Staat van de Unie 2018: Vragen en antwoorden over het voorstel van de Commissie om te stoppen met de omschakeling tussen zomer- en wintertijd

Vragen en antwoorden over het voorstel van de Commissie om te stoppen met de omschakeling tussen zomer- en wintertijd

Banner
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Waarom is de zomertijd/wintertijd geharmoniseerd op EU-niveau?

De meeste landen van de EU hebben de zomertijd al lang geleden ingevoerd, vaak sinds de Eerste of Tweede Wereldoorlog of de oliecrisis in de jaren 1970. Ze deden dat om energie te besparen (vooral steenkool voor de productie van elektriciteit) en om hun klok gelijk te zetten met die van hun buurlanden.

De datum waarop de klok wordt verzet, verschilde echter van land tot land. Dat ongecoördineerd verzetten van de klok zorgde voor problemen op de interne markt, vooral voor de vervoer- en energiesector. Europa nam geleidelijk maatregelen om de dag van de omschakeling te harmoniseren. Momenteel geldt Richtlijn 2000/84/EG.

Wat is de situatie in de rest van de wereld?

Zowat zestig landen, vooral in Noord-Amerika en Oceanië, passen de zomertijd toe. Meer en meer buurlanden en handelspartners van de EU kiezen er echter voor om de zomertijd niet (meer) toe te passen, onder meer IJsland, China (sinds 1991), Rusland (sinds 2011), Belarus (sinds 2011) en Turkije (sinds 2016).

Waarom doet de Commissie dit voorstel?

De Commissie heeft de zomertijd op de politieke agenda gezet omdat de Commissie-Juncker ervoor heeft gepleit grote zaken groot aan te pakken en de lidstaten te laten beslissen over kwesties waarvoor zij beter geplaatst zijn. Op grond van een beoordeling van het huidige systeem, waarbij de klok volgens de EU-regels tweemaal per jaar moet worden verzet, concludeerde de Commissie dat de lidstaten het best geplaatst zijn om te beslissen of zij permanent zomer- of wintertijd willen, waarbij versnippering wordt vermeden.

De Commissie hield onder meer rekening met een stemming in het Europees Parlement over een resolutie over dit onderwerp in februari 2018, verzoeken van bepaalde EU-landen, een analyse van beschikbare feiten en de resultaten van een openbare raadpleging van 4 juli tot 16 augustus 2018.

Die raadpleging werd beantwoord door 4,6 miljoen inwoners uit alle 28 lidstaten, de hoogste respons ooit op een openbare raadpleging van de Commissie. 84 % procent van hen vond dat de klok niet langer moet worden verzet. Op grond van al die elementen stelt de Commissie nu voor om de omschakeling tussen zomer- en wintertijd stop te zetten, maar dan wel op gecoördineerde wijze om de goede werking van de interne markt te waarborgen.

Wat stelt de Commissie voor?

De Commissie stelt voor om het halfjaarlijks verzetten van de klok in de EU stop te zetten in 2019. Daardoor wordt de klok niet langer een uur vooruit gezet in maart en een uur achteruit gezet in oktober. Om versnippering binnen de interne markt te vermijden, moeten de lidstaten beslissen of zij permanent voor zomer- of wintertijd kiezen. Zij moeten de Europese Commissie op de hoogte stellen van hun beslissing. Daarna zullen zij de klok niet langer volgens de seizoenen kunnen verzetten. De lidstaten zullen vrij kunnen blijven beslissen in welke tijdzone hun grondgebied ligt.

Stelt de Commissie voor om in de hele EU permanent voor zomer- of wintertijd te kiezen?

Neen. De Europese Commissie stelt voor om op gecoördineerde wijze een einde te maken aan de omschakeling tussen zomer- en wintertijd. Elke lidstaat beslist zelf of hij permanent voor zomer- of wintertijd kiest. De lidstaten besluiten bij voorkeur in onderling overleg over de standaardtijd die zij vanaf 2019 zullen toepassen.

Waarom kunnen sommige lidstaten de omschakeling tussen zomer- en wintertijd niet blijven toepassen als zij dat willen?

De Commissie stelt voor om in de hele EU een einde maken aan die omschakeling. De lidstaten kunnen dus niet vasthouden aan een nationaal systeem van seizoensgebonden wijzigingen. Zo kan de interne markt naar behoren blijven functioneren en wordt vermeden dat een ongecoördineerd optreden van de lidstaten tot problemen leidt: ontregelde vervoersplanningen, de verstoorde werking van informatie- en communicatiesystemen, hogere kosten voor grensoverschrijdende handel en een daling van de productiviteit. Een permanent geharmoniseerd systeem, waarbij alle lidstaten de klok niet langer tweemaal per jaar verzetten, is van essentieel belang.

Hoe en wanneer treedt de voorgestelde wijziging in werking?

Om een soepele overgang mogelijk te maken, moet volgens het voorstel van de Commissie elke lidstaat vóór april 2019 laten weten of hij permanent voor zomer- of wintertijd kiest. Dat moet gebeuren op grond van onderling overleg en eventuele raadplegingen en beoordelingen op nationaal en Europees niveau.

Op zondag 31 maart 2019 kan een laatste keer verplicht worden omgeschakeld naar de zomertijd. Lidstaten die permanent voor de wintertijd kiezen, zetten de klok nog een laatste keer terug op zondag 27 oktober 2019. Daarna kan omschakelen niet meer.

Dit tijdschema is haalbaar als het Europees Parlement en de Raad het voorstel van de Commissie uiterlijk in maart 2019 goedkeuren.

Welke voordelen levert een stopzetting van het verzetten van de klok op?

Burgers hoeven zich niet langer zorgen te maken. Het verzetten van de klok zorgde voor verwarring, omdat het niet evident was wanneer en in welke richting dat moest gebeuren. Als redenen voor een stopzetting gaven respondenten van de openbare raadpleging ook negatieve gevolgen voor de gezondheid, meer verkeersongevallen en een gebrek aan energiebesparingen. Na de stopzetting van het systeem zal het menselijk lichaam zich niet langer hoeven aan te passen aan het tijdsverschil.

Ook bedrijven zullen voordeel halen uit het feit dat zij zich niet aan het verzetten van de klok hoeven aan te passen. De energie- en vervoersector zullen gemakkelijker planningen kunnen opstellen (bv. voor nachttreinen) en tijdgebaseerde toepassingen zullen worden vereenvoudigd. Hoewel energiebesparing ooit een van de belangrijkste redenen was om de klok te verzetten, blijken de voordelen tegenwoordig beperkt te zijn.

Welke tijdzones zullen in de EU worden toegepast?

De EU telt momenteel drie tijdzones: West-Europese Tijd (Ierland, Portugal, Verenigd Koninkrijk), Midden-Europese Tijd (17 lidstaten) en Oost-Europese Tijd (Bulgarije, Cyprus, Estland, Finland, Griekenland, Letland, Litouwen en Roemenië). De landen die permanent voor zomertijd kiezen, schuiven automatisch op naar de volgende tijdzone (standaardtijd + 1 uur). De lidstaten behouden bovendien de vrijheid om hun standaardtijd aan te passen, zolang het niet om seizoensgebonden aanpassingen gaat. Volgens het voorstel moet de Commissie zes maanden van tevoren op de hoogte worden gesteld van een gewijzigde tijdzone, zodat systemen die op basis van tijd functioneren tijdig kunnen worden aangepast.

Waarover ging de openbare raadpleging?

De deelnemers konden hun algemene ervaring met het verzetten van de klok delen, hun voorkeur uitspreken voor het behoud of de afschaffing van het systeem in de hele EU en, in dat laatste geval, aangeven of ze kozen voor wintertijd of zomertijd. De raadpleging bestond uit deze online vragenlijst (beschikbaar in alle talen van de EU) en liep van 4 juli tot en met 16 augustus.

Waar vind ik de definitieve resultaten van de raadpleging?

De online raadpleging werd beantwoord door 4,6 miljoen inwoners uit alle 28 lidstaten, de hoogste respons ooit op een openbare raadpleging van de Commissie. 84 % van de respondenten koos ervoor de klok niet langer tweemaal per jaar te verzetten. Er is ook een gedetailleerde samenvatting opgesteld en vertaald in alle talen van de EU.

Meer informatie

Website over de Staat van de Europese Unie 2018

Pagina over de omschakeling tussen zomer- en wintertijd

Persbericht: Staat van de Europese Unie 2018: Commissie stelt voor om te stoppen met de omschakeling tussen zomer- en wintertijd

Eindverslag van de openbare raadpleging

MEMO/18/5641

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail