Verklaring van voorzitter Juncker ter gelegenheid van de eerste herdenking van de aanslagen van 22 maart 2016.

Een jaar na de vreselijke aanslagen van 22 maart 2016, die heel Europa in rouw hebben gedompeld, leeft de herinnering aan de slachtoffers nog steeds, en voor altijd, voort in ons geheugen en in ons hart. Met grote droefheid gaan mijn gedachten uit naar alle slachtoffers die het leven hebben gelaten, waaronder onze collega Patricia Rizzo, en denk ik aan het lijden van de gewonden en het verdriet van hun families en naasten. Aan hen allen betuig ik mijn diepste medeleven.

Deze verachtelijke terroristische aanslagen hebben ons getroffen in het hart van Europa, in België, in onze hoofdstad Brussel - een meertalige en multinationale stad waar we in harmonie samenleven. Geconfronteerd met zoveel onbegrijpelijk geweld, hebben de Brusselaars en de Belgen er met de steun van alle Europese volkeren voor gekozen om niet te wijken en de hoop niet op te geven. Na deze zware beproeving hebben de Europeanen zich eendrachtig opgesteld in de strijd tegen het terrorisme, dat een gevaar vormt voor hun veiligheid en de vrede in de wereld. We hebben ons vastberaden getoond om onze waarden en vrijheden tot elke prijs te verdedigen.

De terroristen hebben gefaald, omdat wij hun haat en geweld hebben beantwoord met een hernieuwde vastberadenheid om de democratie en het vreedzaam samenleven in verscheidenheid te verdedigen. Het is op deze nobele basiswaarden waarvan de Europeanen blijk geven, dat wij onze toekomst moeten bouwen. Dat zijn we ieder slachtoffer van deze aanslagen verschuldigd.

STATEMENT/17/633

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail