Voorbereidingen voor de brexit: Europese Commissie neemt laatste pakket “no deal”-noodmaatregelen voor Erasmus+-studenten, de coördinatie van de sociale zekerheid en de EU-begroting

In verband met het toenemende risico dat het Verenigd Koninkrijk op 30 maart van dit jaar de EU verlaat zonder akkoord (het zogenoemde “no deal”-scenario), heeft de Europese Commissie vandaag een laatste pakket voorstellen voor noodmaatregelen aangenomen betreffende het Erasmus+-programma, de coördinatie van de sociale zekerheid en de EU-begroting.

Dit sluit aan op de oproepen van de Europese Raad (artikel 50) in november en december 2018 om de voorbereidingen op alle niveaus te intensiveren, de goedkeuring op 19 december 2018 van het noodplan van de Commissie, dat diverse wetgevende maatregelen omvat, en de vorige week gedane voorstellen voor noodmaatregelen voor de visserij in de EU. Deze maatregelen komen bovenop de uitgebreide voorbereidende werkzaamheden die de Commissie sinds december 2017 heeft ondernomen en die in eerdere mededelingen over de voorbereidingen zijn belicht.

De maatregelen van vandaag zouden in een “no deal”-scenario garanderen dat:

  • jongeren uit de EU en het VK die deelnemen aan het programma Erasmus+ op 30 maart 2019 hun verblijf zonder onderbreking kunnen voortzetten;
  • de autoriteiten van de EU-lidstaten tijdvakken van verzekering, van (zelfstandige) arbeid of van verblijf in het Verenigd Koninkrijk vóór de terugtrekking in aanmerking blijven nemen voor de berekening van socialezekerheidsuitkeringen, zoals pensioenen;
  • begunstigden van EU-financiering in het VK betalingen blijven ontvangen onder de voorwaarden van hun lopende contract, mits het Verenigd Koninkrijk zijn financiële verplichtingen uit hoofde van de EU-begroting blijft nakomen. Deze kwestie staat los van de financiële regeling tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

Er zij op gewezen dat met deze maatregelen de consequenties van een “no deal”-scenario niet zullen - en niet kunnen - worden weggenomen, en dat zij evenmin een gebrek aan voorbereiding kunnen goedmaken noch dezelfde voordelen bieden als volwaardig EU-lidmaatschap of de gunstige voorwaarden van een overgangsperiode waarin het terugtrekkingsakkoord voorziet.

De vandaag voorgestelde maatregelen zijn tijdelijk en beperkt, en worden eenzijdig door de EU vastgesteld. Zij houden rekening met de besprekingen met de lidstaten. De Commissie blijft de voorbereidingen van de lidstaten ondersteunen en heeft haar inspanningen opgevoerd, bijvoorbeeld met bezoeken aan alle hoofdsteden van de EU27.

De rechten van deelnemers aan Erasmus+ beschermen

Erasmus+ is één van de uithangborden van de EU. Op 30 maart zullen er dankzij Erasmus+ 14 000 jongeren uit de EU27 (studenten, stagiairs in het hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding, lerenden (jongeren) en leerkrachten) in het Verenigd Koninkrijk en 7 000 Britse deelnemers in de EU27 zijn. In een “no deal”-scenario zouden zij hun termijn niet kunnen volmaken en misschien niet meer in aanmerking komen voor een beurs. Het voorstel van vandaag strekt ertoe te garanderen dat studenten en stagiairs die aan Erasmus+ deelnemen op de terugtrekkingdatum, in een dergelijk scenario hun studie kunnen volmaken en hun financiering of beurs blijven ontvangen.

De socialezekerheidsrechten van burgers beschermen

De Commissie heeft altijd benadrukt dat de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk en van Britse onderdanen in de EU onze prioriteit zijn. Burgers moeten niet opdraaien voor de brexit. Het voorstel van vandaag strekt ertoe te garanderen dat de rechten van degenen die hun recht van vrij verkeer hebben uitgeoefend vóór de terugtrekking van het VK, in een „no-deal” scenario worden gevrijwaard. Deze rechten omvatten de tijdvakken van verzekering, (zelfstandige) arbeid of verblijf in het Verenigd Koninkrijk vóór de terugtrekking. Dit betekent bijvoorbeeld dat indien een burger van de EU27 gedurende 10 jaar heeft gewerkt in het Verenigd Koninkrijk vóór de brexit, dit tijdvak in aanmerking moet worden genomen wanneer zijn/haar pensioenrechten worden berekend door de bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaat waar hij/zij met pensioen gaat.

De voorgestelde verordening waarborgt dat de lidstaten de kernbeginselen van de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU - gelijke behandeling, gelijkstelling en samentelling - blijven toepassen. Het voorstel vervangt op geen enkele wijze de aanzienlijke voordelen van het terugtrekkingsakkoord, zoals overeengekomen op 14 november. De na 29 maart 2019 opgebouwde rechten en de exporteerbaarheid van uitkeringen, de ononderbroken verlening van verstrekkingen bij ziekte en de regels betreffende de toepasselijke wetgeving vallen er niet onder.

