Factsheet: Politieke onderhandelingen over nieuw partnerschap tussen EU en ACS gaan vandaag in New York van start

Wat is de partnerschapsovereenkomst van Cotonou (CPA) tussen de EU en de landen in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan?

De partnerschapsovereenkomst van Cotonou is het juridische kader voor de betrekkingen tussen de EU en 79 landen in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS). Het is een van de oudste en meest uitgebreide kaders voor samenwerking tussen de EU en derde landen. De partnerschapsovereenkomst van Cotonou werd in 2000 gesloten voor een periode van 20 jaar, zij verenigt meer dan honderd landen (EU-lidstaten plus 79 ACS-landen) en vertegenwoordigt meer dan 1,5 miljard mensen.

Het EU-ACS-partnerschap richt zich op de uitroeiing van armoede en de bevordering van inclusieve duurzame ontwikkeling voor de ACS- en EU-landen. Het is ingedeeld in drie belangrijke actiegebieden: ontwikkelingssamenwerking, politieke dialoog en handel.

Overeenkomst van Cotonou (beschikbaar in alle 24 EU-talen)

Waarom moet het partnerschap worden gemoderniseerd en waarom is dit belangrijk?

De wereld is ingrijpend veranderd sinds de Overeenkomst van Cotonou bijna twee decennia geleden werd vastgesteld. De mondiale en regionale context (in Europa, Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan) heeft een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt, net als de gemeenschappelijke mondiale problemen die moeten worden aangepakt en de kansen die moeten worden aangegrepen. Daarom moeten de hoofddoelstellingen van het partnerschap worden getoetst aan de nieuwe realiteit.

De EU streeft derhalve naar een veelomvattende politieke overeenkomst, waarmee een moderne agenda wordt vastgesteld overeenkomstig de internationaal overeengekomen stappenplannen voor duurzame ontwikkeling (de VN-Agenda 2030 en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, de actieagenda van Addis Abeba, het klimaatverdrag van Parijs, de nieuwe consensus inzake ontwikkeling enz.).

De komende maanden zullen cruciaal zijn, nu onze betrekkingen met de ACS-landen een nieuw tijdperk ingaan. Deze onderhandelingen banen de weg naar een nieuwe dynamiek en samenwerking die verder gaan dan de traditionele ontwikkelingsdimensie.

Wat zijn de mogelijke voordelen? Hoe kan een nieuw tijdperk voor de betrekkingen tussen de EU en de ACS van invloed zijn op de burger?

Op basis van de lessen die zijn getrokken gedurende de 43 jaar van samenwerking en met optimale gebruikmaking van het nieuwe kader kan de toekomstige overeenkomst ongekende mogelijkheden met zich brengen.

Door de oprichting van een krachtige politieke alliantie zullen de EU en haar partners in staat zijn om oplossingen te ontwikkelen voor de problemen in elke regio. Dit omvat groei en werkgelegenheid, menselijke ontwikkeling, vrede, migratie en veiligheid.

Veel van de huidige uitdagingen met een mondiale dimensie vereisen een gecoördineerde, multilaterale aanpak om concrete resultaten te bereiken. In 2015 werd met de oprichting van een succesvolle coalitie die uiteindelijk heeft geleid tot het klimaatverdrag van Parijs, aangetoond dat het EU-ACS-partnerschap waardevolle oplossingen kan vinden voor mondiale uitdagingen.

Als wij de krachten bundelen, kunnen wij wereldwijd een meerderheid vormen, aangezien de EU en de ACS-landen samen meer dan de helft van de VN-lidstaten vertegenwoordigen. Samen kunnen we het verschil maken en er voor zorgen dat in internationale fora een mondiale agenda aan bod komt. Zoals vermeld in de onderhandelingsrichtsnoeren, omvatten de strategische prioriteiten van de EU:

  • snellere vooruitgang met betrekking tot de doelstellingen van de VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en het uitroeien van alle vormen van armoede;
  • de bevordering van inclusieve, duurzame en economische ontwikkeling;
  • de opbouw van sterkere staten en samenlevingen (door middel van vrede, veiligheid, rechtvaardigheid en de bestrijding van terrorisme);
  • de ondersteuning van de ontwikkeling van de particuliere sector en de versterking van de regionale integratie;
  • de bevordering van en het toezien op de eerbiediging van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden, de democratie, de rechtsstaat en goed bestuur;
  • het beheer van mobiliteit en migratie;
  • de ondersteuning van de overschakeling naar lage broeikasgasemissies en de ontwikkeling van klimaatbestendige economieën;
  • het waarborgen van milieuduurzaamheid en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen.

