Brief staatssecretaris met zes BNC-fiches - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Deze brief is onder nr. 417 toegevoegd aan .

1.

Kerngegevens

Officiële titel Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris met zes BNC-fiches 
Document­datum 26-01-2006
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST94334
Kenmerk 22112, nr. 417
Van Buitenlandse Zaken (BUZA)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2005–2006

22 112

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 417

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2006

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zes fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • 1. 
    Mededeling van de Commissie aan de Raad betreffende het aanknopen van overleg met Mauritaniëovereenkomstig artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou
  • 2. 
    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het EuropeesEconomisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s:

«Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving»

  • 3. 
    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het EuropeesEconomisch en Sociaal Comité over de werkzaamheden van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen met betrekking tot verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingenin de EU
  • 4. 
    White Paper, Financial ServicesPolicy 2005–2010(Nederlandse versie niet beschikbaar)
  • 5. 
    Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad over de bescherming van persoonsgegevensdie worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
  • 6. 
    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart.

De Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, A. Nicolaï

Fiche 1: Mededeling betreffende Mauritanië Titel:

Mededeling van de Commissie aan de Raad betreffende het aanknopen van overleg met Mauritanië overeenkomstig artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou

DatumRaadsdocument:                        07 november 2005

NrRaadsdocument:                               14031/05

Nr. Commissiedocument:                      COM(2005) 546 i

Eerstverantwoordelijk ministerie:        Buitenlandse Zaken

Behandelingstraject in Brussel:Werkgroep ACP, Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het betreft hier een mededeling van de CIE die niet gericht isop nieuw te vormen beleid, maar op het starten van gesprekken met Mauritanië onder artikel 96 van de Cotonou Overeenkomst.

Een consultatie onder artikel 96 wordt gestart wanneer geconstateerd wordt dat een land niet voldoet aan de essentiele voorwaarden voor samenwerking onder de Overeenkomst van Cotonou (democratie, rechtsstaat, mensenrechten). De op 3 augustus 2005 in Mauritanië gepleegde staatsgreep door de Conseil Militaire pour la Justice en la Démocratie (CMJD) onder leiding van kolonel Ould Vall wasaanleiding voor deze consultaties.

De staatsgreep werd sterk veroordeeld door de Secrataris Generaal van de Verenigde Naties(SGVN), de voorzitter van de Afrikaanse Unie (AU), het voorzitterschap van de EU en de Europese Commissie (EC). De CMJD en de aangestelde burgerregering vormen een overgangsregering tot na de parlementaire en presidentiele verkiezingen. De nieuwe regering en de CMJD worden door vrijwel alle lagen van de bevolking geaccepteerd. De CMJD heeft een grondwetswijziging voorgesteld waarin de lengte en het aantal presidentiële termijnen wordt gelimiteerd. Hierover dient de bevolking zich uit te spreken in een referendum dat in het voorjaar van 2006 zal plaatsvinden.

Verder wil de CMJD vrije en onafhankelijke parlementaire en presidentiële verkiezingen organiseren binnen twee jaar na de staatsgreep. Leden van de CMJD en de overgangsregering kunnen zich niet verkiesbaar stellen. De CMJD en de overgangsregering hebben de wens om een democratiseringsproces in beweging te zetten, om hervormingen door te voeren op justitieel terrein en om de rechtsstaat te verbeteren. Politieke vrijheden dienen gegarandeerd te worden en politieke gevangen dienen vrijgelaten te worden. Internationale verdragen en conventiesdie door Mauritanië geratificeerd zijn dienen te worden nageleefd.

In artikel 9 van de Partnerschapsovereenkomst tussen enerzijds de EG en haar lidstaten en de Afrikaanse, Caribische en Stille Zuidzee landen (ACS) anderzijds zijn essentiële elementen voor de samenwerking vastgelegd: mensenrechten, respect voor democratische principes en de rechtsstaat. In het licht van deze afspraken wil de EU graag opheldering over de te houden verkiezingen en met name over de kieslijsten, het instellen van een onafhankelijke kiescommissie, de omstandigheden waaronder onafhankelijke waarnemersdienen te werken en de praktische voorbereidingen voor deelname aan de verkiezingen. Verder zou de EU willen weten of de verkiezingen niet eerder gehouden kunnen worden. De EU zou ook graag willen weten in hoeverre de toezeggingen die gedaan zijn door voorgaande regeringen over goed bestuur, met name bij de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, liberalisering van de transport sectoren het macro-economische management worden nageleefd door de huidige regering. Alslaatste wordt opheldering gevraagd aan Mauritanië over de maatregelen die het wil nemen aangaande de hervormingen in de

justitiële sector, de versterking van de burgerlijke vrijheden en de vrijheid van meningsuiting.

De EU stelt daarom voor dat de Raad de Islamitische Republiek Mauritanië uitnodigt om beraadslagingen te houden onder artikel 9 en 96 van de Cotonou Overeenkomst. Vanwege de bijzondere omstandigheden waarin Mauritanië zich thans bevindt stelt de Commissie voor dat gebruik wordt gemaakt van artikel 96. De samenwerking en de financiële overeenkomsten met Mauritanië blijven gedurende de beraadslagingen gehandhaafd. Als laatste stelt de Commissie voor dat reeds geplande samenwerkingsprojecten op het gebied van goed bestuur en het herstel van de democratische rechtsstaat doorgang moeten vinden.

Rechtsbasis van het voorstel:n.v.t.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité:nee

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit:Strikt genomen niet van toepassing, want het betreft een mededeling. Voor zover tot een beoordeling dient te worden overgegaan, luidt het oordeel: positief. De Cotonou-overeenkomst is een gemengd akkoord waarbij zowel de EG alsde lidstaten partij zijn en waarbij de EG en lidstaten hun optreden naar buiten toe coördineren. NL steunt daarom het voorstel van de Commissie dat de Raad namens de EG en de lidstaten op EG niveau op zal treden.

Proportionaliteit:Strikt genomen niet van toepassing, want het betreft een mededeling. Voor zover tot een beoordeling dient te worden overgegaan, luidt het oordeel: positief. Het voorstel van de Commissie is het geëigende middel om de Raad voor te stellen artikel 96 van de Cotonou-Overeen-komst toe te passen. Een mededeling is daarvoor het juiste rechtsinstrument.

Consequenties voor de EU-begroting:geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger:n.v.t.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):n.v.t.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:

Geen, Nederland heeft geen OS relatie met Mauritanië. Het iswel een OS land voor de EU. De EU gaat nadrukkelijk de dialoog aan met Mauritanië over democratisering.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland isvan mening dat de initiatieven en de positie van de Afrikaanse Unie (AU) ten opzichte van Mauritanië zoveel mogelijk gevolgd dienen te worden. Nederland steunt de suggestie van het voorzitterschap om de «Extractive Industries Transparency Initiative» (initiatief grondstoffen exploitatie industrie transparanter te maken) in Mauritanië aan te moedigen en om de gesprekken met Mauritanië over de aanvraag van lidmaatschap voor het Barcelona-proces uit te stellen totdat de democrati-

sche rechtsstaat hersteld is. Nederland ondersteunt een constructieve dialoog tussen de EU en de nieuwe machthebbers in Mauritanië om het democratiseringsproces te versnellen.

Nederland steunt de voorstellen van de Commissie om Mauritanië uit te nodigen om opheldering te verschaffen over de te houden verkiezingen, toezeggingen die gedaan zijn door voorgaande regeringen over goed bestuur, met name bij de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, liberalisering van de transport sectoren het macro-economische management en over de maatregelen met betrekking tot de hervormingen van de justitiële sector, de burgerlijke vrijheden en de vrijheid van meningsuiting. Nederland steunt de EC in haar voorstel om voorlopige samenwerkingsactiviteiten door te laten gaan, om financiële overeenkomsten te handhaven en om geplande samenwerkingsactiviteiten op het terrein van goed bestuur en herstel van de democratische rechtsstaat te laten plaatsvinden. De bijzondere omstandigheden waarin Mauritanië zich thans bevindt hebben er terecht toe geleid dat gebruik wordt gemaakt van artikel 96.

Fiche 2: Mededeling over vereenvoudiging regelgeving Titel:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s:

«Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving»

DatumRaadsdocument:                        3 november 2005

NrRaadsdocument:                               13976/05

Nr. Commissiedocument:                      COM(2005) 535 i

Eerstverantwoordelijk ministerie: EZ i.o.m. FIN, LNV, VWS, V&W,

SZW, JUST, VROM, BZ en OCW

Behandelingstraject in Brussel:Raadswerkgroep Concurrentievermogen en Groei, Raad voor Concurrentievermogen

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Deze mededeling beschrijft de inzet van de Commissie voor de komende 3 jaren om het acquis communautaire systematisch door te lichten teneinde potentieel voor vereenvoudiging van regelgeving op te sporen. De mededeling bouwt voort op mededeling COM(2003)71 i uit februari 2003 inzake de modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire, en mededeling COM(2005)97 i uit maart 2005 inzake het belang van betere regelgeving voor het welslagen van de Lissabonstrategie. Vereenvoudiging van regelgeving isook een van de elementen van het Interinstitutioneel Akkoord «Beter Wetgeven» dat in december 2003 isgesloten. Het EP en de Raad hebben daarmee het voornemen van de Commissie gesteund om de communautaire wetgeving te vereenvoudigen op basis van het meerjarenprogramma van de Commissie. De Commissie geeft daarbij aan welke terreinen van wetgeving voor vereenvoudiging in aanmerking komen. Ook hebben Raad en Parlement in het Akkoord toegezegd hun behandelwijze van vereenvoudigingsvoorstellen van de Commissie te verbeteren (versnellen).

De jongste plannen van de Commissie zijn tot stand gekomen na een brede consultatie van lidstaten en belanghebbenden. Dit voorjaar heeft Nederland – samen met 22 andere lidstaten – input voor het nieuwe Commissiebeleid geleverd. De Commissie stelt verschillende methoden voor om tot vereenvoudiging van regelgeving te komen: herschikking, herziening of bundeling van teksten, delegatie of vereenvoudiging van normstelling en in sommige gevallen ook intrekking of afschaffing van (achterhaalde) wetgeving. Meer concreet worden genoemd: het gebruik maken van normstelling d.m.v. standaardisatie en normalisatie en

ICT-toepassingen en het vaker kiezen voor verordeningen in plaats van richtlijnen.

Een bijlage bij de mededeling bestaat uit een lange lijst met concrete voorstellen voor vereenvoudiging, welke zich uitstrekt over de volle breedte van het acquis. Als prioritaire sectoren voor vereenvoudiging worden onder andere afvalverwerking, bouw en motorvoertuigen aangewezen. Voortbouwend op deze sectorale aanpak worden tevens een aantal specifieke mededelingen aangekondigd (deelsreedsverschenen), zoalsde mededeling over vereenvoudiging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid die gelijktijdig met deze mededeling isverschenen en de mededeling over visserij van december 2004 (een opvolgende mededeling over het actieplan visserij verscheen op 8 december 2005). Mededelingen over belastingen, douane, statistiek en ARBO-wetgeving worden in 2006 en 2007 verwacht.

Eind 2004 istijdenshet Nederlandse voorzitterschap door de Raad een lijst van 15 prioriteiten voor vereenvoudiging vastgesteld, waaronder 4 door Nederland ingediende voorstellen. In deze mededeling worden 13 van de 15 prioriteiten opgepakt. Tevensworden nog enkele van de door Nederland ingediende voorstellen opgepakt die niet in de 15 prioriteiten van de Raad zijn opgenomen.

Rechtsbasis van het voorstel:n.v.t.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité:nee

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit:Strikt genomen niet van toepassing want het betreft een mededeling. Voor zover tot een beoordeling dient te worden overgegaan, luidt het oordeel positief. Vereenvoudiging van Europese regelgeving moet immersop EU niveau gebeuren. Nederland juicht het toe dat de Commissie in haar mededeling de prioriteiten die tijdens ons voorzitterschap in Raadkader zijn voorgesteld, heeft overgenomen. Proportionaliteit:Strikt genomen niet van toepassing want het betreft een mededeling. Voor zover tot een beoordeling dient te worden overgegaan, luidt het oordeel positief.Een mededeling is het geëigende instrument om de vereenvoudiging van regelgeving aan te kondigen. De uiteindelijke beoordeling zal echter afhankelijk zijn van de (voor de grotendeelsnog vast te stellen) concrete Commissie-voorstellen.

Consequenties voor de EU-begroting:geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Strikt genomen geen, aangezien het een mededeling met beleidsvoorne-mensbetreft. De in de mededeling voorziene vereenvoudiging van communautaire regelgeving concentreert zich op die elementen van het «acquiscommunautaire» die betrekking hebben op het concurrentievermogen van de bedrijven in de EU. De beoordeling van eventuele specifieke financiële, personele en administratieve consequenties kan plaatsvinden aan de hand van de (grotendeelsnog te verschijnen) concrete herzieningsvoorstellen van de Commissie.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):De in de mededeling voorziene vereenvoudiging van communautaire regelgeving zal in een aantal gevallen nopen tot

aanpassing van de betreffende Nederlandse implementatiewetgeving en zal eveneensgevolgen hebben voor het toezicht en de handhaving.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:geen

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Vereenvoudiging van wet- en regelgeving en vermindering van de regeldruk en administratieve lasten is een belangrijke prioriteit van de Nederlandse regering, en in de afgelopen jaren heeft Nederland aanzienlijke inspanningen geleverd om deze doelstelling ook hoog op de Europese agenda te krijgen. Het verschijnen van onderhavige Commissiemededeling kan alsdirect resultaat daarvan worden gezien. Nederland kan de mededeling dan ook verwelkomen alsblijk van de nieuwe richting waarin het Commissiebeleid zich ontwikkelt: niet alleen de productie van nieuwe wetgevingsvoorstellen, maar ook een systematische herziening (en vereenvoudiging) van bestaande regelgeving. Op basis van de huidige mededeling valt nog niet goed in te schatten hoe ver het ambitieniveau van de Commissie op het vlak van vereenvoudiging strekt, aangezien uitgewerkte inhoudelijke voorstellen nog ontbreken. Nederland wil nadrukkelijk een hoog ambitieniveau bepleiten. Het isniet voldoende alsde plannen voor vereenvoudiging beperkt worden tot het wegsnijden van «dood hout», het samenvoegen van regelingen en het verhelderen en harmoniseren van wetsteksten. Vereenvoudiging door inhoudelijke aanpassing van het beleid mag – evenals in Nederland – niet worden geschuwd. Het resultaat van de vereenvoudigingsoperatie moet een concrete en significante vermindering van de regeldruk en administratieve lasten zijn.

Voortsmaakt Nederland de volgende kanttekeningen: – Hoewel er in kwantitatief opzicht sprake is van een indrukwekkende operatie, iser voor een kwalitatieve beoordeling een nadere analyse nodig. Die ispasgoed te maken nadat de in het programma aangekondigde herzieningsvoorstellen op tafel liggen; – De inlossing van deze verwachtingen zal de nodige tijd in beslag nemen, aangezien aanpassing van Europese wetgeving nu eenmaal een langdurig procesis, en bovendien mede afhankelijk van de medewerking van de Raad en het EuropeesParlement – Het frequenter gebruiken van verordeningen in plaatsvan richtlijnen moet niet zoals de Commissie voorstelt een doel op zich zijn, maar dit dient per geval beoordeeld te worden. – De verhouding tussen deze algemene mededeling en de hierin aangekondigde en deelsreedsverschenen mededelingen over vereenvoudiging op deelterreinen isonduidelijk.

Fiche 3: Mededeling over verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde

ondernemingen in de EU

Titel:

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité over de werkzaamheden van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen met betrekking tot verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU

DatumCommissiedocument:               10 november 2005

Nr. Raadsdocument:                              14264/05

Nr. Commissiedocument:                      COM(2005) 543 i

Eerstverantwoordelijk ministerie: Financiën i.o.m. EZ en BZ

Behandelingstraject in Brussel:

Onderwerp isbesproken en uitgewerkt in het EU Joint TP Forum (dit is een Commissie werkgroep die bestaat uit verrekenprijs experts van de lidstaten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven). In de mededeling heeft de Commissie het rapport van het EU Joint TP Forum overgenomen.

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Bij «transfer pricing» gaat het om de verrekenprijzen die binnen één concern gehanteerd worden voor transacties/diensten tussen de verschillende groepsentiteiten. Op basis van deze gehanteerde verrekenprijzen wordt getoetst of transacties/diensten (ofwel: rechtshandelingen die groepsmaatschappijen onderling aan elkaar verrichten) binnen concern-verband marktconform zijn.

Het EU Transfer Pricing Forum, voor de eerste keer bijeengekomen in 2002, is een overlegorgaan dat naast belastingexperts van de lidstaten bestaat uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Het EU Transfer Pricing Forum brengt adviezen uit hoe problemen op het gebied van transfer pricing in de EU verminderd kunnen worden. Het onderwerp waarover in de voorliggende mededeling rapport wordt uitgebracht betreft transfer pricing documentatieverplichtingen. Dit onderwerp is van januari 2004 tot mei 2005 in het Forum behandeld. Voor dit onderwerp is gekozen omdat het internationale bedrijfsleven in de verschillende lidstaten met verschillende regels en eisen wordt geconfronteerd, aangezien deze documentatie eisen in de EU niet zijn geharmoniseerd of afgestemd.

Het Forum is gekomen tot een concept voor gestandaardiseerde documentatieverplichtingen. Kern daarvan ishet EU Transfer Pricing Documentie pakket (EU TPD). Het EU TPD is een centralisatie en standaardisatie van de documentatieverplichtingen in de verschillende EU lidstaten. Het bestaat uit 2 delen:

  • 1) 
    een algemene, centrale documentatiefile die in alle lidstaten waar het bedrijf actief isgebruikt kan worden;
  • 2) 
    en per lidstaat een set gestandaardiseerde informatie die alleen relevant isvoor de betreffende lidstaat.

Dit leidt tot een vermindering van administratieve lasten en minder compliance kosten. Ook worden bedrijven die het EU TPD hanteren gevrijwaard van boetes. Voor lidstaten heeft het EU TPD concept als voordeel dat zij meer inzage krijgen in de verrekenprijzen en de verrekenprijs-systematiek van het bedrijf in de hele EU.

De EU TPD isoverigensoptioneel (voor bedrijven); zij worden niet verplicht een EU TPD op te stellen. Als een bedrijf niet kiest voor een EU TPD (bijvoorbeeld omdat zij weinig grensoverschrijdende transacties heeft), zal zij overal aan de lokale documentatie eisen moeten voldoen.

Rechtsbasis van het voorstel:n.v.t.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité:nee

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit:strikt genomen niet van toepassing want het betreft een

mededeling. Voor zover tot een beoordeling wordt overgegaan, ishet

oordeel: positief.

Voor het bedrijfsleven houdt het een vermindering van de administratieve

lasten in en worden zij gevrijwaard van boetes in de EU voor documenta-

tieverplichtingen. Lidstaten krijgen een beter inzicht in de verrekenprijs-systematiek van de bedrijven.

Proportionaliteit:strikt genomen niet van toepassing want het betreft een mededeling. Voor zover tot een beoordeling wordt overgegaan, ishet oordeel: positief.

Het betreft immerseen optioneel pakket. Bedrijven worden niet verplicht te participeren.

Consequenties voor de EU-begroting:geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: De administratieve lasten voor het bedrijfsleven en fiscale autoriteiten zullen afnemen.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):geen

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:geen

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland staat positief tegenover de mededeling van de Commissie. Voor het bedrijfsleven houdt het een vermindering van de administratieve lasten in en worden zij gevrijwaard van boetes in de EU voor documen-tatieverplichtingen. Lidstaten krijgen een beter inzicht in de verrekenprijs-systematiek van de bedrijven.

Fiche 4: Witboek over financiële diensten beleid 2005–2010 Titel:

White Paper, Financial Services Policy 2005–2010

(Nederlandse versie niet beschikbaar)

DatumCommissiedocument:               2 december 2005

Nr. Raadsdocument:                              15345/05

Nr. Commissiedocument:                      COM(2005) 629 i

Eerstverantwoordelijk ministerie:         Financiën i.o.m. BZK, EZ, BZ

Behandelingstraject in Brussel:

Op 6 december heeft commissaris McCreevy de nieuwe financiële diensten strategie gepresenteerd aan de Raad (ECOFIN). Behandeling van het witboek vindt plaatsonder Oostenrijksvoorzitterschap. Naar verwachting zal de Raad in voorjaar 2006 conclusies aannemen over het witboek. De conclusieszullen worden voorbereid in het Financial ServicesCommittee en het Economic and Financial Committee.

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: In 1999 lanceerde de Commissie een actieplan voor een financiële interne markt. Daarin werd een reeks maatregelen geschetst die nodig zijn om tot een interne Europese financiële markt te komen. De Europese Raad van Lissabon heeft er in maart 2000 op aangedrongen dat het actieplan voor financiële diensten tegen 2005 wordt uitgevoerd. Dat is gelukt. Het grootste deel van de volgens het actieplan voor financiële diensten (FSAP)

noodzakelijke regelgeving istijdig aangenomen. In het witboek presenteert de Commissie de financiële diensten strategie voor de komende vijf jaar. De prioriteiten van de nieuwe strategie van de Commissie zijn:

  • • 
    consolideren van de vooruitgang richting een geïntegreerde, open, concurrerende en in economisch opzicht efficiënte Europese financiële markt, wegwerken van de resterende economisch significante belemmeringen en zorgen voor correcte tenuitvoerlegging en handhaving van de bestaande regelgeving doorvoeren van de principes voor betere regelgeving in het hele beleidsproces;
  • • 
    bevorderen van de convergentie en samenwerking op toezichtgebied;
  • • 
    meer concurrentie tot stand brengen tussen aanbieders van financiële diensten, in het bijzonder op de retailmarkten, waarbij het beleid dient bij te dragen aan opbrengsten voor consumenten onder handhaving van adequate bescherming van die consumenten;
  • • 
    uitbreiden van de invloed van de EU in mondiale context. Deze prioriteiten vormen de spil van de nieuwe strategie van de Commissie.

