Wat valt op in de verkiezingscampagnes?

Veel, zoals altijd.

Allereerst de haast om, in tegenstelling tot vier jaren geleden en tot de afgelopen kabinetsperiode, miljarden te gaan uitgeven. Na alle lastenverzwaringen van de laatste jaren, gaat het er, nu de economie er weer beter voor staat, kennelijk om wie het meest kan uitgeven. Weg alle plannen om in goede tijden de staatsschuld af te bouwen zodat we in slechtere tijden die schuld weer kunnen laten oplopen. De PvdA komt met 8 miljard aan plannen; 50PLUS wil de pensioenleeftijd terug naar 65; de VVD wil opeens groots investeren in de zorg. Dat hoort allemaal bij verkiezingen en campagnes, maar gelooft de kiezer zulke plotsklaps omgekeerde daadkracht? Misschien kan beter de BTW weer worden verlaagd, of de belasting op arbeid naar beneden in plaats van het verhogen van de uitgaven.

Niets aan toeval overlaten

Verder rolde ik van de ene verbazing in de andere over de debatten. Opvallend was dat de VVD en de PVV het eerste grote debat bij RTL afzegden; en dat de PVV zich helemaal niet laat zien, behalve op de social media.

Ik weet verder eigenlijk niet of ik de debatten wel echte debatten vind; wat is nu 20 seconden spreektijd? De ingestudeerde zinnetjes komen daar steeds weer in terug. Dat is geen debat, maar het steeds afdraaien van een bandje, zoals Roemer doet, die blijft herhalen dat hij het zorgstelsel gaat slopen. Dat is toch geen debat? Een stelling wordt niet sterker door de enkele herhaling.

De één op één gesprekken bij Nieuwsuur kenmerken zich ook al door die ziekte dat er op een vraag de gebruikelijke riedel volgt. De interviewer probeert vervolgens wanhopig enige diepgang aan te brengen, die de geïnterviewde beantwoordt met weer eenzelfde ingestudeerde frase, zonder enige argument maar met dezelfde stellingen.

Maar goed, tegenwoordig schrijven sommige lijsttrekkers wel weer brieven: eerst Rutte en toen Asscher. Of ze dat goed is bevallen betwijfel ik. Jammer zou het wel zijn als we geen brieven meer zouden krijgen. Die zijn leesbaarder en verhelderender dan de ellenlange verkiezingsprogramma’s, die niemand leest. Kortom, ik ben voor meer brieven van lijsttrekkers waarin ze hun plannen uitleggen.

Invloed peilingen

Verder is er langzaamaan weer een grote rol van de peilingen (voetnoot: gek eigenlijk als we de laatste jaren zien hoe vaak en veel ze er naast zitten…); niet alleen voor het bepalen wie aan welke debatten mee mag doen. Maar ook voor de vraag: gaan kiezers tactisch stemmen (bij voorbeeld op de VVD als de PVV te groot dreigt te worden? Welke partij wordt de grootste op links?) Stelling: de peilingen beïnvloeden de kiezers meer dan de debatten en de verkiezingsprogramma’s.

En toch snap ik het allemaal: bij zo’n enorme hoeveelheid partijen moeten ze zich wanhopig van elkaar onderscheiden. En als kiezers willen we peilingen om te weten wie een debat ‘wint’; of wie aan de winnende hand is, want we willen graag op winnaars stemmen.

Veelvoorkomende thema's

Dat partijen zich moeten onderscheiden is lastig als het gemeenschappelijke thema lijkt te zijn het zoeken naar verbinding, het overbruggen van scheidslijnen en het voorsorteren op coalities. Dan ook maar hameren op krachtige taal en een motto: pensioenleeftijd weer terug naar 65 ongeacht de kosten; afschaffen van het eigen risico in de zorg, ook al, vanwege de koppeling met de zorgtoeslag, gaan lagere inkomens daar ook door achteruit, en profiteren hogere inkomens daar het meeste van; slopen van het zorgstelsel en de managementlagen in de zorg, zonder aandacht voor het feit dat we in Nederland één van de beste en goedkoopste zorgstelsels hebben en de kosten de laatste jaren minder zijn gestegen.

Migratie, vluchtelingen en eigenheid zijn daarnaast een groot thema: de economie groeit; de werkloosheid daalt; de criminaliteit daalt, en waar we daarover grote zorgen maken, zoals in Brabant met georganiseerde drugs criminaliteit zijn het ook de autochtone Brabanders die zich daar aan schuldig maken. Kan Buma het drugsbeleid nog wel uitleggen aan zijn kinderen in een spotje?

Uitvoerbaarheid en tussentijdse verantwoording

Het blijft natuurlijk een beroep, politicus, waar je het nooit goed doet. Inderdaad is een programma van een politieke partij nooit één op één uit te voeren in Nederland. Er moeten nu eenmaal altijd compromissen worden gesloten. Wie daar zijn ogen voor sluit, of ononderhandelbare thema’s bepleit, doet niet echt mee in ons stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dat past niet echt en is toch ook wel een beetje kiezersbedrog, al zouden we dat als kiezers ook moeten weten. Hoe meer stoerheid en absoluutheid, hoe minder waarschijnlijk de uitvoering! Hoe bruusker de standpunten, hoe meer het voor de hand ligt dat dat hem niet gaat worden.

Waar het wat mij betreft wel erg aan ontbreekt is dat politici na verkiezingen voeling en contact blijven houden met de achterbannen: niet het feit dat sommige programmapunten van tafel verdwijnen is erg, maar wel dat daarover niet wordt gepraat en aan de kiezers wordt uitgelegd via een toekomstfilosofie of beleidsdoel of noodzaak om een stevige coalitie te vormen. En uitleggen is niet alleen via Twitter wat statements de wereld in sturen, maar is contact blijven houden met de kiezers. Haagse politiek is Haagse politiek, inderdaad, maar een parlement behoort ook tussentijds contact te houden met de kiezers. Dat past helaas niet zo in ons systeem zonder kiesdistricten, maar is wel passend en nodig. Kortom, meer campagnes, debatten, uitleg en luisteren tussentijds, de jaren tussen de campagnes. Organiseer ‘town hall’ of dorpsplein ‘meetings’ op lokaal niveau over thema’s die spelen; organiseer bijeenkomsten en discussies over Haagse compromissen en beleidswijzigingen en dilemma’s. Eens in de vier jaar, ook al is het dan met een op zenden gericht sausje van Twitter tussendoor, is niet meer van deze tijd. Parlementariër, leg ook tussentijds verantwoording af en luister naar en debatteer met de samenleving, vier jaren lang. Dat is een betere vorm van (directe) democratie dan zo nu en dan een referendum.