Hoe kunnen deze doelstellingen worden bereikt? Via een nieuwe structuur die beter aansluit op de behoeften van elke regio.

Het nieuwe partnerschap kan een krachtig instrument worden ter versterking van onze betrekkingen met zowel de landen als groep als elke “regio” afzonderlijk (te weten Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan), waarbij het zich specifiek kan richten op kernprioriteiten op maat. Hierdoor wordt het ook mogelijk onze “van continent tot continent”-relatie met Afrika verder te ontwikkelen.

De voorgestelde nieuwe structuur bestaat uit:

  • een gemeenschappelijke basisovereenkomst (waarin de waarden en beginselen die de EU en de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan gemeen hebben en de overkoepelende doelstellingen zijn opgenomen), op het niveau van de EU en de ACS-landen,
  • in combinatie met drie versterkte regionale partnerschappen (EU-Afrika, EU-Caribisch Gebied, EU-Stille Oceaan), in de vorm van specifieke protocollen. Deze drie krachtige, actiegerichte pijlers zullen de betrokken actoren in staat stellen deel te nemen aan de onderhandelingen over en het beheer en de uitvoering van het toekomstige partnerschap, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

De flexibele regionale partnerschappen moeten door de regio's zelf worden beheerd, waarbij wordt voorzien in een grotere rol van de desbetreffende regionale organisaties bij de totstandkoming en het beheer van de toekomstige regionale partnerschappen.

Wat zijn de specifieke prioriteiten voor de regio Afrika?

De door de Europese Unie voorgestelde prioriteiten voor het partnerschap EU-Afrika moeten gericht zijn op het bereiken van vrede en stabiliteit, het beheren van migratie en mobiliteit, het consolideren van democratie en goed bestuur, het stimuleren van economische kansen, het bereiken van normen inzake menselijke ontwikkeling, alsook de aanpak van de klimaatverandering. Het voorstel is volledig in overeenstemming met het resultaat van de top van de Afrikaanse Unie (AU) en de EU die in november 2017 in Abidjan plaatsvond.

Wat is het verband tussen de door voorzitter Juncker op 12 september 2018 aangekondigde nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en werkgelegenheid en het toekomstige EU-ACS-partnerschap?

De toekomstige ACS-EU-overeenkomst zal bijdragen tot deze alliantie door onze betrekkingen met zowel elke Afrikaanse staat afzonderlijk als het gehele continent te versterken dankzij de op maat gemaakte Afrikaanse pijler. Een toename van verantwoorde investeringen in Afrika, in het bijzonder in sectoren waar de Europese Unie een toegevoegde waarde heeft, is een van de topprioriteiten. In de komende maanden zullen de EU en haar Afrikaanse partners de te volgen koers bespreken.

De nieuwe Afrikaans-Europese alliantie is dus geen alleenstaand initiatief. Zij maakt deel uit van de bredere waaier van strategische beleidskaders en vormt een essentieel onderdeel voor de uitvoering van de verklaring van de top van Abidjan tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie. Het is de bedoeling met de alliantie een aanzienlijke stijging van de privé-investeringen van zowel Afrikanen als Europeanen te bevorderen, het ondernemingsklimaat te verbeteren, het handelsverkeer te stimuleren en onderwijs en vaardigheden te bevorderen.

Wat zijn de specifieke prioriteiten voor het Caribisch Gebied?

De belangrijkste gebieden van samenwerking voor het regionale partnerschap met het Caribisch Gebied zijn onder meer de aanpak van de klimaatverandering, kwetsbaarheid, veiligheid van de burgers, goed bestuur, de mensenrechten, menselijke ontwikkeling en sociale cohesie. Inclusieve groei bevorderen, de regionale integratie verdiepen en de gevolgen van natuurrampen verminderen staan ook hoog op de agenda.