Rechtsbasis van het voorstel:n.v.t.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:n.v.t.

Instelling nieuw Comitologie-comité:n.v.t.

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit:strikt genomen niet van toepassing, want het betreft een witboek. Voor zover tot een beoordeling dient te worden overgegaan, luidt het oordeel positief.

Het witboek kan gezien worden alseen vervolg op het FSAP. De activiteiten van de Commissie op het gebied van financiële diensten vloeien voort uit de gedachte dat diepe, liquide en dynamische financiële markten zouden zorgen voor een efficiënte allocatie van kapitaal en diensten in de gehele Europese economie en aldus de grondslag zouden leggen voor een grotere groei en werkgelegenheid op lange termijn in alle delen van de economie.

Proportionaliteit:strikt genomen niet van toepassing, want het betreft een witboek.

Het witboek doet nog geen concrete voorstellen voor nieuwe richtlijnen of tot wijziging van bestaande richtlijnen. Wel identificeert de Commissie in het witboek twee terreinen voor verdere werkzaamheden: beleggingsfondsen en financiële diensten aan consumenten en kleine bedrijven (retail). Wat betreft dat laatste heeft de Commissie besloten dat de volgende terreinen meer aandacht verdienen: bankrekeningen en kredietbemiddeling. Daarbij merkt de Commissie op dat de werkzaamheden op deze terreinen zullen worden gekenmerkt door een «bottom-up»-benade-ring, op overleg gebaseerd zijn en aansluiten bij de ontwikkelingen in de markt. Over mogelijke vervolgstappen met betrekking tot beleggingsfondsen presenteert de Commissie in de tweede helft van 2006 een witboek.

In het kader van de agenda voor «betere regelgeving» zal de Commissie vóór de indiening van een nieuw voorstel een grondige en overtuigende beoordeling maken van de economische effecten – een zogenaamde impact assessment. Deze impact assessments zijn van wezenlijk belang met het oog op de beoordeling van proportionaliteit van mogelijke nieuwe Commissievoorstellen.

Consequenties voor de EU-begroting:geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: De financiële consequenties van het voorgenomen beleid van de Commissie op het gebied van financiële diensten zijn nog onduidelijk, maar zullen naar verwachting beperkt zijn.

Er worden in het groenboek nog geen concrete voorstellen gedaan voor nieuwe richtlijnen of tot wijziging van bestaande richtlijnen. Mocht het voorgenomen beleid van de Commissie leiden tot voorstellen voor nieuwe richtlijnen of tot wijziging van bestaande richtlijnen, dan zal de Nederlandse inzet erop gericht zijn de mogelijke extra administratieve lasten voor bedrijfsleven, burger en/of overheid zoveel mogelijk te beperken.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):geen.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:n.v.t.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:geen

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Het witboek is de volgende stap op weg naar een Europese interne markt voor financiële diensten. De economische voordelen van financiële intergratie in Europa worden breed erkend. De integratie van de financiële markten in Europa is een belangrijk onderdeel van de Lissabon strategie. Die stelt dat de EU in 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie in de wereld moet worden, die duurzame economische groei weet te koppelen aan meer en betere banen en een grotere sociale samenhang. Bovendien blijkt uit onderzoek1 van de Commissie dat er in de afgelopen tien jaar behoorlijke vooruitgang isgeboekt op het gebied van de integratie van de Europese financiële markten. Vooral de zakelijke (wholesale)markten (bijvoorbeeld de geld- en kapitaalmarkten en de effectenbeurzen) hebben geprofiteerd van deze integratiebeweging. De financiële dienstverlening aan consumenten en kleine bedrijven (de retail-markten) daarentegen isnog steedsversnipperd.

In het witboek zet de Commissie de prioriteiten uiteen die haar beleid op het gebied van financiële diensten de komende vijf jaar zullen beheersen. Nederland ondersteunt de algemene beleidsdoelstelling van de Commissie om nadruk te leggen op de tenuitvoerlegging van het bestaande regelgevingskader, met weinig nieuwe initiatieven. Dit betekent niet dat Nederland ieder nieuw initiatief in de komende jaren zal afwijzen. In algemene zin geldt dat nieuwe gerichte initiatieven mogelijk moeten zijn. Daarbij geldt dan wel dat nieuwe voorstellen aantoonbare economische voordelen moeten opleveren en de werking van de markt moeten bevorderen, dat zij de proportionaliteits- en subsidiariteitstoets kunnen doorstaan en dat zij een gunstige kosten-batenanalyse opleveren. Bovendien zal Nederland ervoor pleiten dat goede aansluiting wordt gezocht bij bestaande initiatieven vanuit de Commissie. Nederland zal ervoor waken dat er een goede balans blijft tussen adequate financiële regelgeving en de ruimte voor innovatie.

1 Financial Integration Monitor 2004, SEC(2004) 559.

Fiche 5 Kaderbesluit over de bescherming van persoonsgegevens Titel:

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken

DatumRaadsdocument:                        11 oktober 2005

Nr. Raadsdocument:                              13019/05

Nr. Commissiedocument:                      COM (2005) 475 i

Eerstverantwoordelijk ministerie: Justitie i.o.m. BZK, FIN, BZ, DEF en

V&W

Behandelingstraject in Brussel:MDG Georganiseerde Criminaliteit, Comité Artikel 36 (CATS), Raad Justitie en Binnenlandse Zaken

Achtergrond, inhoud en doelstelling van het voorstel: In juni 2005 hebben de Raad en de Commissie het Actieplan ter implementatie van het HaagsProgramma ter versterking van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid aanvaard. Volgens het Actieplan zal de Commissie in 2005 voorstellen indienen over de uitwerking van het beginsel van beschikbaarheid van voor de rechtshandhaving relevante informatie en over adequate waarborgen en effectieve wettelijke rechtsmiddelen voor de overdracht van persoonsgegevens met het oog op de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. In de Verklaring van 13 juli 2005, naar aanleiding van de bomaanslagen in Londen, heeft de Raad de Commissie opgeroepen om deze voorstellen in oktober 2005 te presenteren. Middels onderhavig voorstel voldoet de Commissie aan die oproep. Het voorgestelde kaderbesluit bevat onder meer: algemene regels over de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens, bepalingen betreffende specifieke vormen van verwerking, de rechten van de betrokkene, de vertrouwelijkheid en veiligheid van de verwerking, rechtsmiddelen, aansprakelijkheid, sancties, toezichthoudende autoriteiten en een werkgroep ter bescherming van personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de preventie, onderzoek, ontdekking en vervolging van strafbare feiten.

Het kaderbesluit bevat een mechanisme gericht op een EU-brede naleving van het beginsel dat persoonsgegevens uitsluitend worden verstrekt aan derde landen en internationale organen indien een adequaat niveau van bescherming verzekerd is. Dit is afhankelijk van omstandigheden als de aard van de gegevens, de doeleinden en duur van de verwerking en de algemene en specifieke regels die in het betreffende land of de organisatie van toepassing zijn. Het kaderbesluit bevat een procedure voor de vaststelling in hoeverre een derde land of een internationale organisatie beschikt over een adequaat niveau van gegevensbescherming. Daarvoor wordt verwezen naar punt 8d van dit fiche (instelling nieuw Comitologie-comité).

Rechtsbasis van het voorstel:Artikelen 30, 31 en 34, tweede lid, onder b, van het EU-Verdrag.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Unanimiteitsbesluitvorming in de Raad, raadplegingsprocedure Europees Parlement.

Instelling nieuw Comitologie-comité:

Ja. Voorgesteld wordt de procedure van comitologie toe te passen (artikel 16 van het voorstel). Deze procedure is van toepassing om vast te stellen of een derde land of internationaal orgaan op grond van zijn nationale wetgeving of de internationale verbintenissen die het is aangegaan een passend niveau van gegevensbescherming biedt. Het comité spreekt zich

uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 205, tweede lid, van het EG-verdrag is voorgeschreven voor de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie moet aannemen. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het adviesvan het comité of indien geen adviesisuitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over het voorstel nemen. Indien de Raad zich tegen het voorstel heeft uitgesproken onderzoekt de Commissie het voorstel opnieuw. Wanneer de Raad na het verstrijken van de termijn het voorgestelde uitvoeringsbesluit niet heeft goedgekeurd en zich niet tegen het voorstel voor uitvoeringsmaatregelen heeft uitgesproken, wordt het voorgestelde uitvoeringsbesluit door de Commissie vastgesteld. Verder wordt voorgesteld een werkgroep met een adviserende functie in te stellen die onafhankelijk optreedt (artikel 31 van het voorstel). De werkgroep bestaat uit een vertegenwoordiger van de door iedere lidstaat aangewezen toezichthoudende autoriteit(en), een vertegenwoordiger van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en een vertegenwoordiger van de Commissie. De werkgroep neemt haar besluiten met gewone meerderheid van stemmen. De werkgroep heeft tot taak advies uit te brengen, onder meer over het beschermingsniveau in de lidstaten en over voorstellen tot wijziging van het onderhavige kaderbesluit. Tevens kan de werkgroep uit eigen beweging aanbevelingen doen over elke aangelegenheid die verband houdt met de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens in de Europese Unie met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen of vervolgen van strafbare feiten (artikel 32 van het voorstel).

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit:Positief. Het kaderbesluit heeft betrekking op de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten ten behoeve van doelmatige en rechtmatige maatregelen ter voorkoming en bestrijding van criminaliteit, in het bijzonder zware criminaliteit en terrorisme, in alle EU-lidstaten. Maatregelen op nationaal, bilateraal en multilateraal niveau kunnen voor de lidstaten weliswaar nuttig zijn maar hiermee zou de noodzaak van de waarborging van de interne veiligheid voor de gehele Unie worden miskend. De uitwisseling van gegevens voor rechtshandhavingsdoel-einden tussen lidstaten zal naar verwachting toenemen (vgl. uitwerking beginsel van beschikbaarheid) en dient daarom te worden aangevuld met regels inzake de verwerking en bescherming van persoonsgegevens. Het kaderbesluit beoogt de wetten en regelingen van de lidstaten onderling af te stemmen hetgeen een gemeenschappelijke actie binnen de Europese Unie vereist en niet kan worden verricht door de lidstaten afzonderlijk. Proportionaliteit:Positief. In overeenstemming met het proportionaliteitsbeginsel gaat het onderhavige kaderbesluit niet verder dan hetgeen noodzakelijk is om het doel te bereiken. Het kaderbesluit verwijst uitsluitend naar de verwerking van persoonsgegevens voorzover dat van belang is voor de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Nederland acht het gekozen instrument van een kaderbesluit onder de derde pijler een juist middel om de gestelde doelen te bereiken.

Consequenties voor de EU-begroting:

Op jaarbasis een bedrag van naar schatting € 389 000. De extra administratieve uitgaven ten laste van de begroting van de Europese Gemeenschappen, die voortvloeien uit toepassing van het voorgestelde kaderbesluit, blijven beperkt tot vergaderingen van, en secretariële diensten voor, het op te richten comitologie-comité en het op te richten adviesorgaan. Van het genoemde bedrag iseen bedrag van € 189 000 begroot ten

behoeve van personele middelen en een bedrag van € 200 000 ten behoeve van andere huishoudelijke uitgaven (conferenties, vergaderingen e.d.).

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Gelet op de bestaande wetgeving op het gebied van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij de verwerking van persoonsgegevens door wetshandhavingsdiensten zal het kaderbesluit niet of nauwelijks tot extra administratieve kosten leiden.

1 Er kan worden gedacht aan het Verdrag van Prüm dat de partijen de mogelijkheid biedt van rechtstreekse raadpleging van bepaalde categorieën van politiegegevensop basisvan de zogenaamde hit/no hitbevraging. Ook kan worden gewezen op het beginsel van beschikbaarheid dat in het HaagsProgramma is vastgelegd en dat er in voorziet dat een wetshandhavingfunctionaris in een lidstaat informatie – die hij voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft – kan verkrijgen van een andere lidstaat en dat de betrokken wetshand-havingsinstantie in een andere lidstaat die informatie voor het aangegeven doel beschikbaar stelt, rekening houdend met het belang van lopende onderzoeken in die lidstaat.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):

De in het kaderbesluit voorgestelde beginselen voor gegevensverwerking zijn in zijn algemeenheid reedstot uitdrukking gebracht in de Wet Politieregisters. Thans is bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel politiegegevens in behandeling, dat beoogt de huidige Wet Politieregisters te vervangen. Een aantal bepalingen van het wetsvoorstel zal worden uitgewerkt door middel van een algemene maatregel van bestuur. In het geval de uitkomsten van de onderhandelingen over het ontwerpkaderbesluit aanleiding zouden geven tot aanpassing van de nationale regelgeving dan zal dit worden betrokken bij het eerdergenoemde wetsvoorstel politiegegevens en de bijbehorende algemene maatregel van bestuur.

Voorgestelde implementatietermijnen (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:

Voorgesteld wordt dat de lidstaten de noodzakelijke maatregelen treffen om uiterlijk op 31 december 2006 aan dit kaderbesluit te voldoen (artikel 35 van het voorstel). Dit is een gebruikelijke bepaling. De definitieve implementatietermijn isafhankelijk van de voortgang van de behandeling van dit voorstel in de Raad. Vooralsnog is er geen aanleiding tot nader commentaar ten aanzien van de haalbaarheid van de voorgestelde implementatietermijn.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:geen.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland hecht veel waarde aan gemeenschappelijke waarborgen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer op het niveau van de Unie. Dit zal bijdragen aan het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten bij de verstrekking van gegevens die worden verwerkt in het kader van de opsporing en vervolging van strafbare feiten, en daarmee de bereidheid tot uitwisseling van die gegevens ten goede kunnen komen. Van belang is dat het kaderbesluit aansluit bij de inhoud en structuur van Richtlijn 95/46/EG i en tegelijkertijd wordt toegesneden op de specifieke behoeften op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Verder hecht Nederland er veel waarde aan dat bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke waarborgen voldoende rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen op het gebied van de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten1.

Ook procedureel ishet van belang dat de behandeling van de verschillende onderwerpen in de Raad onderling goed wordt afgestemd zodat kan worden verzekerd de verschillende regelingen elkaar goed aanvullen. Nederland staat tamelijk gereserveerd ten opzichte van de voorgestelde toepassing van de procedure van comitologie (zie punt 8d) omdat daarmee wordt afgeweken van de procedure voor de aanneming van een

kaderbesluit in de derde pijler, ten aanzien waarvan eenparigheid van stemmen is vereist. Hierover bestaat thans echter nog geen definitief standpunt, dit punt zal nader moeten worden onderzocht.

Fiche 6: Verordening inzake beveiliging burgerluchtvaart Titel:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart

DatumRaadsdocument:                        23 september 2005

Nr. Raadsdocument:                               12588/05

Nr. Commissiedocument:                      COM (2005) 429 i

Eerstverantwoordelijk ministerie: JUST in nauwe samenwerking met

V&W i.o.m. BZK, DEF, FIN

Behandelingstraject in Brussel:Raadswerkgroep Luchtvaart, Raad Vervoer

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Naar aanleiding van de terroristische aanslagen van 11 september 2001 is onder grote politieke druk in relatief korte tijd verordening 2320/2002 i inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart tot stand gekomen. Deze verordening is op 19 januari 2003 in werking getreden.

Het nu voorliggende voorstel tot vervanging van verordening 2320/2002 i voorziet in een basisniveau van beveiliging van de burgerluchtvaart in de EU. De Commissie stelt voor in vertrouwelijke, makkelijk aan te passen implementatieregelgeving gedetailleerd in te gaan op de beveiligingseisen.

Het voorstel tot vervanging van de verordening is gebaseerd op twee redenen: allereerst maakt de grote mate van detail in de huidige verordening het bijzonder lastig de regelgeving aan te passen, terwijl dat in de praktijk wel wenselijk is; bijvoorbeeld om het gebruik van nieuwe, efficiëntere technologieën toe te kunnen passen voor de beveiligingscontrole van passagiers.

In de tweede plaatsishet onwenselijk de gedetailleerde eisen die worden gesteld aan de beveiliging, alsmede de wijze waarop hieraan uitvoering wordt gegeven, op te nemen in een openbaar document. De Commissie heeft een aanvullende reden om de verordening te vervangen: het uitbreiden van de reikwijdte van de verordening met de zogenaamde «in-flight security», de beveiliging aan boord van het vliegtuig. Hiermee zouden de Europese regels zowel de beveiliging op de grond alsde beveiliging aan boord van het vliegtuig omvatten. De doelstelling van het voorstel betreft het verduidelijken, vereenvoudigen en verder harmoniseren van de wettelijke vereisten op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart teneinde de algehele veiligheid van de burgerluchtvaart te vergroten.

