Dr. J.M. (Joop) den Uyl

foto Dr. J.M. (Joop) den Uyl
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief NOS

Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.

PvdA
in de periode 1949-1987: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, minister-president, viceminister-president, politiek leider

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Johannes Marten (Joop)

wijziging in naam en/of titulatuur
  • J.M. den Uyl, tot 1 januari 1961
  • Drs. J.M. den Uyl, van 1 januari 1961 tot 8 januari 1985 (na inwerkingtreding van de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs)
  • Dr. J.M. den Uyl, vanaf 8 januari 1985 (nadat aan hem door de Universiteit van Amsterdam een eredoctoraat was verleend)

geboorteplaats en -datum
Hilversum, 9 augustus 1919

overlijdensplaats en -datum
Amsterdam, 24 december 1987

2.

Partij/stroming

partij(en)
PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 1946

3.

Hoofdfuncties/beroepen (16/19)

  • directeur WBS (Wiardi Beckman Stichting), wetenschappelijk bureau PvdA, van 15 januari 1949 tot 1 januari 1963
  • lid gemeenteraad van Amsterdam, van 1 september 1953 tot 14 april 1965
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 november 1956 tot 5 juni 1963
  • wethouder (van publieke werken, economische zaken en haven- en handelsinrichtingen) van Amsterdam, van 8 november 1962 tot 14 april 1965
  • minister van Economische Zaken, van 14 april 1965 tot 22 november 1966
  • fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 februari 1967 tot 11 mei 1973
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 11 mei 1973
  • minister-president en minister van Algemene Zaken, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
  • fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 26 mei 1977 tot 1 juni 1977
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977
  • fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 december 1977 tot 10 september 1981 (werd pas 16 januari 1978 opnieuw formeel Kamerlid)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 januari 1978 tot 11 september 1981
  • minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en viceminister-president, van 11 september 1981 tot 29 mei 1982
  • minister belast met coördinatie van aangelegenheden de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor de aan de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand, van 11 september 1981 tot 29 mei 1982
  • fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 september 1982 tot 21 juli 1986
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1982 tot 24 december 1987

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur, van 1 juni 1977 tot 19 juli 1977 (poging mislukt)
  • kabinetsformateur, van 27 juli 1977 tot 25 augustus 1977 (poging mislukt)
  • kabinetsformateur, van 2 september 1977 tot 6 oktober 1977 (samen met G.H. Veringa, poging mislukt)
  • kabinetsformateur, van 26 oktober 1977 tot 7 november 1977 (poging mislukt)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/6)

  • lid commissie-Palme inzake wapenbeheersing en ontwapening, omstreeks 1984
  • voorzitter jury AKO-literatuurprijs 1988, van september 1987 tot 24 december 1987

afgeleide functies, presidia etc. (2/7)
  • voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 24 januari 1978 tot 10 juni 1981
  • voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 30 september 1982 tot juni 1986

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër (3/8)
  • Interpelleerde op 3 mei 1984 minister Brinkman over diens uitspraken over de politieke besluitvorming
  • Interpelleerde op 25 oktober 1984 minister Ruding over diens uitspraken in "Het Vrije Volk" o.a. over werklozen
  • Interpelleerde op 29 januari 1986 minister De Koning over diens opvattingen over arbeidstijdverkorting. De Koning had in NRC Handelsblad gezegd dat het bereiken van 32-urige werkweek in 1990 niet langer doelstelling was.

opvallend stemgedrag (0/1)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als minister-president (3/6)
  • Tijdens zijn kabinetsperiode werd Suriname onafhankelijk (1975). Dit ging - met name in de voorafgaande jaren - gepaard met de toestroom naar Nederland van vele Surinaamse Rijksgenoten.
  • Kreeg in 1976 te maken met de zogenaamde Lockheed-affaire rond prins Bernhard over mogelijke omkoping door Amerikaanse vliegtuigbouwers. In maart werd door het kabinet een Commissie van Drie (Donner, Holtrop, Peschar) ingesteld. Die Commissie concludeerde in augustus dat prins Bernhard zich gevoelig had getoond voor gunsten en giften van de vliegtuigfabriek Lockheed. Den Uyl legde daarover op 26 augustus in de Tweede Kamer een verklaring af. Prins Bernhard legde zijn functies bij de krijgsmacht en in het bedrijfsleven neer, maar er werd niet overgegaan tot strafvervolging. Den Uyl kreeg veel lof voor de wijze waarop deze affaire was opgelost en een mogelijke constitutionele crisis was voorkomen. (13.787)
  • Legde op 14 juni 1977 een verklaring af over het door de regering gevoerde beleid met betrekking tot gijzelingen in De Punt en Smilde

als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/6)
  • Als minister voor Koninkrijksrelaties erkende hij in 1981 het recht van Aruba op een eigen status in het Koninkrijk. Hij stelde begin 1982 een Gemengde Commissie Toekomst Antillen in onder voorzitterschap van Biesheuvel.
  • Kwam in 1981 als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een Banenplan ter bevordering van de werkgelegenheid. Hierin werd uitgegaan van het door de overheid scheppen van 60.000 nieuwe banen. Op Goede Vrijdag 9 april 1982 bereikte hij over de financiering daarvan een compromis in het kabinet, dat echter vanwege financiële tegenvallers snel weer van tafel verdween.
  • Diende in 1982 samen met staatssecretaris Dales plannen in ter beperking van de bovenwettelijke uitkering in de Ziektewet. Dit leidde tot heftige protesten van de vakbeweging. Het in maart 1982 ingediende wetsvoorstel werd in 1984 ingetrokken en vervangen door een nieuw voorstel. (17.348)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
  • Bracht in 1966 een wet (Stb. 271) tot stand waarbij de Staatsmijnen in Limburg als Rijksdienst werden omgezet in een naamloze vennootschap. Doel hiervan was onder meer het vergroten van de mogelijkheid voor een slagvaardiger bestuur en het scheppen van de mogelijk tot financiering zonder rijksmiddelen. Het wetsvoorstel was in 1963 ingediend door minister De Pous. (7.195)
  • Bracht in 1966 een wet inzake financiële steun voor de aanleg en exploitatie van een oliepijplijn tussen de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal (Stb. 288) tot stand. (8.318)
  • Bracht in 1976 als minister van Algemene Zaken een wet tot instelling van een Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (Stb. 413) tot stand. Deze raad adviseert de regering over allerlei maatschappelijke vraagstukken. (12.668)

als (in)formateur (3/4)
  • Kreeg op 27 juli 1977 de opdracht tot het vormen van een kabinet dat geacht mocht worden het vertrouwen van het parlement te genieten. Deze poging strandde op 25 augustus 1977.
  • Kreeg op 2 september 1977 samen met G.H. Veringa de opdracht tot vorming van een kabinet dat mocht vertrouwen in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te ondervinden. De poging mislukte op 6 oktober 1977.
  • Kreeg op 26 oktober 1977 de opdracht tot het vormen van een kabinet dat mocht vertrouwen in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te ondervinden. Deze poging mislukte op 4 november 1977

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/16)
  • Stelde de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek in. De prijs werd in 1980 voor het eerst uitgereikt
  • Verzette zich in 1981 op het PvdA-verkiezingscongres met succes tegen voorstellen om in het programma op te nemen dat Nederland alle kerntaken moest afstoten. Voorstanders van deze voorstellen gaven hem de bijnaam "Joop Atoom".
  • Waarschuwde op 3 mei 1981 in Paradiso tegen de opkomst van 'Nieuw Rechts', een fusie van conservatieve en bepaalde liberale denkbeelden. Hij vreesde voor een toenemende afkeer van de verzorgingsstaat. Tegenstanders verweten hem 'spoken' te zien.

uit de privésfeer (3/13)
  • Op 16 december 1992 werd in het Tweede Kamergebouw een borstbeeld van hem onthuld
  • Zijn vader overleed toen Joop 10 jaar was
  • Zijn grootvader van vaderszijde was wethouder van Jutphaas

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen (3/4)
  • "Ome Joop" (voor zijn aanhangers)
  • Ernst Noack (pseudoniem als auteur van gedichten in studentenbladen)
  • "de drs. uit Buitenveldert" (bijnaam die Van Agt hem af)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/17)
  • W. Breedveld, "Joop den Uyl, een strijder in de politieke arena", in: Socialisme en Democratie, 50, (2) 1993
  • W. Breedveld, "Joop den Uyl: die tijd keert nooit weerom", in: Vijftiende jaarboek voor het democratisch socialisme (Amsterdam, 1994)
  • O. Reichwein, "J.M. den Uyl. Gereformeerd af, socialist geworden, calvinist gebleven" (Utrechtse Historische Cahiers, jrg. 19 (1998), nr. 4
  • H. te Velde, "Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot Den Uyl", 191-240 (2003)
  • A. Bleich, "Joop den Uyl 1919-1987. Dromer en doordouwer" (2008)
  • D. Verkuil, "De gedrevene. Joop den Uyl 1919-1987" (2019)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.