Wat zijn de specifieke prioriteiten voor de regio van de Stille Oceaan?

Het grote aantal eilandstaten en de grote maritieme gebieden maken dat de landen in de Stille Oceaan een belangrijke partner voor de EU zijn bij de aanpak van mondiale problemen, in het bijzonder met betrekking tot hun kwetsbaarheid voor natuurrampen en klimaatverandering. Andere prioriteiten hebben betrekking op maritieme veiligheid, duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, behoorlijk bestuur, mensenrechten, in het bijzonder gendergelijkheid, en inclusieve duurzame groei.

Zullen regionale organisaties een rol spelen in het partnerschap in de periode na 2020?

De groei van regionale organisaties is een belangrijke tendens sinds de jaren 1990. In de ACS-landen zijn talrijke regionale organisaties ontstaan, waarvan sommige belangrijke spelers zijn geworden op het gebied van de internationale betrekkingen. Met name de Afrikaanse Unie, het Pacific Islands Forum en de Cariforum-staten hebben hun respectieve rol versterkt. Hetzelfde geldt voor subregionale organisaties in Afrika, waaronder de ECOWAS (Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten) en de SADC (Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika). De EU en de ACS-landen zullen afhankelijk blijven van een meerlagig governancesysteem dat het mogelijk maakt maatregelen op het meest geschikte niveau (nationaal, regionaal, continentaal of ACS) te nemen, in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en complementariteit.

Zullen niet-statelijke actoren een rol hebben in de overeenkomst?

De EU hecht belang aan een gestructureerde dialoog en bepleit een multistakeholder-aanpak waarbij ook niet-statelijke actoren zijn betrokken (de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en lokale autoriteiten). Deze partners moeten kunnen werken in een stimulerende omgeving en over de mogelijkheid beschikken om een zinvolle bijdrage te leveren aan nationale, regionale en mondiale besluitvorming.

Status van waarnemer

In de overeenkomst moet worden bepaald dat de status van waarnemer kan worden verleend aan derde partijen die de aan de overeenkomst ten grondslag liggende waarden en beginselen onderschrijven, en die een meerwaarde bieden voor de bevordering van de specifieke doelstellingen en prioriteiten van het partnerschap.

Wie zal de hoofdonderhandelaar voor de EU zijn?

De hoofdonderhandelaar voor de EU is commissaris Mimica die tot op heden ook een leidende rol heeft gespeeld in de voorbereidende fase.

Wie zal de onderhandelingen voeren namens de ACS-groep van staten?

De centrale onderhandelingsgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie regio's (Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan) en wordt geleid door de heer Robert Dussey, minister van Buitenlandse Zaken, Samenwerking en Afrikaanse integratie van Togo.

Waar zullen de onderhandelingen plaatsvinden?

In de EU en de ACS-landen.

Hoe lang zullen de onderhandelingen duren?

De Overeenkomst van Cotonou loopt af op 29 februari 2020. De nieuwe overeenkomst moet daarom voor die datum worden afgerond en goedgekeurd.

Hoe lang zal de nieuwe overeenkomst duren?

Voorgesteld wordt dat het toekomstige EU-ACS-partnerschap wordt gesloten voor een aanvankelijke periode van twintig jaar. Drie jaar voor het verstrijken ervan moet een proces worden ingeleid om opnieuw te bekijken welke bepalingen van toepassing moeten blijven op de toekomstige betrekkingen. Tenzij de partijen een besluit tot opzegging of verlenging van de overeenkomst nemen, wordt de overeenkomst stilzwijgend hernieuwd voor ten hoogste 5 jaar, totdat alle partijen nieuwe bepalingen of aanpassingen zijn overeengekomen. De overeenkomst moet ook een "rendez-vous"-clausule bevatten voor een alomvattende herziening van de strategische prioriteiten, na het verstrijken van de Agenda 2030 van de VN.

Zijn de onderhandelingsrichtsnoeren openbaar?

Ja. De onderhandelingsrichtsnoeren van de EU zijn hier beschikbaar.

Meer informatie

Persbericht over het toekomstige EU-ACS-partnerschap

MEMO/18/5903

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail