Van Erasmus naar Erasmus+: een verhaal dat al dertig jaar lang blijft boeien

De Commissie geeft vandaag het startschot voor de viering van de dertigste verjaardag van Erasmus, een van de meest succesvolle programma's van de Europese Unie

Vandaag publiceert de Commissie ook het jaarverslag van Erasmus+ voor 2015, het tweede jaar van Erasmus+, het huidige programma voor onderwijs, opleiding, jongerenzaken en sport dat loopt van 2014 tot 2020.

Hoe is Erasmus de laatste dertig jaar geëvolueerd?

Het Erasmus-programma werd in 1987 opgestart als uitwisselingsprogramma voor studenten hoger onderwijs. Al sinds het eerste jaar, toen 3 200 studenten uit 11 Europese landen (België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) deelnamen, is het programma voortdurend in ontwikkeling. Vandaag biedt Erasmus+ een breed scala aan mogelijkheden in hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, schoolonderwijs, volwassenenonderwijs, jongerenzaken en sport. Die staan open voor lerenden, docenten en jongerenwerkers. De voorbije dertig jaar heeft het programma 9 miljoen mensen de kans geboden om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen, vrijwilligerswerk te verrichten of beroepservaring op te doen. Erasmus+ heeft sterkere banden met de arbeidsmarkt dan zijn voorgangers. Daardoor kunnen studenten stage lopen bij bedrijven of organisaties in het buitenland of worden jongeren dankzij niet-formele leerervaringen voorbereid op de arbeidsmarkt en op deelname aan het maatschappelijk leven.

Hoe succesvol is Erasmus geweest?

Mobiliteit biedt mensen al dertig jaar toegang tot het onderwijs, de vaardigheden en de competenties die zij nodig hebben om onafhankelijk en gelukkig te leven. Mensen hebben een Europese ervaring kunnen opdoen en het gevoel gekregen dat zij deel uitmaken van een gemeenschap. Verscheidene evaluaties en effectbeoordelingen hebben de waarde van mobiliteit onderstreept. Zij tonen aan dat jongeren in Europa dankzij een verblijf in het buitenland niet enkel arbeidsmarktvaardigheden van nu, maar ook van de toekomst verwerven en hun vooruitzichten op een succesvolle loopbaan vergroten. Een jaar na afstuderen hebben tweemaal zo veel mobiele studenten een baan gevonden in vergelijking met hun niet-mobiele tegenhangers. Eén op drie studenten die in het buitenland een stage lopen, krijgt een baan aangeboden in het stagebedrijf. Sinds 2014 blijkt ook duidelijk uit enquêtes van deelnemers hoe positief de studenten tegenover die ervaring staan: 96 % is tevreden dat zij aan het programma hebben deelgenomen.

Wat heeft Erasmus+ naast mobiliteit nog te bieden?

Erasmus+ staat intussen voor veel meer dan mobiliteit. Samenwerkingsprojecten bieden organisaties die actief zijn in onderwijs, opleiding, jongerenzaken en sport de mogelijkheid onderling of met bedrijven en overheden partnerschappen te vormen. Die samenwerkingsprojecten verbeteren de kwaliteit en bevorderen innovatie, bijvoorbeeld door het beleid te verbeteren dat van essentieel belang is voor economische groei en nieuwe banen. Een uitgebreid overzicht van voorbije en lopende projecten is hier te vinden.

Hoe viert de EU de dertigste verjaardag van Erasmus?

De dertigste verjaardag wordt gevierd met een jaar vol evenementen op Europees, nationaal en lokaal niveau met de steun - en inspiratie - van mensen die aan Erasmus hebben deelgenomen. Via die evenementen en onlinecommunicatie met de burgers wil de Commissie een open dialoog bevorderen over de manier waarop het programma kan worden versterkt zodat het in de toekomst kan bijdragen aan de Europese samenleving.

Erasmus+: het tweede jaar

Het jaarverslag van Erasmus+ voor 2015 geeft een overzicht van de vooruitgang die tijdens het tweede jaar van de uitvoering van het programma is geboekt en schetst hoe de prioriteiten van Erasmus+ voor 2015 vorm hebben gekregen door maatschappelijke ontwikkelingen.

Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen in 2015?

Voor Erasmus + is een belangrijke rol weggelegd in het bevorderen van sociale inclusie, ook voor pas aangekomen vluchtelingen en migranten. Het programma richt nu meer aandacht op hun onderwijsbehoeften en voor de online-taalhulp van het programma werd 4 miljoen euro extra uitgetrokken om in de komende drie jaar 100 000 vluchtelingen te ondersteunen.

Er wordt ook meer nadruk gelegd op maatregelen om radicalisering aan te pakken via acties in het kader van Erasmus+. Onderwijs en acties voor jongeren spelen een sleutelrol bij het bevorderen van sociale integratie aangezien zij intercultureel begrip en het gevoel bij een gemeenschap te horen in de hand werken. Erasmus+ financiert bijvoorbeeld projecten die de inclusie van jongeren bevorderen en jongerenwerkers in heel Europa en naburige regio's helpen betere vaardigheden te verwerven: in 2015 steunde Erasmus+ zo'n 38 000 jongerenwerkers via zijn projecten ter waarde van ongeveer 28 miljoen euro.

Is de mobiliteit toegenomen in 2015?

Ook in 2015 bleven mobiliteitsacties populair: het aantal inschrijvingen steeg met 10 % in vergelijking met het vorige jaar.

In het tweede jaar van Erasmus+ kregen in totaal 678 000 lerenden en personeel ondersteuning in 19 600 projecten op alle gebieden van onderwijs, opleiding en jongerenzaken via 2,1 miljard euro aan subsidies. Dat was meer dan ooit tevoren. Voor het eerst konden Europese instellingen voor hoger onderwijs uitwisselingen aanvragen met instellingen over de hele wereld, wat resulteerde in 110 miljoen euro subsidies voor meer dan 28 000 personen. In het tweede jaar van Erasmus+ startten internationale consortia van instellingen voor hoger onderwijs ook nog eens 32 gezamenlijke masteropleidingen in het kader van Erasmus Mundus, waarbij telkens EU-beurzen werden gegeven aan studenten over de hele wereld.

Welke andere projecten in verband met onderwijs, opleiding en jongeren werden in 2015 gefinancierd?

Tijdens het tweede jaar van Erasmus+ werden ook meer dan 1 900 strategische partnerschappen in de sectoren onderwijs, opleiding en jongeren gefinancierd. Zo werden ongeveer 11 000 organisaties binnen en buiten die sectoren samengebracht. De projecten gaan in op belangrijke uitdagingen zoals de kwaliteit van onderwijs en opleiding, inzetbaarheid, nieuwe technologieën en digitale vaardigheden en het bevorderen van inclusie en verdraagzaamheid.

In 2015 ondersteunde het programma ook 10 nieuwe samenwerkingsprojecten tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven (kennisallianties), 8 tussen instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding en bedrijven (bedrijfstakspecifieke allianties) en 279 initiatieven om de stelsels voor onderwijs en jongerenwerk in ontwikkelingslanden te versterken (projecten voor capaciteitsopbouw) bijvoorbeeld in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.

Hoe ondersteunt het programma jongeren uit kansarme milieus?

Uitwisselingen in het kader van Erasmus staan open voor iedereen die wil inschrijven. In overeenstemming met de doelstelling gelijkheid en inclusie te bevorderen heeft het programma de toegang vergemakkelijkt voor mensen die te maken hebben met belemmeringen die te wijten zijn aan hun economische situatie, handicap, sociale status, gezondheidstoestand of het feit dat ze afgelegen wonen. Momenteel vertegenwoordigen die mensen ongeveer 10 % van de mobiele deelnemers. Erasmus+ voorziet in extra subsidies van 100 tot 200 euro per maand voor deelnemers uit kansarme milieus op basis van nationale criteria. Al meer dan 39 000 studenten uit kansarme milieus krijgen aanvullende subsidies. Eén op drie jongeren die deelnemen aan uitwisseling in het kader van jongerenwerk komen uit sociaal-economisch zwakke milieus. Deelname aan de Europese vrijwilligersdienst en aan uitwisselingen voor jongeren is gratis en staat open voor iedereen. Reis- en verblijfskosten van de vrijwilliger, zakgeld, verzekering en een kortingkaart worden door het programma bekostigt.

Welke ontwikkelingen zijn er in de sport?

Bij Erasmus+ Sport is het aantal voor financiering geselecteerde projecten aangegroeid tot 53 in 2015. 8 projecten hielden direct verband met de eerste editie van de Europese Week van de sport, terwijl 45 andere een brede waaier van verschillende sportgebieden betroffen, met bijzondere aandacht voor gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en dubbele loopbanen van sporters.

Welke gegevens over afgeronde Erasmus+-projecten zijn beschikbaar?

De eerste mobiliteitsprojecten in het kader van Erasmus+ zijn afgelopen en er zijn nu statistieken voorhanden over de afgeronde activiteiten die in het academiejaar 2014-2015 subsidie kregen. De statistieken tonen aan dat de mobiliteit van studenten in het kader van Erasmus+, met een hoger deelnemersaantal dan ooit tevoren (meer dan 290 000 studenten in studies en stages), alweer een record heeft verbroken. De drie koplopers wat het uitzenden betreft, zijn dezelfde als vorige jaren: Frankrijk (39 985), Duitsland (39 719) en Spanje (36 842). De landen die het grootste aantal studenten ontvangen, zijn Spanje (42 537), Duitsland (32 871) en het Verenigd Koninkrijk (30 183). De gemiddelde maandelijkse subsidie voor studenten bedroeg 281 euro.

Voor meer informatie

IP/17/82

Erasmus+ (het jaarverslag van Erasmus+ voor 2015; informatiebladen; videoclips; getuigenissen; infografieken)

MEMO/17/83