De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze landen werken op veel terreinen samen. Zo drukt de EU een stevig stempel op het beleid over landbouw, visserij, consumentenrechten, milieu, immigratie en terrorismebestrijding.
Ook werken de lidstaten nauw samen op de gebieden van defensie, buitenlands beleid, handel, interne markt en economie. Om de economische integratie te bevorderen, besloten in 1998 twaalf lidstaten tot de invoering van een gemeenschappelijke munt, de euro. Later breidde deze eurozone zich verder uit.
Wat betreft wetenschappelijk onderzoek, vervoer, energie en uitwisselingsprogramma's op het gebied van onderwijs, heeft de EU belangrijke ondersteunende bevoegdheden.
Inhoud
Kerngegevens
| Grondslagen | Verdrag van de Europese Unie (VEU, 1991,herzien in 1997, 2000 en 2009), Verdrag van de Europese Gemeenschappen (VEG, 1958 en herzien in 1991 en 1997) opgevolgd door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU, 2009), Euratom-Verdrag (1958) |
|---|---|
| Voorloper | Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1951) |
| Oprichting | 1957 (Europese Economische Gemeenschap, Euratom), 1992 (Europese Unie) |
| Aard organisatie | Economische en politieke samenwerking |
Doelstellingen
De voorganger van de EU, de Europese Economische Gemeenschap, werd in 1957 opgericht door zes landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland.
In de beginjaren ging het bij de samenwerking tussen de lidstaten veelal om de handel en de economie, maar vandaag de dag houdt de EU zich ook bezig met tal van andere vraagstukken die rechtstreeks te maken hebben met het dagelijkse leven, zoals: burgerrechten, het garanderen van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, het scheppen van werkgelegenheid, milieubescherming en consumentenbescherming.
Meer informatie
- European Navigator: de multimedia-gegevensbank over de geschiedenis van de Europese eenwording
- Wat is de Europese Unie eigenlijk? (filmpje van vier minuten)
- Website Europese Unie
Factsheet Europees Parlement