Rechtsstaat als tuchtschool

30 januari 2009, column J.Th.J. van den Berg

De leidinggevenden in de Partij van de Arbeid hebben zich gecommitteerd aan een sterk omstreden ontwerpresolutie over migratie en integratie, door Wouter Bos terecht een van de beslissende vraagstukken van de sociaaldemocratie genoemd. In tweeërlei opzicht verdient dit waardering. Aan het werkstuk is zwaar politiek gewicht gehangen en dat getuigt van politieke moed. Voorts heeft de partijleiding haar opvattingen openlijk ter discussie gesteld, hoewel zij kon vermoeden dat zij niet alleen op steun zou kunnen rekenen. Als dit een uitkomst is van het voorzitterschap van Lilianne Ploumen, dan is er hoop voor de toekomst van de partij.

Het zou fijn zijn als zoveel hulde ook zou kunnen uitgaan naar de inhoud van 'Verdeeld verleden, gedeelde toekomst'. Dat valt echter tegen, wat niet alleen is af te leiden uit de zeer kritische reacties van het Tweede Kamerlid en oud-directeur van de Wiardi Beckman Stichting, Paul Kalma, de Groningse wethouder en staatsrechtexpert, Frank de Vries (beiden in Trouw), of van het gemeenteraadslid in Zoetermeer, Huri Sahin (in de Volkskrant). Er zijn overigens ook, vooral in de Volkskrant, uitgesproken steunbetuigingen te lezen. De kritiek vanuit de partij heeft er al toe geleid dat het partijbestuur voornemens is het stuk zelf aan te passen, voordat straks het congres dit doet met een massa aan amendementen.

Gelet op de aard en omvang van de kritiek, is het de vraag of dit de goede weg is. Misschien is het beter het debat in de partij zijn gang te laten gaan en niet te doorbreken (of: af te breken?) met nieuwe bestuursstukken. Het congres zou vervolgens zonder geamendeer over het werkstuk moeten spreken en vervolgens één besluit moeten nemen: maak een nieuwe tekst, die niet zozeer 'de toon matigt' maar die tussen argument en tegenargument een beter evenwicht brengt. Want aan dit evenwicht ontbreekt het evenals aan helderheid.

Een voorbeeld van de onbalans. Voortdurend duikt de term 'rechtsstaat' in het verhaal op. Nu is de rechtsstaat er allereerst om de staat in zijn werkzaamheid te binden aan het recht en hem aldus tot terughoudendheid te bewegen. In het PvdA-stuk dient hij vooral tot tuchtschool, om de deugdzaamheid en aanpassing van nieuwe burgers af te dwingen. Van migranten wordt in het document voornamelijk van alles geëist en pas heel laat in het stuk valt voor het eerst het woord 'discriminatie'.

De autochtone samenleving moge in veertig jaar sterk zijn geseculariseerd, het lijkt wel alsof al ons respect voor godsdienst en godsdienstige beleving mee is verdwenen. Daarmee ons historisch besef. De Partij van de Arbeid is in 1946 immers gegrondvest door onder meer overtuigde gelovigen en in ruime waardering voor hun overtuiging. Dat vormde de essentie van de 'Doorbraak'. Daartoe behoort niet het herhaaldelijk uitspreken van de zin: 'Krenken mag', zoals het stuk doet. Tegen krenken mag veelal in rechte weinig zijn te ondernemen, om ruimte te laten aan de vrijheid van meningsuiting. Moreel wordt het er niet minder verwerpelijk door.

Hoogst onhelder is de ontwerpresolutie over Nederlanderschap, nationaliteit en naturalisatie. Het wordt allemaal volledig door elkaar gehaald. In een groot aantal gevallen wordt over 'Nederlanders' gesproken en over 'alle burgers van Nederland'. Meestal is het dan echter de bedoeling over alle ingezetenen te spreken, ongeacht hun nationaliteit. Elders echter wordt gezegd dat voor publieke functies de Nederlandse nationaliteit is vereist. 'De Grondwet is daar duidelijk over', staat er parmantig. Zeker is de Grondwet duidelijk, maar die stelt nu juist dit vereiste niet steeds: voor de gemeenteraad beperkt het kiesrecht (actief en passief) zich niet tot Nederlanders. Ook ambtenaren behoeven lang niet steeds Nederlander te zijn. Het stuk ademt de sfeer, alsof niet alleen dubbele nationaliteit uit den boze zou zijn, maar ook de keuze om wel te integreren maar geen Nederlander te willen worden.

Of past dat ook al niet meer in de provinciaals wordende sociaaldemocratie in 'ons Nederland'? Wanneer was die voor het laatst trots op haar internationalisme? Hoe lang is het geleden dat de sociaaldemocratie ingezetenschap belangrijker vond dan nationaliteit? De PvdA wordt er niet beschaafder op.



Andere recente columns