De ontvangers van EU-financiering beschermen

Zoals bij herhaling is benadrukt, moeten alle verbintenissen die door de 28 lidstaten zijn aangegaan, door de 28 worden nagekomen. Ook in een “no deal”-scenario wordt van het VK verwacht dat het alle gedurende het EU-lidmaatschap aangegane verplichtingen nakomt.

Het voorstel van vandaag stelt de EU in dat scenario in staat om haar verplichtingen na te komen en in 2019 betalingen aan begunstigden in het VK te blijven verrichten uit hoofde van overeenkomsten die zijn ondertekend en besluiten die zijn genomen vóór 30 maart 2019, op voorwaarde dat het VK zijn verplichtingen uit hoofde van de begroting 2019 nakomt en de nodige controles en audits aanvaardt. Dit moet de aanzienlijke consequenties van een “no deal” verzachten op zeer uiteenlopende gebied die EU-financiering ontvangen, zoals research, innovatie en landbouw.

Deze kwestie staat los van en heeft geen invloed op de financiële regeling die de EU en het Verenigd Koninkrijk zouden treffen in een “no deal”-scenario.

Volgende stappen

De Europese Commissie zal nauw met het Europees Parlement en de Raad samenwerken voor de goedkeuring van de voorgestelde wetgevingshandelingen, zodat zij uiterlijk op 30 maart 2019 in werking treden.De Commissie wijst het Europees Parlement en de Raad er ook op dat het belangrijk is dat gedelegeerde handelingen zo snel mogelijk in werking treden.

Achtergrond

Op 14 november 2018 hebben de onderhandelaars van de Commissie en het Verenigd Koninkrijk overeenstemming bereikt over de voorwaarden van het terugtrekkingsakkoord. Op 22 november 2018 heeft de Commissie het voltooide terugtrekkingsakkoord goedgekeurd. Op 25 november 2018 heeft de Europese Raad (artikel 50) het terugtrekkingsakkoord bekrachtigd en de Commissie, het Europees Parlement en de Raad verzocht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het akkoord op 30 maart 2019 in werking kan treden teneinde een ordelijke terugtrekking te bewerkstelligen. De bekrachtiging van het terugtrekkingsakkoord in het Verenigd Koninkrijk is momenteel onzeker.

Op 5 december 2018 heeft de Commissie twee voorstellen voor besluiten van de Raad goedgekeurd voor de ondertekening en de sluiting van het terugtrekkingsakkoord. De Raad moet de ondertekening van de tekst namens de Unie toestaan, waarna het Europees Parlement ermee moet instemmen en de Raad het akkoord sluit. Pas dan is het terugtrekkingsakkoord van kracht. Het Verenigd Koninkrijk zal het terugtrekkingsakkoord moeten ratificeren, overeenkomstig zijn eigen grondwettelijke bepalingen.

Ratificatie van het terugtrekkingsakkoord blijft de doelstelling en de prioriteit van de Commissie. Zoals benadrukt in de eerste mededeling van de Commissie over de voorbereidingen voor de brexit die op 19 juli 2018 is uitgebracht, zal de keuze van het VK om de Europese Unie te verlaten tot aanzienlijke ontregeling leiden, ongeacht het voorgenomen scenario.

Belanghebbenden en nationale en Europese overheden moeten zich voorbereiden op twee scenario's:

  • Als er vóór 30 maart 2019 een geratificeerd terugtrekkingsakkoord ligt, is het EU-recht niet meer van toepassing op en in het VK vanaf 1 januari 2021, d.w.z. na een overgangsperiode van 21 maanden. Het terugtrekkingsakkoord voorziet in de mogelijkheid de overgangsperiode eenmalig te verlengen met maximaal één of twee jaar.
  • Als er vóór 30 maart 2019 geen geratificeerd terugtrekkingsakkoord is, komt er geen overgangsperiode en is het EU-recht niet meer van toepassing op en in het VK vanaf 30 maart 2019. Dit wordt het "no deal"- of “cliff edge”-scenario genoemd.

In het afgelopen jaar heeft de Commissie 88 sectorspecifieke kennisgevingen gepubliceerd om het ruimere publiek te informeren over de gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zonder een terugtrekkingsakkoord. Deze kennisgevingen zijn beschikbaar in alle officiële talen van de EU. Met de voorstellen van vandaag heeft de Commissie nu 18 wetgevingsvoorstellen in het kader van haar voorbereidingen en noodplanning voor de brexit ingediend. Voorts heeft de Commissie met de EU27-lidstaten technisch overleg gevoerd, zowel over de voorbereiding op de brexit in het algemeen als over specifieke sectorale, juridische en bestuurlijke voorbereidingsmaatregelen. De slides die bij deze technische seminars zijn gebruikt, zijn online beschikbaar. Daarnaast is de Commissie ook begonnen met bezoeken aan de EU27-lidstaten om zich ervan te vergewissen dat de nationale noodplanning op schema ligt en waar nodig verduidelijkingen over het voorbereidingsproces te verstrekken.

Meer informatie:

Verzamelpagina met de vandaag aangenomen teksten

Vragen en antwoorden over de mededeling van de Commissie (“het noodplan”) van 19 december 2019

Website van de Europese Commissie over de voorbereiding op de brexit (met o.a. de kennisgevingen ter voorbereiding op de brexit)

Slides over de voorbereiding op de brexit

IP/19/743

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail