewindspersonen, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v, of per politieke partij? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op met PDC.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.