Rechtsbasis van het voorstel:Artikel 80(2) van het EG-Verdrag.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:Co-decisie procedure.

Instelling nieuw Comitologie-comité:

De Commissie zal worden bijgestaan door een Regelgevend Comité, zoals

dat bij de huidige verordening 2320/2002 i ook het geval is.

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit:twijfelachtig.

Het doel, namelijk het verduidelijken, vereenvoudigen en verder harmoni-

seren van de wettelijke vereisten op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart teneinde de algehele veiligheid van de burgerluchtvaart te vergroten, kan niet geheel worden verwezenlijkt door de afzonderlijke lidstaten. Dit doel kan beter worden verwezenlijkt op het niveau van de EG (verordening).

Echter, m.b.t. de artikelen 4, 5 en 6 van het voorstel is de subsidiariteits-toetsnegatief. Artikel 4 voorziet, in verkapte termen, in de mogelijkheid dat de Commissie andere, passende maatregelen vaststelt voor kleine luchthavens– vanwege de grootte van het vliegtuig, de aard van de operatie en/of het aantal vluchten. Echter, gelet op de verschillende omstandigheden en situaties op dergelijke kleine luchthavens kan worden gesteld dat de lidstaten zelf beter in staat zijn hiervoor passende maatregelen vast te stellen, zoals dat bij de huidige verordening reeds het geval is. Verder wenst de Commissie bevoegdheid te krijgen om te kunnen treden in de beslissing van een lidstaat om aanvullende maatregelen te treffen die nodig zijn voor het waarborgen van de nationale veiligheid (art. 5 van het voorstel). Echter, het gaat hier om een aangelegenheid waarvoor de Commissie geen competentie heeft. Een soortgelijk voorstel doet de Commissie voor aanvullende maatregelen die op verzoek van een derde land door een lidstaat zijn getroffen (art. 6 van het voorstel). De Commissie is niet bevoegd en heeft ook geen instrumenten om te oordelen over de nationale veiligheid in dat derde land, en daarmee over de noodzaak van dergelijke maatregelen. Omdat het hier feitelijk alleen over de VS gaat, ishet beter deze maatregelen, en de effecten daarvan voor de luchtvaartindustrie, te bespreken in één van de bestaande overleggen tussen de VS en de Gemeenschap, bijvoorbeeld in de PDBTS (Policy Dialogue on Border and Transport Security). Zie ook Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling. Proportionaliteit:Gematigd negatief. M.b.t. de artikelen 4,5 en 6 iseen verordening niet het juiste instrument.

Consequenties voor de EU-begroting:geen.

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: In beginsel geen financiële gevolgen indien sprake is van herprioritering van taken binnen het huidige takenpakket dat de KMAR reedsonder verantwoordelijkheid van Justitie uitvoert. Indien er wel sprake is van financiële consequenties zal dekking worden gevonden op de begroting van Justitie.

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):

Geen. De bestaande gedetailleerde regels m.b.t. de beveiligingseisen worden slechts uit de oude verordening gehaald en neergelegd in «nieuwe» implementatie-regelgeving. Deze implementatieregelgeving bestaat reeds onder de oude verordening en zal opnieuw worden vastgesteld. De overzetting van gedetailleerde regels van de oude verordening naar implementatieregelgeving levert geen consequenties op.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:

Gelet op de besluitvormingsprocedure (co-decisie) zal de nieuwe verordening op zijn vroegst medio 2006 in werking treden.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:geen.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland stemt in met het doel van de vervanging van verordening 2320/2002 i, nl. het verduidelijken, vereenvoudigen en verder harmoniseren van de wettelijke vereisten op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart teneinde de algehele veiligheid van de burgerluchtvaart te vergroten. Niettemin zijn er aandachtspunten m.b.t. subsidiariteit en proportionaliteit.

Wat betreft het voorstel van de Commissie om haar competentie uit te breiden met de inflight security: geredeneerd vanuit het oogpunt van terrorismebestrijding past veiligheid aan boord van het luchtvaartuig in beginsel in de voorgestelde verordening. Echter, Nederland houdt vast aan de bestaande structuren van Annex 6 (luchtvaartveiligheid) en JAR-OPS1, zoalsgeïmplementeerd in de nationale regelgeving met betrekking tot de luchtvaartveiligheid enerzijdsen Annex 17 (beveiliging) bij het Verdrag van Chicago (opgesteld door ICAO, de VN-organisatie voor de burgerluchtvaart) anderzijds, waardoor – waar nodig – de samenhang wordt geborgd tussen de beveiligings- en veiligheidsaspecten aan boord van het vliegtuig. Daarbij isNederland van mening dat het inzetten van politiefunctionarissen aan boord van het vliegtuig een nationale aangelegenheid is.

Tenslotte wil Nederland in lijn met de Verklaring van de Raad en het Euro-peesParlement bij de aanname indertijd van verordening 2320/2002 i aandacht besteden aan het thema kosten van beveiliging, dit mede gelet op de daarbij wenselijk geachte transparantie.

1 De Europese implementatie van Annex 6 bij het Verdrag van Chicago.

 

3.

Bevat de volgende onderliggende documenten

Mededeling betreffende Mauritanië

22112, 417, 1
Mededeling over vereenvoudiging regelgeving

22112, 417, 2
Mededeling over verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU

22112, 417, 3
Witboek over financiële diensten beleid 2005­2010

22112, 417, 4
Kaderbesluit over de bescherming van persoonsgegevens

22112, 417, 5
Verordening inzake beveiliging burgerluchtvaart

22112, 417, 6
 
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.